dinsdag 30 juli 2013

Paniek


ʼNeem van mij aan, dat is een zéér rolstoelonvriendelijke stad.ʼ Heel even stokt mijn adem in mijn keel. Voorafgaande aan een vergadering heb ik zojuist enthousiast verteld dat ik binnenkort voor een week naar Parijs ga, toeristje spelen. De eerste reactie die ik krijg hakt er stevig in. Mijn motivatie is meteen getemperd. Is dit echt zo? Waarom zou ik er dan heen gaan? Meteen lukt het mij om te relativeren. De Zonnebloem biedt toch geen reis aan naar een stad die in feite niet geschikt is voor mensen in een rolstoel? Het zal allemaal wel meevallen.

Maar ruim twee uren later thuiskomend duik ik direct achter mijn computer. Ik heb er tot vanavond werkelijk geen seconde aan gedacht dat de Franse lichtstad misschien ook wel eens rolstoelonvriendelijk zou kunnen zijn. Sta ik er überhaupt wel eens bij stil of hetgeen waar ik heen wil geschikt is voor de rolstoel waarin ik zit? Eigenlijk niet en trouwens, ik zou mij er toch niet snel door laten belemmeren. Zo zit bijvoorbeeld het stadscentrum van Zwolle vol oneffenheden, welke ik ter plekke gigantisch vervloek, maar toch pak ik regelmatig de bus ernaartoe. Doordat ik mijn rolstoel bestuur met mijn kin voel ik iedere millimeter hoogteverschil waar ik overheen rij. Dat is op zich natuurlijk geen ramp, maar het is vervelender dat mijn kin daardoor zeer regelmatig, eigenlijk voortdurend, van de joystick afschiet. Lekker ontspannen rijden is er dan niet bij.

Heb ik mij Parijs misschien te rooskleurig voorgesteld? Loopt De Zonnebloem de zaak misschien te bedonderen? In verschillende artikelen lees ik dat Parijs nauwelijks toegankelijk is voor rolstoelen. Goede voorzieningen zouden zeer spaarzaam zijn. Boven een bepaald artikel staat de kop Parijs, of de stad van de rolstoelvijandigheid. Ergens anders lees ik de beschuldiging De hufterigste anti-rolstoelstad van Europa. ʼNee, daar wil ik naar toe. Erg opbeurend!ʼ Wat moet ik hiervan denken? De verwarring wordt compleet als ik even later ook allerlei tegengeluiden lees. Bijna alle toeristische attracties blijken opeens wel toegankelijk te zijn voor mensen in een rolstoel, inclusief veel stadsbussen en enkele metrolijnen ernaartoe. 

Dan valt mijn oog op het volgende: Een speciale handleiding gaat de inwoners van Parijs leren hoe ze toeristen moeten behandelen. Dat heeft de Franse hoofdstad besloten nadat ze de stempel 'de minst toeristvriendelijke stad' kreeg. Toeristen klagen over onbeleefde gidsen en obers, ze zouden weinig begrip hebben voor ‘buitenlanders’.
Dus Parijs is wel of niet rolstoeltoegankelijk en veel inwoners zijn chagrijnige eikels. Ach, ik zie wel. Hoe kan ik oordelen over de rolstoelonvriendelijkheid, als ik er nog niet eens ben geweest? Laat ik er maar rekening mee houden dat het tegenvalt, dan kan het alleen maar meevallen.

Nu, een aantal weken later en een bezoek aan Parijs rijker, weet ik dat het een zeer oude, mooie, grote en ook chaotische stad is. Vrijwel alle toeristische attracties zijn toegankelijk voor mensen in een rolstoel. De meeste stoepen zijn geasfalteerd en lopen op een straathoek bijna altijd schuin naar beneden af. En dat de straten zelf allemaal uit hobbelige keitjes bestaan neem ik maar op de koop toe.

J’aime Paris.

donderdag 25 juli 2013

Louis

‘En links zien jullie de rijkste bewoners van Parijs.’ Sinds een halfuur rijdt de bus stapvoets over de Boulevard Périphérique, de rondweg van Parijs. Behalve de chauffeur zitten er acht vrijwilligers en negen deelnemers in de bus. Met De Zonnebloem maak ik een reis van zes dagen naar Parijs. Onder de indruk van de als mieren door elkaar krioelende auto’s op de in totaal acht rijbanen, schrik ik op als ik geattendeerd wordt op een ander schouwspel. Dat wat ik zal gaan zien zal mij het hele verblijf in Parijs bijblijven. Aan de overkant van de weg staan enkele krotten, ongeveer tien meter van het ook aan die helft bijna stilstaande verkeer. Van planken en plastic zeil lijken bouwsels te zijn gefabriceerd. Er zitten een aantal mensen bij elkaar en ik zie ook kinderen. Dit associër ik met Rio de Janeiro of Johannesburg, niet met Parijs.

Voor aanvang van de reis had ik al wel een idee wat ik zoal te zien zou krijgen. Dat kan ook niet anders, want Parijs is één brok highlights. Teveel voor de vier volle dagen dat ik hier zou verblijven. Trouwens, ik word al moe bij de gedachte overal langs te moeten jakkeren. Er was een potentieel programma, waar echter van kon worden afgeweken. Maar de gemaakte keuzes bevielen mij wel, het voldeed aan de enkele wensen die ik had. Niets bijzonders, gewoon een toerist kunnen zijn. Eind jaren ‘70 ben ik met mijn ouders ook enkele keren in Parijs geweest. Ik kan mij er nog iets van herinneren, maar de foto’s in mijn fotoalbum bevestigden deze gedachten.
Behalve een to-see-list had ik ook een to-do-list. Vanaf het moment dat ik bekend maakte naar Parijs te gaan had Susanna enkele verzoeken aan mij. Of ik een Vogue Paris mee wilde nemen en of ik in sjieke winkels meeneemtasjes wilde ‘scoren’. Als er hoe dan ook maar bekende namen op zouden staan.

Na de Basilique du Sacré-Cœur en de Tour Montparnasse, gecombineerd met sightseeing vanuit de bus, bezochten wij op dag drie het Musée du Louvre. Achteraf bezien een dag waarop de naam Louis centraal zou staan. Het begon toen de bus nog geen vijf minuten na vertrek weer ondergedompeld werd in de chaos van het verkeer. De vele auto’s lijken geen rekening met elkaar te houden en passeren elkaar van alle kanten. Maar daarbij wordt opvallend weinig geclaxonneerd, alsof men berust in de hopeloze situatie. Midden op de weg zie ik een het verkeer regelende agent druk gebarend staan. Het lijkt een onmogelijke opgave, maar toch gaat er niets verkeerd. Ik moet denken aan de acteur Louis de Funès en ik krijg een glimlach om mijn mond.
In het grootste museum ter wereld zie ik de Mona Lisa en nog duizenden andere beelden en schilderijen. Ik ontdek dat Louis ХІV, uiteraard ook veelvuldig in een kunstvorm vastgelegd, besloot om het Louvre als koninklijk paleis te verruilen voor het paleis in Versailles. Het Louvre kwam leeg te staan en kreeg de functie van museum.
Daarna wilde ik nog ‘even’ naar de Place Vendôme, de PC Hooftstraat van Parijs, maar dan in het kwadraat qua omvang en luxe. Bij Louis Vuitton en Dior weet ik met moeite de gewenste papieren tasjes te bemachtigen. De Vogue Paris verkopen ze daarentegen bij vrijwel iedere kiosk.

Zaterdags, op weg naar huis, kan ik terugkijken op een geslaagde week. Veel gezien, een goede zorg ontvangen en Susanna’s wensen vervult. Mission: complete!

woensdag 10 juli 2013

Gek


De zomervakantie is begonnen voor schoolgaand Zwolle. Susanna en Rosa hebben nu voor het eerst allebei zeven weken vrij. De eerste teleurstelling die Rosa onlangs moest verwerken was dat er vanaf volgend jaar nog maar zes weken zomervakantie zijn voor leerlingen in het middelbaar onderwijs. Maar goed, en òf er vakantie gevierd wordt! De dames zullen meer buiten Zwolle zijn dan thuis. Er wordt veelvuldig gekampeerd. Met mama en Hennie in Frankrijk, met mijn familie in Lemele en met de beide opa’s en oma’s in Sellingen. Er is een mooie situatie dat de grootouders het zeer goed met elkaar kunnen vinden. Zij nemen de meiden op sleeptouw, terwijl mama nog aan het werk is en papa in Parijs verblijft.

Het gekke is dat voor het nieuwe schooljaar de schoolboeken alweer besteld zijn. Dat is één van die bewijzen dat het leven alsmaar doorrolt. Susanna’s schooljaar was op dat moment nog niet afgerond en Rosa had de eindmusical nog niet uitgevoerd. De betreffende lesboeken zullen aan het eind van de zomervakantie thuis worden afgeleverd en dan kan het kaften gaan beginnen. Dat deed ik in 1982 en de jaren daarna en dit zal tegenwoordig nog steeds gedaan worden. Althans, dat dacht ik twee jaar geleden toen Susanna aanstalten maakte om het middelbaar onderwijs te betreden. Uiteraard had ik mij in de tussenliggende jaren niet bezig gehouden met deze vanzelfsprekendheid.

Het weekend voordat de deuren van Gymnasium Celeanum zich officieel voor haar openden had Susanna haar boeken bij zich. En enkele rollen kaftpapier. Of ik haar wilde helpen door uit te leggen hoe het moest! Uiteraard, gezellig, wat leuk dat zij dit vraagt. Maar nog geen tien minuten later was ik uit deze romantische droom weer back-on-earth. Probeer maar eens duidelijk te maken hoe er gekaft dient te worden, zonder handen te gebruiken. Of het klopt weet ik eigenlijk niet, maar in mijn herinnering was ik een groot deel van de dag bezig met de origami om de boeken te beschermen. Susanna was na een paar boeken klaar, want voor de overige boeken had zij kant-en-klare rekbare kaften. Zelden zoiets innovatiefs gezien.

Rosa gaat nu dus ook beginnen aan een nieuwe fase in haar bestaan. Met onder andere Engels, Frans, wiskunde, geschiedenis, biologie en scheikunde. Maar ook met nieuwe vriendinnen en allerlei levenslessen. Overigens hoeft Rosa nog minder te gaan kaften dan Susanna. Voor een aantal schoolvakken hebben de lesboeken een digitale vorm aangenomen, verzameld in een door de ouders aan te schaffen iPad.

Waarschijnlijk is er door veel ouders voorgelezen uit het prachtige ‘Jij bent de liefste’ van Hans en Monique Hagen. Nu mijn kleine meiden groot zijn, moet ik weer aan het boek denken, aan het volgende gedicht:

one-two-three

ja is yes
nee is no
en tellen gaat zo
one-two-three is
1-2-3

een hond is a dog
een kat is a cat
en this is iets anders dan that
this is a dog
and that is a cat

een boek is a book
en een tas is a bag
engels is gek
ik heb een boek in mijn bek

woensdag 3 juli 2013

Leeg


Kom je morgenavond eten? Op een zondagmiddag wordt dit voorstel door vrienden aan mij gedaan, via Facebook. Wat aardig, wat gezellig en wat spontaan! Ik heb geen verplichtingen die maandagavond, dus er is geen haar op mijn hoofd die twijfelt om op dit aanbod in te gaan. Toch knaagt er iets in mijn hoofd, was er wèl iets? Ik weet het echt niet meer. De meest logische stap is om mijzelf direct duidelijkheid te verschaffen door in mijn agenda te kijken. Hij ligt nota bene opengeslagen op tafel, naast mijn laptop. Ik gok dat er een afstand van 50 centimeter zit tussen het papier van mijn agenda en het hoornvlies van mijn linkeroog. Maar helaas, logischerwijs ligt de afgelopen week met de zondag als afronding nog opengeslagen. Kon ik maar door het papier heen kijken. Ik pijnig mijn gedachten. Het tweewekelijks eten bij ‘buurvrouw voor het leven’ Evelien vindt pas weer volgende week plaats. Weet je wat, annuleren kan nog altijd, dus ik antwoord maar dat ik kom.

Dit is een bewijs dat de computer vrijwel onmisbaar voor mij is. Eigenlijk zou ik moeten overstappen op een online agenda. Maar aangezien ik al vanaf 1982 min of meer gedwongen ben om een schoolagenda te hanteren, is dit gemakkelijker gezegd dan gedaan. Vandaag de dag laat ik nog steeds alles wat onthouden dient te worden noteren in een good old agenda. Verandering is niet altijd de grootste vriend van de mens en gewenning is daartoe de enige remedie.

Zodra er een adl-er aanwezig is voor een niet ter zake doende bezigheid, vraag ik direct ook om mij te verlossen uit het onwetende. Als de maandag in mijn agenda zichtbaar wordt, zie ik niets staan. Maar ook de dinsdag en de donderdag hebben nog geen invulling. Het is mij nu in ieder geval duidelijk dat ik zonder problemen buiten de deur kan gaan eten. Maar het zou mij eerlijk gezegd wel bevallen wanneer er één of meerdere afspraken in mijn agenda zouden staan. Gelukkig komt een dergelijke woestijn aan tijd nauwelijks voor. Ik zal mijzelf overigens zelden tot nooit vervelen, maar het vooruitzicht van drie dagen leegte komt wel op mij af. De enige zekerheid is dat Rosa komt lunchen op dinsdag, donderdag en vrijdag. Maar nu de zomervakantie aanvangt is dit niet meer. De basisschool is verleden tijd.

Een doelloos bestaan heb ik zeker niet. Zelden kan ik ‘s avonds concluderen dat een dag er beter niet had kunnen zijn. Misschien kan ik het wel vergelijken met het bekende glas dat halfvol of halfleeg is. Een optimist ziet het positief en zegt dat het half vol is. Een pessimist zegt dat het half leeg is, ziet dat er iets mist en wil meer. Een lege dag betekent tegelijkertijd een dag vol mogelijkheden, vol nieuwe kansen. Vier jaar geleden zou ik zwaar teleurgesteld zijn met een lege dag, laat staan drie. Leven, dat was toch de hort op gaan, weg zijn, activiteiten ondernemen, mensen ontmoeten. Weg, weg, weg, druk, druk, druk, leven, leven, leven. Nu kijk ik hier gelukkig heel anders tegenaan. Mijn beperkte energiehuishouden laat deze manier van leven ook niet meer toen

Halverwege de dag schiet mij opeens te binnen dat ik ’s avonds een vergadering heb. Totaal vergeten op te laten schrijven. Sukkel dat ik ben! Moet ik na het eten nog opschieten ook.