dinsdag 29 oktober 2013

Pietluttig


‘Heb jij de pietitie al getekend?’, vroeg Susanna afgelopen weekend aan mij. Aangezien zij praat over ʹal getekendʹ, proef ik dat ze ervan uitgaat dat ondertekening sowieso zal gaan gebeuren. Deze gedachte is zo gek nog niet, aangezien meer dan twee miljoen Nederlanders dit via Facebook ondertussen hebben gedaan. Een nog aanzienlijker deel van de bevolking sympathiseert hier in ieder geval mee. Dit laatste is puur intuïtief, gecombineerd met de stortvloed aan media-aandacht voor de Zwarte Pieten discussie.

Na twee weken reuring over het cultureel erfgoed, afdeling Sinterklaas, meende Geert Jan den Hengst zich via Facebook ook met de discussie te moeten gaan bemoeien. In eerste instantie was mijn mening er gewoon niet. Ik wist niet of ik nu vóór of tegen een aanpassing van het Zwarte Pieten beleid moest zijn. Het gaat hier niet om zomaar iets. We spreken hier over een jaarlijkse festijn waar ik al 43 keer bewust of onbewust, in verschillende hoedanigheden aan heb deelgenomen. Aanvankelijk als onwetende, wat overging in een aantal jaren lijdzaam volgeling zijn. Maar ook toen ik ondertussen afvallige was geworden, bleven Sinterklaas en Pieterbaas binnen de familie onaantastbaar. En recentelijk was het belang van mijn eigen kinderen groter dan het belang van de donkere knecht van Sinterklaas.

Nee, de facebookpagina waarmee ik mij pro-Zwarte Piet verklaar, heb ik dus niet geliked. Ik ben namelijk voor afschaffing, of beter gezegd voor aanpassing van de huidige Zwarte Piet in bijvoorbeeld een ander kleur Piet. De schokkende mededeling van deze strekking vroeg wel om uitleg aan mijn dochters. Ik vertelde hen dat ik er zelf totaal geen moeite mee heb hoe Zwarte Piet thans wordt neergezet. Ik associeer zijn verschijning niet met racisme en beleef het Sinterklaasfeest als een gezellig familiegebeuren.

Als Quinsy Gario drie weken geleden niet zou zijn uitgenodigd door Pauw & Witteman, was de herfst van 2013 een flinke storm bespaard gebleven. Al tijdens de uitzending werd zijn mening als pietluttig bestempeld door Henk Westbroek. Het schijnt dat de afgelopen jaren de maanden oktober en november wel vaker zijn opgeschud door een Zwarte Pieten discussie. Maar de disharmonie over de ʹinkleuringʹ van deze functie is al die keren kennelijk aan mij voorbijgegaan. Er bestaat een grote kans dat ik een pietitie twee jaar geleden wel had ondertekend. Waarom? Waarom niet, zal ik toen De waarschijnlijk nonchalant hebben gedacht!

De definitieve omslag kwam na het zien van het programma Debat op 2. Gespreksleider was Arie Boomsma, ik ben fan van goddelijke Arie. Hij hield het gesprek met enige moeite onder controle, hoewel het soms hard tegen hard ging. Het is niet zo dat ik in dit twistgesprek een doorslaggevende motivering voor mijn standpunt hoorde, maar lettende op de zichtbare emoties werd het mij ook nu wel overduidelijk hoe het fenomeen Zwarte Piet door anderen als racistisch wordt ervaren. Waarom handhaven we dan een traditie, terwijl deze folklore als kwetsend wordt ervaren door veel landgenoten? Het Nederland van 2013 is nu eenmaal anders dan het was in bijvoorbeeld 1979, toch?

Deze meningen zijn niet pietluttig. Laten wij Sinterklaasvierders dat dan ook niet zijn.

zondag 20 oktober 2013

Keukentafel


Een zeer aanzienlijk deel van mijn dagelijks leven speelt zich af aan tafel. Een houten tafel met een blad van bijna twee vierkante meter. Ik vind het de meest functionele en de gezelligste plek binnen mijn appartement. Of het nu gaat om eten, bellen, lezen, schrijven, televisiekijken of kletsen met mijn meiden of wie er dan ook op visite is. En moet er huiswerk worden gemaakt of nagels worden gelakt? Idem dito, maar dan heb ik het uiteraard over de twee dames Den Hengst, wanneer die om wat voor reden dan ook niet gezamenlijk op hun kamer kunnen of willen vertoeven.

Ooit gekocht als eettafel en een aantal jaren op zolder gefungeerd als klus- en kliedertafel, dient deze nu als keukentafel. Hoewel het woord leeftafel beter de lading dekt, blijft keukentafel leuker, gezelliger klinken. Spontaan met elkaar praten na schooltijd tijdens het theedrinken of na een avondmaaltijd. Met je partner, met het gezin, met vrienden en sommige mensen kunnen dit misschien ook met zichzelf. Het kneuterige karakter van de keukentafel is overigens ook doorgedrongen tot de hersenen van een aantal beleidsmakers.

Het is een feit dat enkele beleidsterreinen worden verschoven van landelijke naar gemeentelijke verantwoordelijkheid. Zoals jeugdzorg, langdurige zorg en de sociale werkvoorziening. Elke gemeente moet zelf gaan bepalen hoe ze de te nemen maatregelen zullen invullen. Het kabinet vindt dat gemeenten beter maatwerk kunnen leveren. Maar door bezuinigingen zijn er tegelijkertijd per gemeente aanzienlijk minder euro’s hiervoor beschikbaar. Veel mensen maken zich terecht zorgen over de gevolgen daarvan.

Bij de WMO (wet maatschappelijke ondersteuning), waar ik wel eens moet aankloppen, is dit al te merken. Men is al bezig met een cultuuromslag, De Kanteling genoemd. Op een brochure voor WMO-medewerkers lees ik ʹOok al heb je een beperking, je kan best wat bijdragen aan de samenlevingʹ. Het betekent een nieuwe denkwijze, ook voor mij. In plaats van verzorging van de burgers, gaat men uit van een ieders eigen mogelijkheden om deel te kunnen blijven nemen aan de samenleving. Men wil af van het automatisch inwilligen van claims tot individuele voorzieningen. Oftewel niet parkeren maar participeren! So far so good!

De bedoeling is dat een ieder die een beroep doet op de WMO eerst een gesprek krijgt waarin wordt bekeken waaruit de ondersteuning zou kunnen bestaan. Welke rol kan de gemeente hierbij spelen? Maar belangrijker wordt de vraag wat iemand nog zelf kan en in hoeverre kan er beroep worden gedaan op mantelzorg? Op basis van zogenaamde keukentafelgesprekken bepaalt de gemeente dan de ondersteuning. Hoeveel warmte het woord keukentafelgesprek ook mag uitstralen, het gaat gewoon om het besparen van geld. Snap ik ook!

Ondertussen denk ik wel weer aan de kosten van de JSF. Hoeveel wordt er trouwens uitgegeven aan het zeer vrolijke vriendschapsjaar tussen Nederland en Rusland?

Aan de rugzijde van mijn rolstoel zit een opbergtasje, waarin de vele stroomsnoeren gezamenlijk zitten opgepropt. Onlangs bleek het veel te klein en heb ik een grotere aangevraagd. Afgelopen week kreeg ik een uitnodiging voor een keukentafelgesprek. Belachelijk! Ik wil graag met hen theedrinken en praten, maar niet over een groter maar nog steeds onbenullig opbergtasje.

zondag 13 oktober 2013

50


‘Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en bewonder’

Mijn ouders waren afgelopen vrijdag 50 jaar getrouwd. Ik denk dat bovenstaande woorden de ingrediënten zijn voor de basis van hun gouden huwelijk. ‘Ongelofelijk’, ’Wat bijzonder’, ’Wat krachtig’ of ’Wat knap’. Dit waren enkele reacties die ik kreeg als ik vol trots sprak over deze mijlpaal voor mijn vader en moeder. Als ik in stilte mijn gedachten de vrije loop laat gaan, kom ik tot een slotsom van ongeveer gelijke strekking. Nog indrukwekkender wordt het wanneer ik besef dat ze al meer dan een halve eeuw een setje vormen.

Probeer eens voor te stellen, een vijftigjarig huwelijk op je conto hebben. Wat een een verhalen zal deze lange periode opleveren. Overigens zal ik deze prestatie niet evenaren, want bij mij is de teller op 10 jaar blijven staan.Van de slechts 43 jaar dat ik nu bij het gezin Den Hengst behoor, heb ik uiteraard niet alles bewust meegemaakt. Als kind overkomt het leven je, het gebeurt gewoon. Pas vanaf het stadium jongere is er een bewust leven en ga je keuzes maken. Kijk, in een huwelijk begin je ook jong en zorgt levenservaring voor groei die nodig is om het samen 50 jaar uit te houden. Maar vanaf het begin van het huwelijk ben jij er bewust bij.

Toon Hermans dichtte Liefde:
Liefde is...alles begrijpen van elkaar zonder iets te zeggen.
Liefde is...alle ruzietjes weer snel bijleggen.
Liefde is...naar elkaar luisteren en elkaar vertrouwen,
Maar het allerbelangrijkste van liefde is om van elkaar te houden!

Maar laat ik verdere reflectie op dit gouden huwelijk aan de twee hoofdrolspelers zelf overlaten en mij beperken tot de afdeling kinderen en opvoeding. Net als mijn zussen Anneloes en Corinne, kijk ik terug op een dramatische start van mijn leven. Alle drie zijn wij door onze moeder eruit gewerkt en meteen werd de band definitief doorgeknipt. Maar gelukkig hebben onze ouders zich direct weer over ons ontfermd en met veel warmte opgevoed. Wij hebben een fijne, veilige jeugd gehad. Eigenlijk was het een gewone jeugd. Maar wat heet ʹgewoonʹ als het gaat om een domineesgezin. Ik zal niet overdrijven, er zijn ʹergereʹ situaties. De kerk speelde een grote rol in ons gezin, vóór ons gezin. Dat geen van ons drieën nu nog lid is staat daar volgens mij echter los van.

Anno nu betekenen onze ouders nog altijd heel veel voor ons. Mijn zussen en ik hebben ieder een eigen leven, met eigen geluk en met eigen sores. Als wij erom vragen, zijn ze er voor ons. Als wij er niet om vragen, weten wij dat dat wel had gekund. Papa en mama hebben ons door lief en leed heen ondersteunt en begeleid of waren gewoon aanwezig voor ons. Van toen tot nu, van kind tot zoals wij er nu voorstaan.

Ik ben trots op mijn ouders, ik hou van ze! De volgende woorden, vrij vertaald naar Ramses Shaffy, wil ik aan hen meegeven:

‘Ik wil dat jullie zullen doorgaan, met de stootkracht van de milde kracht,
om door te gaan, in de sprakeloze nacht.
Ik wil dat jullie zullen doorgaan, met de wankelende zekerheid,
om door te gaan, in een mateloze tijd.’

maandag 7 oktober 2013

Bluf


Hier ben ik veilig, hier ben ik sterk
Hier ben ik heilig, dit is mijn kerk
Dit is mijn haven, hier leg ik aan
Hier kan ik slapen, hier moet ik staan
Hier ligt mijn hart voor jou

Onlangs klonk deze tekst via Skyradio door mijn woning. Het zijn de woorden van het refrein uit een lied van Bløf. Op dat moment realiseerde ik mij dat ze mij raakten, want deze regels zouden ook over mij kunnen gaan. Skyradio vind ik overigens een flutzender. Enige variatie in het muziekaanbod is ver te zoeken binnen deze ‘Middle of the road potpourri’.

Enfin, het liedje kent iedereen waarschijnlijk wel. Al is het alleen al van de reclame, een commercial van de ING, ingezongen door iemand anders. De woorden gaan dus ook over mij en mijn appartement. Hier voel ik me thuis, ben ik happy en kan ik mijzelf zijn, want hier kan ik altijd een beroep doen op assistentie. Hier ben ik dus veilig! Buiten de deur dan niet? Nee, lang niet altijd! Angstig aangelegd ben ik absoluut niet. Misschien zelfs wat naïef. Ik ben voor niemand bang en ook ga ik bijvoorbeeld graag met mijn rolstoel op pad. Wanneer Stadshagen in de verte ligt, aan de andere kant van de weilanden, realiseer ik mij dat er ook niets fout moet gaan. Ik ben volledig afhankelijk van het stukje techniek onder mijn kont. En van de toevalligheid dat ik iemand tegenkom op het moment dat ik echt hulp nodig zou hebben.

De grootste onzekerheid wordt bezorgd door mijn blaas en een stuk plastic, mijn urinekatheter. Eén der beste uitvindingen van de vorige eeuw. Vanaf ‘daar waar de plasserij vandaan komt’ loopt er een slangetje naar een reservoir, een plaszak aan mijn linker onderbeen, mijn Etui de Pipi. Zoals bij vrijwel alles is er ook hier een bovengrens. Spelen met het lot is nog enigszins mogelijk, maar daarna geldt toch echt ‘vol is vol’. En als ik niet luister naar deze keiharde wet, word ik gestraft middels een letterlijk zeiknatte broek rond mijn kruis.

Mooie woorden van Bløf, maar het refrein heeft ook een zijde die voor mij nergens op slaat. Neem die laatste tien woorden ‘…, hier moet ik staan’. Dat zou ik natuurlijk wel willen, maar dan had ik hier nooit gewoond. En met ‘Hier ligt mijn hart voor jou’ kan ik ook niets. Mijn hart wil ik dolgraag kwijt, maar dan moet deze wel aangenomen worden. Om mijzelf, zoals in de tekst, heilig te verklaren doe ik ook maar niet. Al ben ik tevreden over hoe ik leef en voel ik mij sterk, ik geloof niet dat ik een narcist ben. En het eigen huis tot kerk verklaren heeft ook veel weg van een behoorlijke hoogmoed.

Na het schrappen blijft er niet veel van de aanvankelijke tekst over:
Hier ben ik veilig, hier ben ik sterk
Dit is mijn haven, hier leg ik aan
Hier kan ik slapen

Bluf dat ik zelf een mooiere tekst kan schrijven.

dinsdag 1 oktober 2013

Gevangen


ʺGelukkig houdt mijn geloof mij op de been. Ik weet, als ik zwak ben, ben ik machtig.ʺ

Dat zijn zo ongeveer de laatste woorden uit de documentaire Houdt God van Vrouwen?. Afgelopen zaterdag zag ik deze bij RTV-Oost. Over Hilligje Kok-Bisschop, een strijdbare vrouw die in de Oud Gereformeerde Gemeente in Staphorst meer rechten wil voor vrouwen. Zij wil een actieve rol spelen in haar kerk en binnen de SGP, maar de mannen houden de deuren voor haar gesloten. Vrouwen moeten gewoon zwijgen en worden volgens haar onderdrukt.
Haar zoon is homoseksueel en zij ervaart de totale afkeuring hiervan binnen haar kerk. Zij ging destijds zelf ook niet naar zijn huwelijk, waar ze spijt van heeft. Ze was bang voor reacties uit de kerk. Hilligje kan het niet rijmen dat er naastenliefde wordt verkondigd, maar tegelijkertijd homo’s worden wegzet als een stuk vuil. Ze verlaat haar kerk, maar is en blijft wel gelovig en wil graag laten zien dat God anders is dan dat hij vaak geschetst wordt in de kerk. Hilligje voelde zich een gevangene in haar eigen gemeente. Ze kon niet zijn wie ze zou willen zijn.

Dit overkwam ook Tjalling, een boer uit de provincie Groningen. Het grote verschil is dat zijn verhaal fictief is en het gebeuren in Staphorst non-fictief. Geboren in een verkeerd lichaam is één van de afleveringen uit de televisieserie 30 minuten uit 1995. Ze werden gebracht als realistische docudrama’s, gespeeld door Arjan Ederveen.
Tjalling woont met zijn gezin op een boerderij, ergens in de provincie. Hij beseft dat hij zit opgesloten in zijn eigen lichaam. Hij denkt en voelt in werkelijkheid een andere identiteit te moeten hebben, namelijk die van een bosneger uit Zaïre. Na een lange innerlijke strijd besluit hij te worden wie hij graag wil zijn. Er volgt een pigmentkuur die zijn huidskleur verdonkert en zijn neus en lippen worden door plastische chirurgie verbreed. Na deze fysieke overgang begint Tjalling, ondertussen omgedoopt tot N'Jing, steeds meer te verlangen naar het ultieme einddoel. Uiteindelijk neemt hij die grote stap ook, verlaat zijn gezin en verhuist naar daar waar hij wil zijn, de steppes van Zaïre. Na een aantal weken blijkt hij te zijn verstoten uit de gemeenschap aldaar. Hoe het afloopt is niet bekend.

Ergens tussen de aandoenlijke verhalen van Hilligje en Tjalling hebben we ook nog Geert. Gevangen in mijn eigen lichaam en niet kunnen zijn wie ik zou willen zijn. Maar de strijd aangaan is in mijn geval zinloos.
Begrijp me goed, ik laat de dramatiek er natuurlijk van afspatten. Ik meen er dan ook bijna niets van. De waarheid is dat ik graag meer uit mijn lichaam zou willen halen, maar dat zit er nu eenmaal niet in. De mentale strijd heb ik allang gewonnen. Dat ik mij gevangen voel is pure onzin. Ik voel mij prima in mijn koppie, in mijn leven.

Onlangs kreeg ik van iemand de bijzondere, mooie woorden: 

De kunst van het genieten is vooral een kunst in het omgaan met de realiteit. Hoe die zich ook aandient.