zondag 21 juni 2015

Meters


Ergens voelde het niet goed en alleen dat al had een teken aan de wand moeten zijn. Eenmaal thuisgekomen was het overduidelijk dat ik weer eens, want zeker niet voor het eerst, achterop begin te raken. Vermoedelijk ga ik niet meer zo met mijn tijd mee als ik zelf wil geloven en graag doe voorkomen. Een paar dagen geleden vond deze confrontatie met mijzelf plaats. Het was in de Albert Heijn waar ik een dvd kocht. Tijdens de gedachtegang dat ik dat schijfje in mijn bezit zou willen hebben, was ik eigenlijk al te laat.

Alsof iets of iemand het vermoeden had dat de betreffende film op mijn pad zou komen was deze, voorzien van een aanlokkelijk prijsje, in de aanbiedingenbak gegooid. Ik hapte dus toe, ondanks dat ik op dat moment al enigszins in dubio stond. Want wie koopt er anno nu nog films op dvd? Ik behoorde op dat moment tot een minieme minderheid, want een beetje moderne man haalt tegenwoordig alle films en series online zijn huiskamer binnen. Maar waarom ik niet? Kennelijk is deze meneer toch niet modern genoeg.

Het gaat om ‘De marathon’, over vier automonteurs die het slecht draaiende autobedrijf willen redden door de marathon van Rotterdam te lopen. Terwijl de film, nog in het plastic, voor mij op tafel ligt komen er herinneringen boven. Ooit heb ik kortstondig durven denken dat een marathon lopen voor mij tot een mogelijkheid zou gaan horen. Het was 1996, 1997? Een vriend haalde mij over om ook te gaan hardlopen. Zo ontdekte ik dat ik het eigenlijk wel in mij had. In overige sporten blonk ik niet echt uit, maar met joggen leek het erop dat ik wil aardig kon meepraten. Ik was er nog lang niet, maar had de smaak wel te pakken en ergens was ik ervan overtuigd dat het afleggen van die 42 kilometer wel zou gaan lukken. Misschien was ik destijds wel wat naïef.

Een rondje van 10 á 12 km was wat ik zo’n beetje wekelijks liep, dus ik hoefde ‘slechts’ nog 30 kilometers er aan vast te plakken voor dat ene einddoel. Eitje toch? Verder dan het dromen kwam het niet, aangezien het mij langzamerhand ging opvallen dat ik de coördinatie in mijn lichaam aan het verliezen was. De eenvoud van stappen zetten was niet meer zo vanzelfsprekend. Ook kostte het mij steeds meer moeite om mijn romp rechtop te houden. De lol ging er al snel vanaf.

Overigens, gelijk aan een hond heb ik destijds in een bepaald buitengebied van Zwolle een eigen territorium uitgezet. Op een of andere manier liep ik liever ‘s ochtend dan ‘s avonds. Een nadeel daarvan is dat het gemiddelde darmstelsel nog op gang moet komen. Al vrij snel kwam ik regelmatig met de billen samengeknepen weer thuis. Totdat ik een keer te laat was en een eigen uitwerksel in mijn joggingbroek rondom mijn enkels had bungelen. Vanaf dat moment ging er maar een flinke dot wc-papier mee op pad. Gelukkig had ik niet al teveel gêne.

Onlangs vond de halve marathon van Zwolle plaats. In een andere hoedanigheid had ik daar misschien wel aan meegedaan. Misschien ook niet.

maandag 15 juni 2015

Naïef



Het zou dus allemaal wel meevallen. Sterker nog, ik zou de dans volledig ontspringen. Noem het gerust flink onnozel, ondertussen weet ik weldegelijk dat het een nogal naïeve gedachte was. Maar zelfs toen de kogel door de kerk was en bleek dat ik voortaan met een uurtje minder huishoudelijke ondersteuning tevreden moest zijn, kon ik de impact van de realiteit nog geen plaatsje geven.

Met 1 juli in het vooruitzicht, de dag waarop alles anders wordt, is het overduidelijk dat de bezuinigingen wel degelijk ook voor mij gevolgen hebben. Klagen doe en durf ik echter niet, want het gaat slechts om schoonmaken van mijn niet al te grote appartement. En er zijn immers belangrijkere zaken in de wereld waar ik mij liever druk over maak. Akkoord, ook ik leef liever in een schoon huis zonder stofwolken onder mijn bed, maar het is de moeite van het relativeren meer dan waard.

Voor een verklaring van mijn aanvankelijk laconieke houding, heb ik een zelfevaluatie ondergaan. Het was mij al snel duidelijk dat niet zelfmedelijden, maar een vertroebeld realiteitsbeeld de oorzaak is. Door omstandigheden heb ik al jaren lang geen stofzuiger meer aangeraakt, geen stofdoek vastgehouden en geen raam gezeemd. Waarschijnlijk ben ik gewoon te makkelijk gaan denken over schoonmaken. Nog erger misschien, als op de woensdagmiddag mijn huishoudelijke hulp actief is, lig ik te ronken in mijn bed. Dat wil ik ook, hoor ik anderen denken!

De vraag is niet wie de wasbeurten doet, maar wanneer dit gebeurt. Dit logistieke probleem speelde de afgelopen dagen door mijn hoofd. Hoe verdeel ik alle bijkomende handelingen, van wasmachine aanzetten tot opbergen van de schone was, over twee keer anderhalf uur. Ik geneer me bijna dat ik over zoiets banaals moet nadenken. Een was droger heb ik niet en eerlijk gezegd weiger ik om die aan te schaffen. Waarom? Daarom! Dat zou ook weinig uitmaken, denk ik.

Paniek is inmiddels overbodig, want ik heb een naar mijn idee duidelijk handelingsplan gemaakt. Overigens, ik zou mezelf niet zijn als ik ook iets positiefs zou zien in de gevolgen van de bezuinigingen op mijn huishouden. Hoe gek dit misschien ook moge klinken! Maar hoe vervelend het ook is, ik ben wel wakker geschud. Uiteraard las en hoorde ik al de nodige minder leuke ervaringen uit de wereld om mij heen, nu heeft de waarheid mijn territorium ook bereikt. Ook al is mijn cirkeltje maar met 60 minuten schoonmaken ingekort.

Ik hoor over lotgenoten die ook hebben moeten inleveren. Ik hoor over ouderen die nog volledig zelfstandig wonen, maar nauwelijks meer ondersteuning krijgen. Ik hoor over gemeentes die het zogenaamde keukentafelgesprek af doen per telefoon en zich nauwelijks om de thuissituatie bekommeren. Ik hoor over mensen die de hele dag op hun luie reet zitten en dan nog wel voldoende ondersteuning krijgen. Ik hoor over managers die zichzelf nog meer salaris toe-eigenen. Ik hoor veel en ik schrik.

Maar ik ben ontsteld als ik lees dat mensen gaan klagen over zogenaamde ’gelukszoekers’. Al het geld wat aan asielzoekers wordt uitgegeven zou maar eens binnen de landsgrenzen moeten blijven.

Over naïef gesproken!

donderdag 4 juni 2015

Einde


De herinnering was ik al weer kwijt, misschien gewoon vergeten, misschien door mij moedwillig verstoten. Een derde optie is dat ik het als niet serieus zijnde heb laten vervagen. Onlangs werd ik er op gewezen hoe mensen om mij heen mijn ziekteverloop hebben beleefd. Tijdens het verjaardagfeest wat ik samen met mijn vader hield, bracht een vriend mij even tot zwijgen en slikken. Hij begon over vijf jaar geleden, ook al een feestje, omdat ik 40 werd!

″Het waren woorden van jouw pa die mij en waarschijnlijk alle aanwezigen behoorlijk raakten. Kan jij je nog herinneren dat hij een speech hield? Hij had het erover dat het leven bij 40 begint, zich daaropvolgend afvragend of dit wel voor jou zou gelden? Dat laatste deed het ‘m en ook ik had twijfels, want jouw fysieke achteruitgang ging behoorlijk snel.″

Terwijl er weer wat begint op te borrelen, omdat er kennelijk toch nog ergens in mijn hoofd enkele herinneringen aan dat moment liggen opgeslagen, worden verdere details op een dienblaadje aangereikt. Toevallig of niet, nog geen minuut later pakt mijn vader de microfoon om mij toe te spreken: ″Geert, vijf jaar geleden begon ik met de volkse wijsheid ’het leven begint bij 40’. Maar dat had eigenlijk een behoorlijk cynische ondertoon, want zou dit wel voor onze zoon opgaan? Maar terugblikkend op de achter ons liggende vijf jaren blijkt het wèl voor jou op te gaan. En hoe! Dit ondanks de gaandeweg alsmaar toenemende beperkingen, jou opgelegd door de MS.″

Slik, zou men echt hebben gedacht dat ik de 45 niet zou halen? Voor alle duidelijkheid, ik heb daar zelf nooit-nada-noppes aan gedacht. Zover ik weet is er met MS geen snellere kans op de gegarandeerde dood dan bij een kerngezond iemand. Althans, zoiets zei in 1999, ergens rond de diagnose, de behandelend neuroloog uit Groningen tegen mij. Zie het maar als zelfbescherming en misschien is het niet terecht, maar zijn ’nee’ was, is en zal voor mij altijd definitief ‘nee’ blijven.

Wat de realiteit is betreffende MS en doodgaan weet ik niet en wil ik dit ook niet weten. Maar hoe levenslustig ook, soms wint de nieuwsgierigheid. Op Google graaf ik wel eens naar antwoorden die ik toch niet zal vinden. Nergens zal ik een eenvoudig antwoord als ja of nee ontdekken. Onderzoek x beweert weer wat anders dan onderzoek y, terwijl onderzoek z dat weer tegenspreekt. Eigenlijk kan dat ook bijna niet anders, want het is zo’n individuele ziekte, dus dan zal iedere patiënt ook wel op zijn of haar eigen moment doodgaan.

Op de school waar ik werkte vertelden leerlingen mij wel eens verhalen over een opa, tante of buurvrouw, ook met MS. Een enkele keer was diegene er volgens hun aan overleden zeiden ze dan zonder blikken of blozen. Ik antwoordde dan maar hoe vervelend ik dat natuurlijk voor hen vond, maar stiekem wist ik wel beter, want er aan doodgaan kon ik niet, toch?

Laat ik maar eens het bewijs gaan leveren dat MS en de dood niet samengaan. Trouwens, nu al stoppen is zonde van de tijd. Ik heb nog zoveel te doen