dinsdag 29 augustus 2017

Omzien


Zeker, ik heb het goed gehad. Fijne mensen, lekker eten en ook belangrijk, de vrijwilligers boden een goede zorg. Bovenal, daar waar het immers om ging, het zeilen was geweldig. De ene keer ging dat gemoedelijk met windkracht 2 tot 3, maar ook een aantal keren spectaculair. En toegegeven, dat ik niet zo stoer ben als ik lijk, is bij een vette windkracht 7 wel duidelijk geworden.

Zoiets als dit zal ik hebben geantwoord op een vraag naar hoe het mij was vergaan tijdens mijn jaarlijkse weekje op het water. Maar oost-west-thuis-best, ik was ook blij om weer in Zwolle te zijn. Op het schip werd ik dan wel uitstekend geholpen, maar dat was wel steeds naar omstandigheden en met mijn verstand maar op nul. Qua ruimte was het immers nogal behelpen. Achteraf, misschien zelfs nog op het schip, bedacht ik mij of ik nog wel een keer met de Lutgerdina mee zou willen gaan. Dat aan het einde van de reis mijn rolstoel er de brui aan gaf als gevolg van een overdosis aan zeewater, zal de napret ook hebben gedempt.
                                                                                
Om tot de werkelijkheid te komen, doe ik er verstandig aan door het negatieve, hoe vervelend deze ook is, heen te kijken. Vorige week werd dat weer eens duidelijk, toen ik een overdaad aan in WeTransfer verpakte foto’s kreeg toegestuurd. De mooie herinneringen kregen opeens weer een eersterangs plek in mijn hoofd. Ik kon hierdoor ophalen hoe gaaf het was geweest. Nee, ik was niet vergeten wat voor poppenhuis het benedendeks was en hoe ik die vrijdag wel kon janken, omdat mijn rolstoel er de brui aan gaf.

Het werd weer eens overduidelijk dat het zonde is om tegenslag de kleur van de werkelijkheid te laten bepalen. Hij kan lekker lullen, die Geert! Tja, misschien. Maar afgelopen weekend werd dit voor mij nog eens bevestigd. Samen met enkele familieleden had ik in Arnhem een Adriaanse-familiedag georganiseerd, wat een zeer leuk samenzijn werd. Na afloop ging ik, samen met Susanna en een aantal anderen nog ergens wat eten. Ook al ben ik verre van fan van taxibusjes, waarbij vooral de onzekerheid over het tijdstip van vertrek en aankomst het zeer vervelend maakt, ik liet Susanna en mij deze dag toch bedienen door dit gemak.

Om 20:15 zouden wij bij het restaurant weer worden opgehaald. Rekening houdend met de slogan we-kunnen-tussen-een-kwartiertje-eerder-of-een-kwartiertje-later-komen en ook nog enige coulance hebbend met de gastheer van dienst die avond, informeerde ik om 20:45 naar de stand van zaken. Eeeh…het kan wel 22:00 uur worden. Waarschijnlijk werd mij uitgelegd waarom er vertraging was, maar dat hoorde ik niet meer. Pislink werd ik, ook lichtelijk agressief, in ieder geval behoorlijk gefrustreerd. Omdat we zo lang moest wachten, maar ook omdat we niet waren geïnformeerd hierover.

Al met al konden wij om 22:10 het gruwelbusje naar Zwolle innemen. Dat een aantal familieleden bleven wachten tot we daadwerkelijk onderweg waren, was erg prettig! Onderweg kom ik al zeggen dat het een leuke dag was geweest. Ik realiseerde mij dat het negatieve einde, hoe vervelend ook, niet meer dan een kleine smet op deze dag mag zijn.

Ben benieuwd naar de foto’s.

 

dinsdag 8 augustus 2017

Kloten


Hier Geert, een cadeautje, een kapotte kloot.″ ″Een wat?Elizabeth, een van de maten, houdt mij een stuk hout voor mijn neus. Het is tijdens een week zeilen op de Lutgerdina. Op deze tweemastklipper maken we een rondje IJsselmeer. De wind maakte de Waddenzee helaas ontoegankelijk. Het schijnt vandaag een onstuimige dag te worden, hoewel de rust van nu wat anders doet vermoeden.

Het grote zeil is met lussen van touw aan de mast verbonden. Aan dit touw zitten een soort van grote houten kralen, waardoor het geheel makkelijker omhoog en omlaag gaat. Die grote houten kralen, dat zijn dus kloten. Deze hebben overduidelijk niet het eeuwige leven. Het bewijs ligt ondertussen voor mij.

Dat ik ook dit jaar zou gaan zeilen stond buiten kijf, maar de Loosdrechtse plassen als bestemming was geen vanzelfsprekendheid meer. Vorig jaar heb ik de Lutgerdina leren kennen. Het schip dat mij niet leuk leek, want saai en trouwens ontoegankelijk, was juist geweldig. Een enorm mooie zeilbeleving en juist wel goed begaanbaar.

Enige twijfel had ik vanwege de slaapruimtes. Een hok van 2×2 meter met daarbinnen twee bedden boven elkaar, een wastafel en een kastruimte voor twee personen. Ondertussen is mijn fysieke situatie dusdanig dat ik door verzorgingsmaterialen minstens twee koffers mee moet nemen. Gelukkig was mijn kamergenoot, een vrijwilligster, niet zo royaal in de meegenomen bagage. En last but not least zal ik bij het naar bed gaan ook nog eens mijn elektrische rolstoel er in moeten parkeren. Het hokje heeft een tillift aan het plafond. Zodra Geert horizontaal ligt, een heel ontspannen handeling maar niet heus, wordt mijn rolstoel weer weggereden. Het vice-versa traject de ochtend erna laat zich raden. Last hebben van claustrofobie is zeker niet handig. Het verstand op nul kunnen zetten, flexibel kunnen zijn, wel.

Dat mijn rolstoel niet goed tegen water kan wist ik eigenlijk wel. In mijn nieuwe leven ben ik enkele malen uitgeschakeld geweest na een confrontatie met te veel regen. Geen gewone buitjes, maar fikse douchebeurten. Een föhn of domweg geluk hebben maakten dat ik mijn dagelijks leven weer kon voortzetten. Maar het schermpje op mijn rolstoel moet ik kunnen blijven zien en kan ik nou eenmaal niet afdekken, toch? De joystick onder mijn kin is ook zo’n teer punt. Onderwijl heb ik de huis, tuin en keuken-tip gekregen om beiden met boterhamzakjes af te dekken. Maar zo slim was ik die donderdag niet.

De haven van Lelystad achter ons latend leek het aanvankelijk nog mee te vallen. Ik stond helemaal vooraan het schip te genieten van het uitzicht. Zojuist had ik de kapotte kloot gekregen. Maar opeens, waarschijnlijk omdat wij van koers veranderden, sloegen de golven tegen het schip. Binnen luttele seconden was ik zeiknat, ondanks eigen regenkleding. Nu verschonen zou geen zin hebben. Ik bedacht mij weer dat ik al twee jaar geleden zeilkleding had willen aanschaffen. Die hebben ze daar wel aan boord, maar die ’even’ aantrekken is geen optie.

Toen wij bijna bij Medemblik waren en ik mij beneden wilde verschonen, bleek het water toch te hebben toegeslagen. ‘s avonds deed de rolstoel het opeens weer, ‘s ochtends op weg naar Enkhuizen nog steeds, maar daarna niet meer.

Kloteding.