maandag 27 november 2017

Privilege


Sorry, sorry, sorry! Hopelijk hoort Evelien mijn verontschuldiging. Gisteren hadden we online nog even contact gehad. Zes uur eten? Ja, zes uur eten!Ze zal zich afvragen waar ik blijf. Inmiddels zou ik linea recta kunnen aanschuiven. Nee, een ″Godsamme, waar blijft die sukkel mag en zal ik haar maar niet in de mond leggen. Dat zal alleen maar projectie zijn, geloof ik.

Door onze geschiedenis kan ik mij voorstellen dat zij zich heel even zorgen zal maken om mijn onverwachte afwezigheid. Al jaren mag ik om de week op de maandagavond bij haar eten. Voor de zekerheid is er vooraf altijd even een kort contact. Ik geloof dat het mijn geheugen was die hierom vroeg. Mede hierdoor ben ik sindsdien de vaste date slechts een keer compleet vergeten. Een paar andere keren waren er geldiger, medische redenen om afwezig te zijn, maar vergat ik af te bellen. Oh ja, die ene keer dat ik compleet hulpeloos, scheefgezakt in mijn stoel zat, lukte afbellen ook niet.

Op dat moment sta ik bij een bushalte, nog geen twee kilometer verderop. Te wachten op dat wat maar niet komt. In een andere hoedanigheid was ik allang eigenhandig naar huis gegaan, maar omdat het nogal hard regent en ik met mijn rolstoel geen douchebeurt durf te trotseren blijf ik wachten. Hoe laat het is, weet ik niet. Maar aangezien ik rond 16:30 bij de halte ging staan en er ondertussen al drie keer een bus 2 is langsgekomen en nada bus 1, moet het nu tegen 17:15 zijn.

Maar toen de verloren zoon dan toch eindelijk de hoek om kwam gereden, vermoedde ik ergens al dat het snel thuis zijn niet vanzelfsprekend was. Dat het wel eens druk zou kunnen zijn in de bus was tot dan toe slechts een veronderstelling. Het feit dat alle ramen van de bus beslagen waren was al een indicatie dat er zich inderdaad flink wat mensen naar binnen hadden weten te persen.

Ondanks de plensbui moest ik toch maar voor de deuren gaan staan, die meteen open werden gegooid. Er worden vijf mensen naar buiten geworpen, waarvan het van een drietal ook de bedoeling was. De andere twee worstelen zich weer naar binnen. Of ik ook mee wil, vraagt iemand. Kijkend naar de massa in de bus, besef ik dat het een retorische vraag is. Maar ergens knaagt er iets in mijn hoofd. Er is daarbinnen ergens een plaats waar rolstoelen mogen staan. Kunnen de mensen die daar staan wellicht even wat opschuiven? Zou ik deze plaats, al is het slechts in principe, mogen opeisen? Als de deuren zich weer sluiten, komt de chauffeuse nog even naar me toe: ″Sorry!Mijn antwoord laat zich raden.

De volgende editie liet weer lang op zich wachten, maar er was toen zowaar ruimte voor mij. In de bus zie ik veel chagrijnige gezichten, dus openlijk mopperen doe ik maar niet. Als was het om te treiteren, twee haltes verderop blijft de bus even staan en passeren er ons drie bussen 1!

Thuis bel ik Evelien, die met het eten naar mij toe komt. Zij had mij trouwens wel een plaats aangeboden in de bus. Privilege of niet.

woensdag 15 november 2017

Mijlpaal

Gevonden hoor! En in de pocket! Bij de voordeur geen hoge drempel, binnen ruimte genoeg en er is een lift naar boven. Chill hè! Echt, ik ben zo blij dat jij met alle gemak ook langs kan komen! Die kamers die ik tot nu toe kreeg aangeboden waren ongeschikt. No way, dan maar even verder zoeken.″ Suus is dolblij!

Nee hoor, lulkoek natuurlijk! Hooguit in mijn dromen hoor ik mijn dochter dit verkondigen. Zij heeft gelukkig andere, of beter, geen prioriteiten gesteld. Als een student deze überhaupt al openlijk kan stellen in een zoektocht naar woonruimte. Ik zou mij eigenlijk zorgen moeten gaan maken als zij daadwerkelijk alles aan de kant schuift om mij maar op haar kamer te kunnen laten komen. Eerlijk is eerlijk, dolgraag zou ik de mogelijkheid hebben om op haar studentenkamer langs te gaan. Al was het maar voor één keer. Maar anno nu zijn er diverse digitale mogelijkheden waarmee ik mij van achter mijn tafel in Zwolle met het grootste gemak al met één been in haar kamer kan wanen.

Was het op kamers gaan wonen aanvankelijk nog iets van latere zorg, want voorlopig zou zij heen en weer reizen tussen Zwolle en Groningen, binnen drie weken waren de plannen veranderd. Overvolle en vertraagde treinen, gecombineerd met dat wat het studentenleven kan doen met een jonge vrouw, maakten dat zij haar dagelijkse leven buiten de studie om ook in Groningen wilde voortzetten. Bij de derde of vierde kamer was het raak. Dat ik blij voor en trots op haar ben meen ik natuurlijk oprecht. Maar dat ene gevoel is er ook

Dat kinderen zich met de jaren verder ontwikkelen, dat gaat ogenschijnlijk vanzelf. Daar ben ik, ook gelet op mijn situatie, alleen maar blij om. Gelukkig was ik ook in mijn ziekteproces een laatbloeier. Dubbel hierbij is dat de kinderen eens zullen uitvliegen, ergens anders zullen gaan wonen. Het is zoiets als de dag waarvan je weet dat die gaat komen. ‘Loslaten is nou eenmaal moeilijk, Geert’ of ‘ Tja, kleine meisjes worden groot’. Het gaat verder dan de bekende oneliners, hoe waar die ook mogen zijn. Ik word weer even teruggeworpen op mijn ziekte, of eigenlijk het acceptatieproces daarvan.

In mijn nieuwe leven moest ik weer leren om in mijn eentje een bestaan te vullen, maar ook om een zelfstandig vader, co-ouder, te zijn. Naar omstandigheden is dit mij aardig gelukt, denk ik. Steken zal ik hierbij zeker hebben laten vallen. Het ouderschap was en is nog steeds een belangrijke invulling van mijn bestaan. De meiden werden groter en zelfstandiger. Eigengereider en unieker. Ik zag de meiden steeds minder. Ze kwamen heus wel langs bij mij, maar trokken logischerwijs hun eigen plan. Op een gegeven moment wilden ze hier niet meer slapen. Hun ’eigen’ kamer was immers drie minuten fietsen verderop.

Vanaf toen kwam het besef. Dat de toekomst van het vaker alleen zijn steeds dichterbij komt. Bang voor vereenzaming ben ik niet. De vanzelfsprekendheid van kinderen in de buurt verdwijnt. Dit acceptatieproces is allang aan de gang, maar is weer eens onderstreept.

Leuk, binnenkort maar eens naar Groningen. Een Kamer vanaf de stoep bekijken en daarna samen ergens wat eten!