vrijdag 26 januari 2018

Voorgevoel


″Mevrouw, u moet weten dat ik geen debiel ben die kwijlend zit te wachten totdat de dag weer voorbij is. Ik heb ook een leven!″ Had ik mijzelf nog zo voorgenomen om rustig en misschien zelfs begripvol te blijven, opdat ik de andere partij beter van hun geklungel zou kunnen doordringen, het lukte mij niet. Aan wie dat lag? Zeg het maar!

″Ik heb voor drie dagen zelfs mijn werk moeten afzeggen″, vervolgde ik mijn tirade. Dit laatste was natuurlijk niet waar, maar ook niet gelogen. Hiermee kon ik de impact van een leven zonder rolstoel op mijn dagelijkse bestaan accentueren. Door de afwezigheid kon ik geen, naar mijn idee zinvolle, activiteiten achter mijn laptop doen. Overigens moest zij zich mijn tirade niet persoonlijk aanrekenen. Don’t blame the messenger. Mevrouw had de pech dat zij onder de vlag van Welzorg met mij moest spreken.

Eigenlijk was ik er al die tijd nogal laconiek onder gebleven. Ruim twee dagen verplicht op bed liggen. Beetje slapen en heel veel Netflix! Al halverwege afgelopen november werd ik gebeld om deze afspraak te maken. Al met al zo’n vijftig uur zou mijn rolstoel in de werkplaats verblijven.

Maar naarmate de datum naderde werd ik toch ongerust, noem het achterdochtig. Er vormde zich een oplopend negatief voorgevoel. Er zal wel weer iets misgaan. Misschien wel alles? Wij hebben het hier immers wel over Welzorg. Dit was puur gebaseerd op de ervaring van het vorige meerdagenproject. Toen waren er door miscommunicatie verkeerde handelingen verricht. Eén onderdeel wat aangebracht moest worden lag zelfs, nog splinternieuw, op de zitting van mijn rolstoel. Een ‘hier, doe het zelf maar’ vulde ik zelf in.

Halverwege het afgelopen jaar had ik nog nieuwe bekleding op mijn rolstoel gekregen. Maar doordat de plank voor mij, waar mijn armen op leunen, niet goed was afgesteld was de bekleding gaan scheuren. Zonde natuurlijk, maar ach, het is maar materie. Zwart stukje tape eroverheen en klaar! Ik stond versteld van mijn eigen relaxte houding hieromtrent.

Toch, toen ik tegenover een iemand van Welzorg melding maakte dat de armplank anders moest worden afgesteld, werd er meteen overgegaan tot het maken van een afspraak om mijn rolstoel wederom van nieuwe bekleding te voorzien. Ik zei niets, kon mij er niet meer druk om maken. Maar ik dacht er het mijne van. Soms hoor je nooit iets, soms wordt er een aanpassing bijna opgedrongen.

De situatie was zo, los van de bekleding, dat een aantal maanden geleden een monteur constateerde dat er onderdelen van mijn rolstoel vervangen moesten worden. Vanaf dat moment kwam de ware aard van mijn vrienden weer naar boven. Het duurde en duurde, met beloftes en excuses. Totdat iemand zei, en dat is echt zo, dan doen we alles in één keer wel als de rolstoel wordt bekleed in januari. Een soort van ’extreme make-over’. Deal!

Totdat ik die ochtend vanaf mijn bed voor de zekerheid bel om te controleren of men niets vergeet. Aanpassingen? Wij doen hier alleen het vervangen van de bekleding. Wij hebben geen andere opdrachten gekregen. Dat moet een volgende keer wel goed aan ons worden doorgegeven! Wie is uw adviseur?

Zie je wel.

zaterdag 13 januari 2018

Tegenspoed


″Nou, u had helemaal gelijk hoor!De glimlach die ik meen te bespeuren op haar gezicht zal wel gemaakt zijn; dat kan ook eigenlijk niet anders. Zij zal zich toch lichtelijk moeten schamen. Plaatsvervangend dan wel, want zij kan er zelf immers niets aan doen. Wie wel? Ik laat ook maar glimlach zien. ″Zie je wel, dat dacht ik al. Helaas pindakaas, kan gebeuren!Onderwijl onderdruk ik een implosie! Ik had liever geen gelijk gehad.

Ze zouden mij toch niet vergeten zijn? Zou ik überhaupt wel bestaan voor hen? Naarmate de dag vorderde kwamen deze vragen steeds vaker bovendrijven. Al bijna vijf uur, vanaf klokslag 11:00, lag ik reisklaar op bed. Gereed om te worden opgehaald door mijn alternatieve taxi naar huis.

Vier dagen daarvoor, dinsdag tegen 17:30, kon ik van twee ambulancebroeders een lift krijgen naar het ziekenhuis. Mijn innerlijke temperatuur was het afgelopen uur vrij snel omhoog gegaan. Op zich geen wereldramp, want half Nederland schijnt op dat moment buikgriep te hebben. Maar ik kampte al met een blaasontsteking en één plus één is bij mij waarschijnlijk iets meer dan twee.

De zaterdag mocht ik weer gaan. Het dilemma betreffende hoe-komt-hij-weer-naar-huis werd eerdere edities van dit ziekenhuisfestijn opgelost door mijn dochter Susanna. Middels de stadsbus wist zij de elektrische rolstoel op mijn ziekenhuiskamer te parkeren. Haar enthousiasme daarbij betwijfel ik. Nu haar leven zich in Groningen afspeelt is deze vanzelfsprekendheid verdwenen.

Oh, daar hoeft u zich geen zorgen over te maken, hoor.Regeren is vooruitzien, dus toen ik op donderdag weer wat reëler kon nadenken begon ik over het rolstoelvraagstuk. Het was een gewone ambulance die mij naar huis zou kunnen brengen, maar in deze hoedanigheid heette deze dan een zorgambulance. Helaas, kennelijk was er wat mis gegaan bij het aanvragen.

De zoveelste antibioticakuur, waar ik aanvankelijk per infuus mee was begonnen, moest ik in tabletvorm thuis verder afmaken. Eitje, bekend verhaal. Ik had voor tot na het weekend pillen meegekregen. Bij de apotheek moest ik dan de overige acht bacteriedoders halen. Knieperds!

″Het recept is net binnen, ik zet deze even in de computer en breng dan dat wat u nodig heeft. Zo klaar, dacht ik nog. Ruim 20 minuten later, ik was duidelijk met de ogen open even weggedommeld, liet ik mij weer horen. Doe ik wel eens stoer dat ik zo berustend ben, dat houdt ook eens op! Ook haar collega vroeg mij geduld te hebben. Het was immers een flinke lijst! Eh, acht pilletjes, toch?

Alsof het zo had moeten zijn zie ik op dat moment, op de achtergrond ergens tussen de kasten, de betreffende medewerkster lopen. Ze draagt een aantal dozen, waarvan de bovenste mij bekend voorkomt. Die heb ik thuis ook staan, denk ik nog. Die daaronder ook! Even later komt zij mij uitleg geven. ″Het was aardig wat. U heeft veel nodig!

Ik implodeer als zij de door het ziekenhuis gefaxte lijst voorleest. Zij benoemd hulpmiddelen en medicijnen die ik thuis al heb staan. Ik snap niet waarom u dit opnieuw moet invoeren. Staan die nog niet in de computer? Het gaat nu alleen om het onderste medicijn.

Oh sorry, heeft u nog even geduld?