Al
met al heb ik mij nog behoorlijk gedragen, vind ik. Er waren immers twee
personen met de beste bedoelingen bezig om mijn nieuwe rolstoel voor mij
gebruiksklaar te maken. Dat betekent tig instellingen invoeren of veranderen voordat
ik los kan gaan op dit stukje techniek. Misschien is er twee keer een
krachtterm gevallen. Ook heb ik openlijk verkondigd dat ik op dat moment wel
kon janken. Verder bleef het stil, maar waren de woorden van mij af te lezen.
Met
de minuut werd ik negatiever over mijn toekomst. Verkondig ik de dag daarvoor
nog aan iemand dat ik mij sterker voel dan ooit daarvoor en dat het mij gelukt
is om een positieve levensinstelling te vinden, op dat moment is deze compleet
spoorloos. Na mijn tweede leven zou vanaf de definitieve intrede van dit
kloteding wederom een leven aanvangen. Een hel?
Terwijl
ik als een paspop in de rolstoel zit, neig ik te beslissen dat ik niet meer wil
bestaan. Tegelijkertijd overlaad ik mezelf met positieve tegengeluiden. ‘Je
overdrijft, het komt heus wel weer goed. Het is gewoon een kwestie van wennen
en je kan immers nog steeds computeren!’ Ammehoela, dit is afschuwelijk!
De
nieuwe rolstoel; het is een hele mooie en hij zit fijn! Op dit moment staat de
stoel vier meter bij mij vandaan in een hoek van mijn woonkamer. Alleen al het
ernaar kijken wekt een antipathie op. Er kan enigszins mee gereden worden, maar
meer ook niet. Het optrekken en het remmen; de motor moet nog een soort van
finetuning ondergaan. Maar het aanvragen van assistentie kan ook nog niet. De
deuren openen, de lift openen, telefoneren, nada. Computeren is weer een
verhaal apart.
Enkele
weken terug hoorde ik dat het besturen van de cursor met mijn kin vanaf de
nieuwe rolstoel niet meer viainfraroodbediening
gaat, maar via Bluetooth. Jeetje, ik word dus al wat moderner! Maar toen Geert enkele
dagen later ontdekte dat er geen Bluetoothontvanger op zijn laptop zit, kwam
heel even zijn oude ik naar boven en was er enkele seconden paniek! Maar dankzij
een goede vriend en Bol.com was dit gebrek vrij spoedig weggewerkt. Nu kon er
qua computeren niets meer mis gaan. Toch?
Inderdaad,
ook vanuit mijn nieuwe rolstoel kan ik de cursor de baas zijn. So far so good. Maar als ik, zoals gewend,
op de knop rechts van mijn hoofd tik, als zijnde de entertoets gebeurt er van
alles behalve dat wat moet. "Oja," zegt de man die met mij
meekijkt, "daarvoor
moeten we nog een alternatief bedenken." "Ach", reageer ik kalm, terwijl ik implodeer!
Na
enkele uren emoties wegslikken is de pijp leeg en stel ik voor een andere keer
door te gaan, hoewel ik dat moment het liefst nooit wil meemaken. Als ik alvast
assistentie wil oproepen, vraag ik me af, zoekend in het menu op het beeldscherm,
hoe ik dit eigenlijk moet doen. "Oh,
dat moet bedrijf B doen. Daarover moet u dan met hen een afspraak maken."
Hoewel omgeven wordt door hulp, kennis en techniek, ben ik alleen en moet
alles zelf rooien.
Dit
wil ik niet!