donderdag 31 oktober 2019

Aanpassing


Misschien had het zo moeten zijn. Immers, ik was nu eindelijk overtuigd. Het was trouwens een geluk dat die ene vrouw toevallig voorbij fietste.Toen ik even later thuiskwam was ik geladen. Maar jankte ik vanwege de zoveelste klotesituatie of was het de opluchting dat ik zowaar openlijk erkende hulp nodig te hebben.

Onlangs, een zondagmiddag. Het zonnetje dreef mij naar buiten. Deze logica was helaas niet meer vanzelfsprekend. Voorheen dwong ik mijzelf dagelijks de deur uit. Echter, gedurende het laatste jaar heb ik mijn vrij onbevangen en positieve levensinstelling, vol met liefst grensverleggende activiteiten, geleidelijk aan verloren.

Tot halverwege dit jaar zat ik, noem het vrij zorgeloos, in mijn vorige rolstoel. Daarmee kon ik de wereld aan vond ik. Wat voor fysieke achteruitgang mij ook overkwam, mijn rolstoel ontwikkelde zich met mij mee.

Terugblikkend zijn er enkele gebeurtenissen die ik zie als bepalend voor deze omslag. Die reis vol spectaculaire bezigheden van vorig jaar, die ik heb moeten afsluiten met een kleine week in een Frans ziekenhuis, heeft veel impact gehad. Kennelijk kan ik niet meer zoveel van mezelf vergen! Ook een aantal flink beangstigende momenten tijdens een zeilweekend hebben mij onzeker gemaakt. Zeilen, een jaarlijks terugkerende vaste prik, dat nooit meer!

Maar zeker ook het enkele maanden terug overstappen op mijn nieuwe rolstoel heeft een grote rol gespeeld. Aanvankelijk was het nog een proces van wennen, wat al met al vrij voorspoedig is verlopen. Geleidelijk aan ontdekte ik echter dat de kinbesturing niet meer goed functioneerde. Nee, dit had geen technische oorzaak, mijn lichaam kon deze besturing niet meer aan. Ik moest maar eens gaan uitkijken naar alternatieven. Voor alle duidelijkheid: het waren anderen die mij hierop attendeerden. Zelf zag ik het niet, of wilde ik het niet zien! Ammehoela, dacht ik, die kinbesturing heb ik toch al jaren? En trouwens, hoe moet ik anders mijn computer bedienen? Verandering, aanpassing, no way!

Die ene zondagmiddag ging ik ondanks twijfel dus toch naar buiten. Nauwelijks 150 m verderop voelde ik hem opkomen. Een doodgewone nies, niets mis mee zou je zeggen. Helaas, na afloop van deze krachtsexplosie kon ik mijn tocht niet voortzetten. Door verkramping in de hals? Door verplaatsing van mijn lichaam? Hoe dan ook, ik kon slechts met een grote krachtsinspanning en met kaakkramp tot gevolg, de betreffende joystick met mijn kin beroeren.

Nee! Niet weer! Net nu! Dit was mij al zo vaak overkomen de laatste tijd. Verdergaan was geen optie. Gedesillusioneerd draaide ik om. In etappes van enkele meters kwam ik vooruit. Onderwijl steeds stoppend om mijn kaken ontspanning te gunnen.

Waar ik al langer bang voor was werd nu de waarheid. Halverwege het kruispunt stond ik weer stil en nondeju, het lukte mij gewoon niet meer om de besturing te beroeren. Daar stond ik, midden op de weg. Waarschijnlijk hadden auto’s ook wel gestopt, maar dankzij die behulpzame vrouw bereikte ik de overkant.

Onderwijl heb ik een therapeutisch traject aangevraagd bij een revalidatiecentrum. Het is niet alleen die kinbesturing. Ik ga mijn ziekte maar eens serieus benaderen. En dat onbevangene komt heus wel weer terug

Iemand vond mijn blogs de laatste tijd wat zuurder. Misschien klopt dat ook wel.

vrijdag 11 oktober 2019

Herhaling

Je zou haast denken dat ik middels een déjà vu mezelf in de maling neem, maar dit was echt.

Natuurlijk had ik er rekening mee moeten houden. Dat was ook gebeurt, maar volgens de realiteit niet afdoende. De herinnering aan de vorige keer had zich als een wijze les gemeld in mijn bovenkamer, maar een herhaling zou nogal absurd zijn.
        
Viel er mezelf iets te verwijten? Misschien, zeg het maar. Volgens de chauffeur wel. Had ik maar op een andere tijd moeten reserveren. Dat zei hij tegen Eelco en Riet, toen zij hem vroegen naar het waarom van het late arriveren. Gelukkig niet tegen mij, want ik was ontploft!

Onderweg gingen mijn gedachten terug naar toen, lang geleden. Het was tijdens vakantie, ergens in Frankrijk, of Duitsland. Het moment zelf kan ik mij nog herinneren. Althans, dat denk ik maar. Was ik 9? 12 jaar? Daar waar wij liepen waren wij eerder geweest, toch? Mijn ouders wisten wel beter en legden mij uit wat een déjà vu is.

Leuk was het zéker niet, wat ik onlangs beleefde. Wel héél toevallig. Met een taxibusje was ik op weg naar de schouwburg, waar vrienden stonden te wachten om samen naar een voorstelling van Theo Maassen te gaan. Het was bijna 6 jaar geleden toen wij dit ook van plan waren. Net als nu had ik ook toen ver vantevoren de tickets gekocht. Ook destijds stonden Eelco en Riet bij de ingang te wachten en was het al met al maar de vraag of ik een leuke avond zou hebben, of niet. De seconden tikten! Zou het doorgaan?

Destijds schreef ik ook een blog, waarin ik teruglezend veel overeenkomsten met een kleine 2 weken geleden zie. Eigenlijk mag ik wel een zowel medisch als psychologisch mirakel worden genoemd. Ondanks frustraties, irritaties, wanhoop, enkele zelfverwijten en het in stilte de chauffeur vervloeken, blijf ik ogenschijnlijk rustig.’ En ‘op dat moment ben ik al minstens twee keer geïmplodeerd. De frustratie om klemvast in een taxi te zitten en onderwijl allerlei tegenslagen te moeten slikken, is enorm!’

Verschillen zijn er gelukkig ook. Zo kwam de taxi destijds op tijd, maar hoorde ik, eenmaal vastgesnoerd, dat het een drukke avond was qua ritten. Onlangs kwam de taxi veel te laat met als excuus dat er onverwacht vanuit de centrale door de afdeling planning een drietal ritjes tussendoor waren gepropt. Waaronder dus mijn tochtje naar Theo.

De vorige keer stond er een vriendelijk maar nerveus groepje theatermedewerkers, als was het een welkomstcomité, klaar om mij linea recta vanuit de taxi de zaal in te slepen, zodat Theo zijn overdracht kon beginnen. In het donker moest ik mijn jas laten uitdoen. Onlangs stond er gelukkig nog een kleine rij wachtenden bij de ingang. Daardoor zakte het stresspeil wel enigszins, maar ik ben wel eens een avond theater met meer plezier begonnen.

De chauffeur zei nog dat hij hoopte mij niet te hoeven ophalen. Ik weet niet of hij bedoelde dan al vrij te zijn of dat hij mij en mijn gemopper niet meer in de taxi wenste.

Net als toen vaagt het eerste lachsalvo bijna alle frustraties weg.