zondag 12 april 2020

Afstand

En er ging opnieuw een wereld voor mij open. Alweer? Maar Geert, onder welke steen leef jij eigenlijk? Toen jij vorig jaar voor het eerst een eigen smartphone kocht, gebeurde dit immers ook al. Tja, ik en techniek, we zoeken elkaar niet spontaan op.

Er is zelden door mij aan gedacht, laat staan naar verlangt. Enige interesse is ook niet bepaald opgewekt doordat ik tot driekwart jaar geleden, vanuit mijn vorige rolstoel, een smartphone gewoonweg niet zelfstandig zou kunnen bedienen. Dat ik via mijn laptop, waar toch echt een camera in zit en dus had kunnen Skypen pleit dan weer niet in mijn voordeel. Oké, het had al wel gekund, maar het doen is een ander verhaal.

Onlangs heb ik als ongeveer een der laatste Nederlanders het videobellen ontdekt. Wat is het leuk om in de huidige, rare samenleving toch mijn zussen en ouders te kunnen zien. Of het nou Corinne in Scheveningen is, Anneloes in Tradate, Italië of mijn ouders in Zwolle-Zuid, allen wonen op deze manier even dichtbij. Er zijn wel enkele mitsen en maren. Geheel easygoing, vanzelfsprekend gaat het videobellen niet. Waarom? Daarom!

De eerste keer was met Corinne. Zij liet mij meteen ook hun huis zien. In 2008 was ik daar voor het laatst binnen geweest. Samen met toenmalige vriendin Tatjana Saukulicova uit Slowakije ging ik per trein, opvouwbare scootmobiel meenemend, eerst op bezoek in Scheveningen. Zwager Youssef tilde mij de trap op naar de voordeur op de eerste verdieping. Desgevraagd wist Corinne het nog: we gingen die middag met elkaar naar Madurodam. ‘Je accu was leeg en je plaste in je broek.’ O, wat zal ik die middag gezellig zijn geweest!

De volgende dag liet Anneloes haar huis in Italië zien. Daar was ik in 2007 voor het laatst. Met dezelfde kleine scootmobiel mee, vloog ik naar Milaan. Zij, zwager Paolo en ik gingen naar hotel Rosa, ergens in Noord-Italië, de Dolomieten. Daar ontmoette ik Tatjana, serveerster in dat hotel.

Tatjana kwam een paar keer naar Zwolle. We spraken handen-en-voeten-Duits met elkaar, de overige lichaamstaal verliep probleemloos. De korte conversatie over een strijkijzer zal ik nooit vergeten. Die staat waarschijnlijk ook waarvoor ik er na een jaar mee wilde stoppen. ‘Geert, wo ist dein Bügeleisen?’ ‘Ich habe kein Bügeleisen.’ ‘Was? Hast du kein Bügeleisen?’ Grote kans dat daarop nog één of meer Slowaakse termen volgden. Het was overduidelijk dat ze verbaasd en geïrriteerd was. Maar dit geheel terzijde!

Het kon niet anders natuurlijk dat wij als gezin ook gingen videobellen. Anneloes, Corinne, ik en op afbeelding vier beide hoofden van mijn ouders , samen op de bank in hun woonkamer. Elkaar ’verdringend’ voor de camera. Klepperdeklep, Klepperdeklep! Bijzonder!

Noem het sentimenteel, een mooi detail hierbij is het wel. Nadat ik op mijn smartphone naar de anderen keek, draaien mijn ogen een fractie omhoog en staar naar die ene foto aan de muur boven mijn eettafel. Gemaakt in 1971, wij op bezoek bij wijlen mijn tante Mary. Prinsengracht, drie hoog, Amsterdam. Ik ongeveer 1, de anderen zo rond 5, 7, 30 en 36.

Familie, in mijn hart en op telefoon altijd dichtbij. Maar elkaar ’voor het echie’ zien is leuker!


donderdag 2 april 2020

Inspiratie

De bedoeling was om een blog te schrijven, want ’dat moest er echt weer eens van komen’. Wat heet moeten, ik ben de enige die mijzelf deze verplichting oplegt. Het liefst val ik tweemaal per maand anderen lastig met mijn gezwets. Hoewel ik dondersgoed weet dat van eenmaal overslaan, of twee keer, niemand wakker zal liggen.

De ervaring heeft mij geleerd dat de inspiratie vanzelf komt, so don’t worry. Het was tot enkele jaren geleden dat ik mij nog wel eens sappel kon maken wanneer ik niets kon bedenken om over te schrijven, wanhopig sprak ik wel over een writersblock. Lulkoek natuurlijk! Dat was tot ik ging beseffen dat er altijd wel spontaan een brainwave door mijn hoofd fietst, waarop ik weer los kan gaan. Zo’n ingeving ontstond soms letterlijk uit het niets, maar meestal terwijl ik ergens was, iets onlangs had meegemaakt of binnenkort nog zou gaan beleven.

Maar de realiteit anno nu is anders. Net als bijna iedereen blijf ik binnen en beleef dus nauwelijks iets. De agenda is leeg, alleen gaat zowaar mijn huishoudelijke ondersteuning gewoon door. Waar het altijd al prettig was om bij Fokus te wonen, dat ik in deze rare periode dankzij hen dagelijks verschillende gezichten zie, is helemaal als een geschenk. Hoezeer beide partijen dit ook proberen te minimaliseren.

Helaas, dat besef ik mij goed, zijn mijn verhaaltjes nogal negatief van aard. In die zin dat het incasseren van een tegenslag vaak aan de basis staat. Geloof mij, vaak nam ik mij voor om een volgende blog vrolijk te laten zijn. Maar dan overkomt mij weer wat, de laatste jaren nogal eens betreffende mijn rolstoel, waar ik dan wel weer wat over moest zwetsen. Door het binnen zitten kan ik gewoon geen tegenslagen ervaren. Mijn rolstoel krijgt de kans niet om kapot te gaan.

Dus nu moet ik echt gaan spitten naar inspiratie, een bijna onmogelijke taak. Begrijp mij goed, ik zie en lees natuurlijk veel over het leed in de wereld om mij heen. Van hier om de hoek, via Hasselt tot aan Vladivostok, Johannesburg en New York. Voor de afwisseling, lees: afleiding, stappen we maar over op praten over Netflix-series of het weer.

Of bijvoorbeeld over de Flip-flow’s die niet meer te leveren zijn. Paniek alom bij mij! Flip-wat? Het verbindingsstukje, een soort van schakelaar, tussen mijn katheter en urinezak. Vanuit mijn blaas is er een katheter van zo’n 35 cm, dus tot halverwege mijn bovenbeen. De urinezak die ik aan mijn onderbeen draag, heeft een slangetje omhoog die via de Flip-flow op de katheter wordt aangesloten. Indien nodig, bijvoorbeeld bij wisselen urinezak of bij blaastraining, wordt op de Flip-flow met het zogeheten kraantje afgesloten. Toen de voorraad op raakte kon ik geen nieuwe bestellen. Tot ik via via via een vrijwel gelijkend alternatief kon scoren, de Tap-flow. Fijn Geert, bedankt voor deze boeiende informatie! Niet dus, maar dit maak ik zoal mee!

Mijn blaas is trouwens toch al verre van mijn grootste vriend. Ellendige verhalen genoeg op voorraad, maar die zal ik anderen besparen.

De inspiratie voor een volgende blog dient zich hopelijk op tijd aan, hoe kakkerdekak de aanleiding misschien ook zal zijn.