Dit
had ik totaal niet verwacht. Vanaf die positie was hij de enige die ik zag en het
dus kon vragen. Weigerde uitgerekend hij nou om mij te helpen?
Het
was 15.30 en zojuist was ik door twee ADL-ers weer in mijn rolstoel geparkeerd.
In de veronderstelling helemaal geholpen te zijn, bedankte ik hen en ze
vertrokken. Maar de voordeur was nauwelijks dicht of het bleek dat de voor mij
absoluut onmisbare omgevingsbesturing niet goed was aangesloten. Een klein
apparaatje onder de zitting van mijn rolstoel en drie stekkertjes. Mijn
smartphone stond op zwart en ik kon hierdoor geen oproep plaatsen, geen alarm
slaan, niet bellen, niks.
De
laptop stond open, dus wilde ik een bericht sturen naar enkele Fokusconculega’s,
om namens mij assistentie aan te vragen. Maar zit ik daar alles wat bleek? Er
was op dat moment totaal geen contact tussen rolstoel en laptop. Een half uur
later, na dat andere avontuur, gaf een vriend per telefoon de oplossing. Heel
simpel, gewoon de rolstoel uit- en aanzetten. Ahum…
Een
geluk was dat de deur naar de gang nog open stond. Uit ervaring wist ik dat
door de rolstoelzitting naar de juiste hoogte te plaatsen, ik met de linker
armleuning de knop aan de muur kon indrukken, zodat de voordeur zich opende. Na
enkele frustraties was poging drie succesvol.
Om
assistentie van Fokus te kunnen krijgen moest ik zo dicht mogelijk bij hun ’unit’
op de begane grond komen. Met de lift naar beneden gaan was geen optie, vanwege
de weigerende omgevingsbesturing. Over de galerij rol ik naar daar waar ik mij schuin
boven de ‘unit’ begeef en tegelijkertijd de gehele binnenplaats van het appartementencomplex
overzie. Met een beetje geluk kon ik hulp vinden.
Die
ochtend was er iets vreselijks gebeurt. In een appartement op de begane grond
was brand uitgebroken, waarbij de bewoonster is overleden. Op de positie waar
ik stond kon ik alleen een politieagent zien die overduidelijk de betreffende
woning bewaakte om nieuwsgierigen op afstand te houden. "Nee ", antwoordde de man toen ik vroeg of hij mij zou willen
helpen. Dat hij alleen maar op de deurbel van Fokus hoefde te drukken had hij
kennelijk niet verstaan of willen verstaan. Twee seconden was ik verbaasd,
daarna pislink. Ik was verdorie geen ramptoerist of een aan zijn begeleiders
ontsnapte zwakzinnige. Er werd nog overlegd met een collega en richting mij
geknikt. Op twee nieuwe pogingen van mij werd niet meer geantwoord. Nee bleef
nee!
De
agent moest eens weten. Hij hoefde van waar hij stond alleen maar 15 meter naar
voren te lopen en op een knopje te drukken. Al met al liep er zo’n 10 minuten
later een collega uit het te bewaken appartement mijn richting op. Aan haar vroeg
ik wederom om hulp. Dankzij de deurbel was mijn redding snel nabij.
Achteraf
bleek dat de Fokusmedewerkers vanuit hun ‘unit’ mij wel hadden opgemerkt en
gezamenlijk verbaasd waren geweest dat ik de eigenwijze pottenkijker uithing.
Maar de politie had iedereen verplicht naar binnen gestuurd, ook hen, omdat het
stoffelijk overschot kennelijk niet goed afgedekt kon worden bij het vervoer
naar buiten. Dat beseffend was die kerel op de eerste verdieping wel heel raar
bezig.
Foutje!