‘Leuk! Dàt is lang geleden.’
Een vriend stelde voor om de volgende avond in de stad een terrasje te pakken. Mooi weer, zin, tijd, doen! Waarom ik dat nooit meer doe? Zeg het maar. Niet gevraagd? Doe niet zo zielig! Drukte, geroezemoes, moeilijk te verstaan, dus geen zin? Klopt. Een hekel aan die hobbelige straten? Idem.
Inmiddels ben ik de joystick achterop mijn rolstoel en daarmee ook mijzelf serieus gaan nemen. Het accepteren dat ik ook buiten de deur meer begeleiding nodig heb voelt als een soort van overwinning. Ieder nadeel heeft een voordeel, mijn horizon wordt hiermee ook verbreed. Ook het zelfstandig meeliften met de stadsbus ben ik aan het afzweren, vandaar dat ik hem vroeg om mij op te halen.
Zodra wij in het centrum zijn uitgestapt, wil hij de besturing overnemen. ‘Eh, liever niet! De eerste 50 meter doe ik graag zelf!’ We staan nog bij de bushalte, wat een smalle stoep is met stoepranden van zeker 30 cm waar ik niet graag vanaf donder. Daarna volgt er nog een drukke weg, waar ik onder het toeziend oog, lees: de tijdsdruk van, een knipperend groen mannetje en ronkende auto’s niet graag stuntelend paniekerige pirouettes wil opvoeren. Voor hen die nog nooit de joystick hanteerden, dit is zeker geen vanzelfsprekendheid. Ik zal aanvankelijk alle kanten worden opgestuurd, behalve de juiste. Met ’geeft niet, voel je niet opgelaten, oefening baart kunst’ probeer ik de persoon achter mij gerust te stellen. Ik blijf kalm, echt, behalve bij een stoeprand.
Blablabla… terras… kletsen… koekeloeren… biertjes … bitterballen … gezellie… so far so good!
Bij het aftaaien ben ik nog geen 10 meter verwijderd van waar wij zaten, slaat mijn rolstoel af. Schrikken natuurlijk en al is het wel eens vaker gebeurd, dit klopt natuurlijk niet! Bij het aandoen geven lampjes luid en duidelijk een storing aan. Wat ik dacht laat zich raden. Poging zoveel, eigenlijk tegen beter weten in, had zowaar effect. Net op tijd, het alarmnummer van Welzorg stond al paraat om te bellen. Enigszins opgelucht maar gauw naar de bus, naar huis. Ik moest zelf weer aan de bak, want de joystick achterop deed niks.
De volgende dag was de situatie nauwelijks verandert, eigenlijk verergert. Want toen mijn rolstoel na vier pogingen zowaar opstartte, bleef enig contact tussen mij en mijn laptop uit. Maar opnieuw een dag later kon ik trouwens wel weer digitaal werken. Begrijp jij het nog?
Om 8:30 gaf ik aan Welzorg het euvel door en de iets te begripvolle medewerkster beloofde mij dat de monteur in ieder geval binnen twee uur zou bellen voor een afspraak die dag. Beloftes van Welzorg ken ik ondertussen en ik was niet geheel verbaasd dat de verlosser zonder bericht vooraf om 14:00 aanbelde. Kakkerdekak, net nu ik op bed lag. Dat ik beter in de rolstoel kon zitten vond de monteur ook. Toekijkend hoe hij twee meter verderop mijn rolstoel afspeurde naar een mogelijke oorzaak, kon ik al raden dat hij mij zou gaan mededelen niets te kunnen vinden.
Nu, ruim een week later, lijkt het probleem zich geheel vanzelf te hebben opgelost. Heel fijn natuurlijk, maar het vertrouwen is volledig weg.