donderdag 17 maart 2022

Toevallig

Als het geen toeval was, wat dan wel? Het lot? Geluk? Pech?

Gedachten ontstonden na een interview waar ik bij aanwezig was. Mijn dochter Rosa sprak met mijn vader. Dit voor een opdracht vanuit haar studie Religiewetenschappen. Hij vertelde dat toen destijds in het kerkblad zijn emeritaat werd aangekondigd, tegelijkertijd achterop stond dat ik mij had laten uitschrijven uit de kerk. Jeetje, dat wist ik niet meer. Toeval? Pech?

Toen ik enkele dagen later hier nog eens naar vroeg bleek de werkelijkheid iets anders te zijn. Niet ik, maar mijn twee zussen stonden daar vermeld. Ik was al eerder een afvallige geworden. Maar het blijft toevallig. Of opvallend? Of raar? Zeg het maar. Na het ophelderen van dit stukje is historie bleef ik zoeken naar het toeval in mijn leven. Hierbij mag ik gerust de term geluk gebruiken.

Wyanne en ik hadden nog maar nauwelijks naar elkaar uitgesproken dat wij zouden gaan scheiden, of ik kreeg een nieuwe woning op een presenteerblaadje aangediend. Toen ik andere dochter Susanna ophaalde bij een vriendinnetje hoorde ik van de moeder van dat meisje over een Mens- en milieuvriendelijk wonen-project. Daar was nog een appartement beschikbaar, feitelijk bedoeld voor iemand met een beperking. Deze moest wel voor mij zijn! Toeval? Geluk? Enig minpunt was dat er nog begonnen moest worden met bouwen.

Na anderhalf jaar daar wonen, moest ik concluderen steeds meer zorg nodig te hebben. Toen ik over Fokus hoorde en belangstelling kreeg, bleek er nog geen 500 meter verderop een nieuw project te zijn. Toeval? Geluk? Ik kon spoedig komen kijken voor een appartement. Om een of andere reden werd deze woning op de valreep aan iemand anders toegewezen. Daarover flink teleurgesteld, enkele maanden later kreeg ik mijn huidige appartement toegewezen. Even groot, mooiere locatie dan de vorige. Wat een geluk! Dat ik steeds in de buurt van mijn kinderen kon blijven wonen. Dat kon toch geen toeval zijn?

De gesprekken die ik de afgelopen tijd voerde rond een sociale netwerkversterking zijn afgerond. Nu ligt het initiatief volledig bij mij. Dit plan ontstond als voorbereiding op een toekomst waarin ik op verschillende fronten meer ondersteuning denk nodig te hebben. Hierbij zal volgens mij het leunen op alleen Fokus en pgb-hulp niet voldoende zijn. Dacht ik aanvankelijk aan een bijeenkomst met veel mensen uit mijn netwerk tegelijk, inmiddels heb ik ervoor gekozen om per afzonderlijk item advies en ondersteuning aan enkele naasten te vragen.

Onlangs sprak ik met mijn ouders en mijn zus over zorg voor hen, nu en in de toekomst. Sowieso belangrijk, maar ondanks dat ik die praktische ondersteuning hen niet zelf kan bieden, wil ik daar wel over meedenken. Fijn te weten dat ze nog veel mensen om zich heen hebben. Toen keerde het gesprek mijn kant op. Ik ben alleen en nou niet bepaald onoverwinnelijk. Ook ik moet maar eens informatie vastleggen. Of het gaat om ziekenhuisopname of bij overlijden. Van telefoonnummers, verzekeringen en wachtwoorden, tot allerlei bankzaken. En heb ik wensen? Begraven of cremeren, koffie met cake of bier en bitterballen?

Als ik weer alleen ben hoor ik op de radio die campagne over de dood: praat erover, niet eroverheen. Is dit toeval of niet!

zaterdag 5 maart 2022

Netwerk

Had ik wel eens van een Snv gehoord? Niet dus. Misschien was dit wat voor mij.

Op dat moment besefte ik niet hoe confronterend dit zou gaan worden. Tijdens de inmiddels begonnen voorbereidende gesprekken kijk ik terug en vooral vooruit. Natuurlijk, ik heb geen glazen bol, maar regeren is immers vooruitzien. Misschien kan ik tot een bepaalde hoogte via een Snv mijn toekomst nog beïnvloeden.

Onlangs attendeerde Wyanne mij op zo’n Sociale netwerk versterking. Het inschakelen van mijn netwerk bij mijn hulpvragen. Oftewel: wiè kan wàt voor mij betekenen. Het principe kende ik trouwens wel, maar onder een andere naam. Een netwerk heb ik zeker, nog sociaal ook. Daarbinnen durf ik gerust mensen te vragen. Voor een klusje, koken, wandelen of om mijzelf uit te nodigen te komen eten.

Maar er zijn situaties dat zelfs Geert met zijn grote waffel niet om hulp weet of durft te vragen. Dit omdat bij hem niet duidelijk is wie hij waarover kan benaderen. Meestal wegens blaasontsteking ben ik bijvoorbeeld vaak flink ziek geweest, zelfs in het ziekenhuis gelegen. Contactpersonen zijn hierbij voor mij en de zorg om mij heen onmisbaar. Eerder was het bijna als vanzelfsprekend dat mijn ouders als eerste contactpersoon optraden. Die wil en kan ik niet meer belasten en mijn dochters wonen inmiddels vanwege hun studie niet naast de deur. Vandaar dat ik weer leun op vrienden van mij. Eenmaal in het ziekenhuis moet trouwens mijn rolstoel gebracht worden, liefst ook mijn laptop, contacten worden ingelicht en eventuele afspraken worden geannuleerd.

Nu ben ik al flink hulpbehoevend en dat zal alleen maar meer worden. De zorgvraag en andere ondersteuning, zowel binnen en buiten de deur, kan ik niet afdichten met alleen Fokus en Pgb. Daarom mijn verzoek aan het Sociaal wijkteam tot begeleiding bij het opzetten van een Snv. Medewerkers helpen bij het kijken naar mijn leven en mijn netwerk en het uitpluizen waar ik misschien wel behoefte aan zal hebben. Het werd mij aanvankelijk weer eens duidelijk hoe rijk mijn leven is. Door wie ik ben, wat ik doe, wat ik nog kan en wie ik daarbij allemaal ken. Ik kwam onlangs zelfs op een punt dat ik dacht feitelijk geen Snv nodig te hebben. Wat mij betreft hoef ik in mijn toekomst nergens naartoe te werken, maar mag mijn leven blijven zoals het nu is. Waar maakte ik mij eigenlijk druk om. Ik ken toch genoeg mensen?

Wat heet gelukkig, maar ik realiseerde mij in een volgend gesprek dat ik in mijn toekomst waarschijnlijk nog issues tegen zal komen, die ik niet alleen kan aanpakken. De rol van techniek, die middels rolstoel, omgevingsbesturing en laptop nu al prominent aanwezig is, zal vermoedelijk alleen maar toenemen. Dit vraagt om back-up in mijn netwerk. Ook vrees ik dat ik niet eeuwig hier kan blijven wonen, met alle gevolgen van dien. Mijn wens, noem het behoefte, tot culturele uitjes, wil ik ondanks een fysieke achteruitgang ook kunnen blijven voortzetten. Dat laatste hoop ik althans.Tevens is het voor mij vreselijk dat ik in praktische zin niets voor mijn ouders kan betekenen. Ook hierbij denk ik ondersteuning door anderen een optie is.

Een plan is groeiende, nog niet bloeiende.

Wordt vervolgd.