donderdag 24 januari 2013

Parijs


In nog geen 20 seconden waren ze voorbij. Ondanks het geluk dat wij hadden om bij een scherpe bocht te staan, waardoor de mannen zich een beetje moesten inhouden. Toch worden de toeschouwers niet teleurgesteld. Wanneer de wielrenners nog nergens te bekennen zijn, zeker een uur voordat de eerste wielrenner in zicht is, komen er allerlei reclameauto’s voorbij rijden. Als de laatste man van het peloton zijn rug heeft laten zien, blijft er een slagveld van papier, plastic en een aantal bidons achter.

Het was eind jaren ’70 dat ik tweemaal de Tour heb gezien. In ieder geval in 1978, want het staat mij bij dat Gerrie Knetemann later die dag de sprint op de Champs Elysees won en dat was, a fact’s a fact, in 1978. Joop Zoetemelk werd weer tweede in het eindklassement. Mijn vader en mijn zus Corinne zijn destijds naar Parijs gegaan om de finish te bekijken en bij terugkomst vertelden ze over de winst van ‘de Kneet’. Hoewel ik hier echt van overtuigd ben, kan bij navraag geen van beiden zich hier ook maar iets van herinneren. In hun voordeel pleit dat je wel gek moet zijn om op die dag naar Parijs te gaan. Tevens interesseerde mijn vader, laat staan mijn zus, zich nauwelijks iets voor wat later doping op wielen bleek te zijn. Wat is waar van herinneringen na 35 jaar?

Wij kampeerden destijds vaak in Frankrijk. Een aantal keren voor kortere of langere tijd in Cernay-la-ville. Een klein plaatsje, ongeveer 25 kilometer onder Parijs. Een achterneef van mijn vader had daar een boerderij en op een grasveld ernaast kon je prima kamperen. Wij waren daar vaak met hooguit twee andere families en in feite onze tijd ver vooruit, want tegenwoordig is het een goedlopende boerderijcamping.

Trouwens, een bijna standaard alternatief voor Frankrijk was kamperen in de buurt van Darmstadt, Duitsland en wel in Spachbrücken. Een bevriende predikant daar woonde Am Pfarrberg. Op een heuvel stond achter een hoge muur de kerk, een groot huis en een enorme, boomrijke tuin. Daar mochten wij onze Alpenkreuzer, een vouwwagen, opzetten.

Naast dat tot tweemaal toe het circus Tour de France ergens in de buurt voorbij zou razen, kan ik mij nog enkele highlights herinneren uit die tijd. De enorme supermarkten, zoals Carrefour, Casino, Champion of Intermarche. Maar ook de boulangerie in het dorp, waar ik iedere ochtend ‘deux pains’ mocht kopen. En natuurlijk Parijs, met de Eiffeltoren, Arc de Triomphe, Place du Tertre, Notre Dame en de vele metro’s.
Uit het niets komt er opeens een beeld tevoorschijn, een foto. Ik zie mezelf, samen met vrienden Bartel en Roelof, op een brug met op de achtergrond de Notre Dame. Dat was in 1989. dacht ik. Wij waren op de terugreis van drie weken aan de Franse zuidkust. Achteraf gezien had ik alles moeten opschrijven.

Eind vorig jaar heb ik mij aangemeld bij de Zonnebloem voor een zomervakantie. Op mijn voorkeurslijstje stonden: 1 Parijs, 2 Londen, 3 Berlijn en 4 ergens aan de zuidkust van Bretagne. Het zou hoogstwaarschijnlijk nummer 4 worden, omdat ik gebruik maak van een hooglaagbed en de hotels in de steden die niet hebben. Mij maakt het niet uit waar ik op lig, maar de Zonnebloem houdt, terecht, rekening met de rug van de vrijwilligers die mij helpen. Trouwens, wat moet ik met kinbesturing in die grote steden. Ik vraag me af of een stad als Parijs wel rolstoelvriendelijk is. Als ik nou een joystick krijg op de rug van mijn rolstoel, dan kan ik mij laten besturen door iemand anders en kan ikzelf volop genieten van de stad

Alsof ik het zag aankomen, heb ik twee weken terug een, ondertussen toegewezen, aanvraag ingediend voor die joystick. Twee dagen later ontving ik een brief van de Zonnebloem. Ik ben ingeloot voor een reis naar Parijs. Dit had ik dus echt niet verwacht. Ik heb er nog achteraan gebeld. De kwestie met de hooglaagbedden is nu een probleem van hen. 


ʺOui oui, ik ga naar Paris!ʺ

2 opmerkingen:

  1. Haha, geweldig man! Leuk die herinneringen en alvast heel veel plezier in Paris.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Oui, oui, ik heb weer een tikfoutje ontdekt: tegen het eind van de een na laatste allinea staat "dan kan ik mijn laten bersturen". Je kunt dat 'mijn' beter veranderen in 'mij'.

    Leuk dat het Parijs is geworden, laat de voorpret maar beginnen!

    BeantwoordenVerwijderen