zondag 7 april 2013

Zondagmiddag

Zòòòòòòndag, zòòòòòòndag, vandaag blijf ik de hele dag dicht bij je.
Zòòòòòòndag, zòòòòòòndag, we hebben tijd om lekker lang te vrijen.

Rob de Nijs schalt door de speakers. Ik heb niks met Rob, noch met zijn muziek, behalve dat ik zijn bekende nummers gedachteloos kan meeneuriën. Maar deze tekst zet mij wel even aan het denken. Lekker lang vrijen met iemand, tja, slik, wat zal ik zeggen…
Radio 2 stond onlangs een week lang in het teken van de jaren ‘80. Vrijwel elk liedje dat voorbijkwam kende ik. Ook dus die van Rob de Nijs. Men At Work blijkt trouwens meer hitjes te hebben gehad dan alleen het eeuwige Down Under. Nooit eerder gehoord!

Een aantal weekenden terug waren de meiden weer bij mij en op zaterdagnacht zijn ze blijven slapen. Bij mij blijven slapen is geen automatisme, wel een streven. In ieder geval om een van beide nachten van het weekend aan de Frankhuizerallee te blijven. Over het algemeen blijven de meiden dan in ieder geval vrijdagavond eten en slapen. Zaterdag eten en slapen gaat in overleg. Ik kan niet ontkennen dat het energie kost. Hoe fijn ik het ook vind.

Ik ben geen uitslaper. Zonde van de dag, dan neem ik liever ’s middags nog wat extra rust. Dat zou natuurlijk anders zijn als, zoals Rob het zingt, iemand anders naast mij zou liggen als ik wakker word. Terwijl ik zit te wachten op de ondertussen opgeroepen assistentie, neem ik de dag door en bedenk activiteiten die ik aan de meiden kan voorleggen om te ondernemen. Niet dat zij compleet afhankelijk hiervan zijn, maar enige activering is wel eens nodig, vind ik. En met wat plannetjes achter de hand ben ik hen mooi een stap voor. Als dit niet nodig blijkt te zijn is het alleen maar meegenomen. Soms blijken er al afspraken te zijn gemaakt met vriendinnen. Of hebben ze elkaar helemaal gevonden die dag. En er is natuurlijk het fenomeen huiswerk.

Na een gezamenlijk ontbijt vraag ik Susanna of het nodig is dat ik moet helpen met haar huiswerk. Uitleggen, overhoren? Het gebeurt niet vaak, maar het is wel grappig om weer in boeken der middelbare school te duiken. Ook al zit Susanna nu op het Gymnasium en zat ik 29 jaar geleden op de mavo. Nederlands, Engels, geschiedenis, aardrijkskunde of biologie, een aantal vakken kan ik tot nu toe nog wel bijbenen. Behalve Grieks en Latijn, dan haak ik direct af.

Begeleiden bij het Frans wordt al lastiger. Ik beheers nog wel een aantal woorden en als ik komende zomer een week naar Parijs ga zal ik mij wel redden. De uitdrukking ‘met handen en voeten’ gaat voor mij natuurlijk niet op. Toen ik in mavo 2 en 3 zat haalde ik voor Frans bijna altijd een negen of een tien. In die jaren besteedde ik abnormaal veel tijd aan mijn huiswerk. Ik begon mavo 2 met erg slechte cijfers en kennelijk ben ik daar zo van geschrokken dat ik ben doorgeslagen. Verstandig leren was er eigenlijk niet bij. Het was stampen, maar niet begrijpen. Ik haalde er goede cijfers mee, maar een paar dagen later was ik meestal weer vergeten wat ik had willen leren.

Behalve de bekendste Franse zin aller tijden, Voulez-vous coucher avec moi ce soir, zijn er nog twee zinnen die ik nooit meer zal vergeten. Qu'est que vous faites lá? was de eerste Franse zin die ik op de mavo leerde. Toen ik in 1989 met Roelof en Bartel naar de Côte d'Azur ging, waren wij niet van plan om campings te gaan betalen. Wij sliepen in de vrije natuur, tussen het mais of op een erf van een boerderij. Ook ik was wel eens de bok om bij een boerderij te vragen of het mogelijk was om er te overnachten. Volgens mij kwam er iets uit als ʺBonsoir, il est possible que nous camper ici ce soir?ʺ

Duits vond ik altijd afschuwelijk, vooral al die naamvallen. Trouwens, wanneer sprak ik het nou? In de zomer van 2007 ben ik met Anneloes en Paolo in de Dolomieten geweest. Daar ontmoette ik Tanja, een Slowaakse die werkte in de bediening in het hotel. Zij sprak goed Duits en ik moest weer een beroep gaan doen op mijn ondertussen ver weggezakte kennis. En het bleek mij heel goed af te gaan. In werkelijkheid stond het misschien bol van de fouten, het klonk wel ergens naar. Helemaal als je wat sneller gaat praten. Tanja was nogal van de nette kleding. Haar antwoord op de vraag waar mijn strijkijzer was zal ik nooit vergeten. ʺWááás, hast Du kein Bügeleisen?ʺ Tanja, hoe lief en aantrekkelijk ze ook was, een gezamenlijke toekomst zat er niet in.

De rest van de zondag bestaat uit lummelen, kletsen, hangen, een uurtje slapen, computeren en wandelen. Het is koud buiten, dus het vraagt wel wat overredingskracht van mij om de dames mee te krijgen naar buiten. Mij lijkt het wel gezellig, hun aanvankelijk niet. Wij doen nog een paar potjes verstoppertje en gaan dan weer naar binnen, lichtelijk verkleumd. Trouwens, met mij verstoppertje doen is mogelijk, maar of ik nu moet zoeken of mezelf moet verstoppen, leuk is anders.

Susanna had geen hulp nodig bij haar huiswerk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten