ʼNeem van mij aan, dat is een zéér rolstoelonvriendelijke stad.ʼ Heel even stokt mijn adem in mijn keel. Voorafgaande aan een vergadering heb ik zojuist enthousiast verteld dat ik binnenkort voor een week naar Parijs ga, toeristje spelen. De eerste reactie die ik krijg hakt er stevig in. Mijn motivatie is meteen getemperd. Is dit echt zo? Waarom zou ik er dan heen gaan? Meteen lukt het mij om te relativeren. De Zonnebloem biedt toch geen reis aan naar een stad die in feite niet geschikt is voor mensen in een rolstoel? Het zal allemaal wel meevallen.
Maar ruim
twee uren later thuiskomend duik ik direct achter mijn computer. Ik heb er tot
vanavond werkelijk geen seconde aan gedacht dat de Franse lichtstad misschien
ook wel eens rolstoelonvriendelijk zou kunnen zijn. Sta ik er überhaupt wel
eens bij stil of hetgeen waar ik heen wil geschikt is voor de rolstoel waarin
ik zit? Eigenlijk niet en trouwens, ik zou mij er toch niet snel door laten belemmeren.
Zo zit bijvoorbeeld het stadscentrum van Zwolle vol oneffenheden, welke ik ter
plekke gigantisch vervloek, maar toch pak ik regelmatig de bus ernaartoe.
Doordat ik mijn rolstoel bestuur met mijn kin voel ik iedere millimeter
hoogteverschil waar ik overheen rij. Dat is op zich natuurlijk geen ramp, maar
het is vervelender dat mijn kin daardoor zeer regelmatig, eigenlijk
voortdurend, van de joystick afschiet. Lekker ontspannen rijden is er dan
niet bij.
Heb ik
mij Parijs misschien te rooskleurig voorgesteld? Loopt De Zonnebloem de zaak
misschien te bedonderen? In verschillende artikelen lees ik dat Parijs nauwelijks
toegankelijk is voor rolstoelen. Goede voorzieningen zouden zeer spaarzaam
zijn. Boven een bepaald artikel staat de kop Parijs, of de stad van de rolstoelvijandigheid. Ergens anders lees
ik de beschuldiging De hufterigste
anti-rolstoelstad van Europa. ʼNee, daar wil ik naar toe. Erg
opbeurend!ʼ Wat moet ik hiervan denken? De verwarring wordt
compleet als ik even later ook allerlei tegengeluiden lees. Bijna alle
toeristische attracties blijken opeens wel toegankelijk te zijn voor mensen in
een rolstoel, inclusief veel stadsbussen en enkele metrolijnen ernaartoe.
Dan valt mijn oog op het volgende: Een speciale handleiding gaat de inwoners van Parijs leren hoe ze toeristen moeten behandelen. Dat heeft de Franse hoofdstad besloten nadat ze de stempel 'de minst toeristvriendelijke stad' kreeg. Toeristen klagen over onbeleefde gidsen en obers, ze zouden weinig begrip hebben voor ‘buitenlanders’.
Dan valt mijn oog op het volgende: Een speciale handleiding gaat de inwoners van Parijs leren hoe ze toeristen moeten behandelen. Dat heeft de Franse hoofdstad besloten nadat ze de stempel 'de minst toeristvriendelijke stad' kreeg. Toeristen klagen over onbeleefde gidsen en obers, ze zouden weinig begrip hebben voor ‘buitenlanders’.
Dus
Parijs is wel of niet rolstoeltoegankelijk en veel inwoners zijn chagrijnige
eikels. Ach, ik zie wel. Hoe kan ik oordelen over de rolstoelonvriendelijkheid,
als ik er nog niet eens ben geweest? Laat ik er maar rekening mee houden dat
het tegenvalt, dan kan het alleen maar meevallen.
Nu, een
aantal weken later en een bezoek aan Parijs rijker, weet ik dat het een zeer
oude, mooie, grote en ook chaotische stad is. Vrijwel alle toeristische
attracties zijn toegankelijk voor mensen in een rolstoel. De meeste stoepen zijn
geasfalteerd en lopen op een straathoek bijna altijd schuin naar beneden af. En
dat de straten zelf allemaal uit hobbelige keitjes bestaan neem ik maar op de
koop toe.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten