dinsdag 27 oktober 2015

Hoes


″O ja, voordat jij jouw gang gaat en ik het straks vergeet, nog even het volgende: je mag alles onder handen nemen, behalve de schilderijen. Daar ben ik zuinig op. En ten tweede, als je mij hoort praten, moet jij je daar niet van aantrekken. Dan heb ik het tegen mijn computer. Ik leg het je maar even uit, voor het geval jij je mocht afvragen of ik een eind in de ruimte zit te lullen.″

Iedere woensdagmiddag is het partytime! Ook al is het slechts anderhalf uur, er wordt bij mij thuis schoongemaakt. De volgende ochtend volgt de andere helft. Laat ik er duidelijk over zijn dat dit natuurlijk geweldig is. Inderdaad heeft ieder nadeel zo zijn voordeel. Over het algemeen lig ik in mijn bed als mijn vaste kracht komt. Hij gaat zijn gang, ik val vaak in slaap. Maar vandaag niet, want hij is ziek. Sneu voor hem, jammer voor mij. Hij weet precies wat hij moet doen, ik heb aan drie woorden genoeg. De vrouw die hem komt vervangen ken ik niet. Het rustmoment neem ik wel op een later moment. Waarschijnlijk dus niet!

Na een korte kennismaking met de vrouw, nog geen 25 jaren jong, leg ik haar uit wat mijn verwachting is en waar alles staat. Zodra dit volgens mij duidelijk is en ik een mogelijk misverstand rond lullen in de ruimte heb voorkomen, duik ik achter mijn laptop. Dat ik dat doe is trouwens niet meer dan een gewoonte, waarbij ik ter plekke wel bedenk wat ik zal gaan doen. Schrijven, lezen, online puzzelen? Eerlijk gezegd kan ik ook niet bedenken wat een alternatief zou zijn. Weggaan kan niet en in kletsend achter haar aan rollen heb ik geen zin.

Het wordt lezen, want een poging om te gaan schrijven moet ik al vrij snel staken. Het nadeel – maar wat heet nadeel – als er iemand in huis loopt is dat de microfoon nou eenmaal alles hoort, niet alleen dat wat hij moet horen. Helemaal als er begonnen gaat worden aan het hoofdstuk stofzuigen. Vanaf dat moment wordt de generatiekloof tussen ons, die al overduidelijk was, nu nog duidelijker. Aan mij wordt gevraagd waar er een stopcontact is. Nu zijn er in mijn huis ettelijke punten hiertoe, maar ik neem haar deze vraag maar niet kwalijk.

Vlak achter haar hangen in een houder vijf elpeehoezen te pronken. Met mijn hoofd in de betreffende richting wijzend: ″Achter de onderste elpeehoes zit er eentje.″ De vrouw kijkt mij niet begrijpend aan en dan realiseer ik mij dat de lp een verre van vanzelfsprekend iets is voor haar. Met een glimlach vertel ik vol trots over elpees, cassettebandjes en een vorig tijdperk. Voorzichtig peil ik of zij nog ouders heeft om haar daarna erop te wijzen dat die misschien nog ergens hun vinylschijven hebben bewaard. Af en toe verwissel ik elpeehoezen in de betreffende houder. Ik heb al mijn elpees nog, zelfs nog een pick-up en ooit volgt er nog een platenavondje.

Over generatiekloof gesproken. Op een of andere manier moet ik denken aan toen ik voor het eerst een laptop kocht en mij afvroeg waar in hemelsnaam de diskette-ingang zat. USB? Had ik nog nooit van gehoord.

vrijdag 16 oktober 2015

Foto


Doe je voorzichtig? Vanuit de woonkamer wordt het Geert nog eens op het hart gedrukt dat naar buiten gaan in deze tijd niet zonder risico is. Op de stoep voor het huis kijkt de papa zijn kinderen nog eens indringend aan. ″Goed bij mij blijven hoor!″ Ze zien er uit als een plaatje. De haren strak gekamd en nette kleren aan. De jongste tilt hij op, dat gaat sneller.

Of het februari, juli of oktober is, ik weet het niet. Keihard feit is dat het al een paar jaar oorlog is. In de Generaal van der Plaatstraat te Breda wonen Geert en Ans den Hengst met hun kinderen Peter, Mary en Hans, respectievelijk 8, 4 en 2, of ongeveer. Die middag gaat Geert met de kinderen op pad naar de winkel van Nico Van Zijverden, een fotograaf. Het is druk op straat. Bijna iedereen loopt, want fietsen en auto’s ziet men nauwelijks. Die zijn ingevorderd door de bezetters en hun handlangers. Onderweg wordt het bewijs van oorlog geleverd door de vele Duitse soldaten die op straat lopen. Ruim een kwartier later bereiken ze het Van Coothplein. Daar, schuin tegenover de schouwburg Concordia, daar moeten ze zijn.

De foto van de drie kinderen Den Hengst hing op de slaapkamer van mijn opa en oma, in hun flat aan de Surinamelaan in Amersfoort. Drie losse portretten in een lijst van ongeveer 15 bij 40 centimeter. Het jaartal 1943 achterop geschreven, overduidelijk door opa Geert. Het was een museum gelijk. Overal waar het maar kon lag prullaria en stonden fotolijstjes. De muren hingen ook overvol met foto’s en schilderijen.

Ik was onder de indruk van de foto’s. Zelf was ik 6, 7, misschien 8 jaar en ontmoette door deze vereeuwiging mijn vader als leeftijdsgenoot. Minstens zo indrukwekkend vond ik het kleine jongetje rechts op de foto jongetje, die op dat moment al niet meer leefde. Hans den Hengst overleed in 1968 na een verkeersongeluk in Nigeria, 27 jaar jong.

Onlangs kwamen mijn ouders, tijdens het opruimen van hun zolder, de fotolijst weer tegen. Of ik hem wilde hebben? Natuurlijk, graag! ″Maar pa, waarom lieten opa en oma juist midden in de oorlog jullie vastleggen?″ Dat hij dat niet meer weet is natuurlijk niet zo verwonderlijk, het gaat immers om een voorval van 72 jaar geleden.

″Het zou kunnen zijn dat het van de fotograaf een wederdienst is geweest. Mijn vader werkte als vertegenwoordiger in veevoederproducten bij de oliefabrieken van CalvĂ©-Delft in Delft. Ook tijdens de eerste jaren van de oorlog, zo goed en zo kwaad als dat nog ging in die jaren. Hij had veel contacten met boerenbedrijven in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. Wellicht had hij iets kunnen ritselen, want daar was hij goed in. Boter of graan, om brood van te laten bakken. Altijd aanmerkelijk smakelijker dan het toenmalige bakkersbrood. Of het hield verband met het verzet of onderduikmogelijkheden. Misschien, het zou zo maar kunnen.″

Ook mogelijk is dat Geert en Ans nog een laatste foto van de drie kinderen wilden hebben vanuit het motief: het gezin is nu nog compleet.

Ik zit achter mijn laptop, als ik naar rechts kijk word ik aangestaard door drie onschuldige koppies.