dinsdag 29 maart 2016

Koor


″Jazeker, toen zat ik er nog bij. Sterker nog, ik was nog niet eens zo lang lid. Ik sta daar aan de achterkant van de vleugel.″ Volgens mij had ik daar een oranje shirt aan, maar ik moet het doen met de herinnering, want we kijken naar een zwartwit foto. Het podium is nog leeg, over een paar minuten begint het optreden. Op het scherm daarachter wordt een eerste foto van het gezelschap geprojecteerd. Misschien wel de eerste foto ever!

De zaal zit vol, ongeveer 100 mensen vermoed ik. Zo’n drie meter daarachter en anderhalve meter hoger zit ik. De zogenaamde kuil waarin het podium zich bevindt en de stoelen staan opgesteld, kan alleen met een trap bereikt worden. Jammer, helaas! Een kennis van destijds blijft naast mij zitten. Kijkend naar de eerste foto halen we enkele herinneringen op. Zij vraagt of ik ook op de foto sta.

″Wat? Ik? Bij de Valse Kraaien zeker?″ Zojuist heeft mijn moeder aan mij voorgesteld of zingen in een koor niet wat voor mij is. Het is ergens in het voorjaar van 2003. Hoe zij erop kwam weet ik niet meer. Wat ik wel weet is dat ik al een tijd met een flinke frustratie rondliep. Sporten, wat ik altijd graag deed, zat er nauwelijks meer in. En zo kwam mijn moeder dit alternatief aanreiken. Officieel was de Multiple Sclerose een kleine vijf jaar bij mij bekend, officieus waren het waarschijnlijk drie of vier keer zoveel jaren. Minstens de helft van mijn leven al. Op dat moment was ik 33 en toen ik 17 was had ik mijn eerste schub, verlamming.

Het moment van die eerste foto kan ik mij nog herinneren. Of het confronterend is, in vergelijking met hoe ik er nu bij zit? Ja, behoorlijk! Tja, het kan verkeren. De groepsfoto was voor op de voorkant van onze cd. Het was 2004, het koor bestond zeveneneenhalf jaar. De volgende foto is meteen de laatste waar ik op sta. In een oude kerk in het centrum van Zwolle treden we op ter ere van ons tienjarig bestaan in 2006. Ik sta daar in het midden vooraan, of zit eigenlijk. Ik had een barkruk onder mijn kont.

Het moge ondertussen duidelijk zijn dat ik niet direct om was, maar een paar weken later was de aanvankelijke weerstand omgeslagen in een lichtelijk enthousiasme en startte ik zowaar toch met speuren in een gemeentegids. Zouden er in Zwolle ook Geertvriendelijke koren bestaan? Internet, een computer überhaupt, het was nog niet zo vanzelfsprekend, in ieder geval niet in mijn leven. Vandaar dat er nog een good-old papieren gemeentegids werd geraadpleegd.

En zo gebeurde het dat ik, in de functie van tenor, officieel lid was van koor ′De Koor′. Pop, klassiek, Nederlandstalig, wereldmuziek, we zongen allerlei genres. Zingen is leuk, was leuk. Meestal dan, want soms moesten wij als tenoren heel hoog zingen. California Dreamin′ van The Mamas & The Papas, hoe mooi het nummer ook, het zingen vond ik afschuwelijk! Na drie jaren stopte ik ermee, de lol was er vanaf. Ik kon nauwelijks meer staan.

Onlangs ging ik naar een optreden. ′De Koor′ bestond 20 jaar. Mooie herinneringen.

zaterdag 19 maart 2016

Griepbegrip


Of ik mij ooit verheven heb gevoeld boven hen die ’slechts’ slachtoffer waren van een tijdelijke Influenza. Nee, echt niet! Dergelijke Übermensch-neigingen zijn mij gelukkig absoluut vreemd. Daarna was echter de vraag of ik die eenvoudige, doch halsstarrige griep en hen die dit recentelijk hebben moeten ondergaan, wellicht niet serieus heb genomen. Met een redelijke stelligheid kan ik dat ook tegenspreken. Absoluut! Hoewel?

Mocht ik de indruk wekken dat ik mijzelf wil vrijpleiten van hooghartigheid, dan klopt dat! Maar tegelijkertijd sta ik overduidelijk ook in een redelijke dubio betreffende mijn empathie. Waarom? Door een flinke confrontatie met de werkelijkheid ben ik namelijk aan mijn oprechtheid gaan twijfelen. Het kan zijn dat ik door de MS-ellenden van de laatste jaren op bepaalde punten enige objectiviteit, noem het realiteitszin ben verloren. Of maak ik mij druk om niets en is hier misschien gewoon sprake van de waarheid Onbekend maakt onbemind?

Opeens werd mij duidelijk dat ik altijd te lichtzinnig heb gedacht over het kwaad dat griep heet. Met de kennis van nu weet ik wel beter. Griep was in mijn ogen te overzien, bijna verwaarloosbaar. Onlangs was ik zelf door dezelfde oorzaak aan het bed gekluisterd. Met alles erop en eraan: koorts, hoofdpijn, zweten en beroerd voelen. Mannen schijnen snel te klagen, maar dit was serieus heftig! Al zeg ik het zelf. De hele dag op bed liggend bleven zinvolle gedachtegangen uit. Ik kon alleen denken aan slapen en mijzelf beter wensen.

ik ben wel wat gewend met langdurig op bed liggen. Als de rolstoel weer eens gerepareerd of aangepast moet worden, kent Geert zijn plaats. Leuk is anders maar ik doorsta de tijd wel. Echter, gedurende die recente griep was er bij mij weinig mogelijkheid tot helder denken te bespeuren. Behalve op dat ene moment. Ik ging het mij realiseren en daarop schuldig voelen.

Overigens ben ik tot op de dag van vandaag niet volledig zeker van mijn zaak, of ik mij daadwerkelijk zo verlaagt heb. Wat ik wel weet is dat ik mij, ondanks flinke beneveling door de bijverschijnselen, realiseerde dat ik welke vorm van griep dan ook altijd flink onderschat heb. Hierbij dien ik mezelf wel enigszins in bescherming te nemen. Misschien lag ik door diezelfde beneveling wel te ijlen en haalde ik mij allerlei onwaarheden in het hoofd.

Laat ik het maar op onwetendheid houden, noem het onnozelheid. Ik kan mij niet meer herinneren dat ik op die manier ooit zo ziek ben geweest. Dat was in ieder geval lang, lang geleden. Maar ik ben toch altijd ziek? Nee hoor! Ja, ik heb MS, maar ben je dan ziek? Zelf ervaar ik dat niet zo, hoewel ik wellicht hierbij anderen voor het hoofd stoot. MS is zo individueel, qua verloop, qua uiting, qua medicijngebruik en kennelijk ook qua beleving.

Dus misschien heb ik de laatste jaren een flink aantal mensen tekort gedaan, niet serieus genomen met het hebben van een griep. Ik heb dit keihard ziek zijn waarschijnlijk iets te vaak afgedaan als iets kleins, iets wat snel weer overwaait. Ongeveer gelijk aan het kaliber verkoudheid. Tegen die mensen zeg ik maar sorry!

Nu weet ik wel beter!

woensdag 2 maart 2016

Pech


Met een beetje fantasie voelde ik mij één met Leonardo DiCaprio. Hierbij gelet op de kou, honger en meer van dat soort tegenslagen welke hem even daarvoor op het witte doek waren overkomen. Echter, de ontberingen die ik in dit kleine uurtje moest ondergaan waren vele gradaties minder heftig. In mijn geval ging het om domme pech en een lekkere trek. Koud was het wel!

Die ochtend stelde ik aan mijzelf voor om naar het filmhuis te gaan. Met wie en welke film moest nog gaan blijken. Een uitslaper ben ik niet, dus na het openen van mijn ogen had ik al vrij snel om assistentie gevraagd. Hierop wachtend, nam ik alvast de plannen voor die dag door. Daarmee was ik snel klaar, want het komende etmaal was nog volledig blanco.

Voor wie The Revenant nog niet kent: Leonardo speelt een pelshandelaar die ternauwernood een aanval van een grizzlybeer overleeft. Niet veel later wordt hij voor dood achtergelaten door een niet zo vriendelijke metgezel. Daarna volgt een tocht naar de bewoonde wereld, vol kou, honger, strijd, gevaar en wraak.

We slaken een zucht en kijken elkaar aan. Wat een indrukwekkend verhaal! Wel een tikkeltje langdradig en een beetje glad einde. Hoezo? Oordeel zelf! Die ochtend gokte ik er met succes op dat mijn vader deze film wel mooi zou vinden. In de loop van de middag zagen wij elkaar. Beetje kletsen, filmpje kijken, altijd gezellig. Na afloop, rond zevenen, ging ik weer richting de bus om naar huis te gaan. Sinds enkele maanden zijn een aantal buslijnen helaas uit het stadscentrum verbannen. Waar ik eerst nog vanuit het filmhuis binnen 5 minuten bij de bushalte was, is het nu wat verder. Die paar minuten extra maakt mij niet uit, maar dat ik nu dwars door de stad moet met die egale straten, niet dus, des te meer.

Door al die hobbels in de weg is het iedere keer opnieuw een klote stuk. Maar dat is vanavond niet de grootste kwelling. Al vrij snel kom ik langs het Swolsch Friethuys. Daar hebben ze pas echt lekkere friet. Terwijl ik er langs rij, slik ik maar even. Nu heb ik zin in snacken. Maar helaas, ik ben alleen. Daarna volgen nog een enkele foute-vette-hap-locaties met bijbehorende slik-helaas-momenten.

Als ik ruim 10 minuten later bij de bushalte kom, dien ik nog 18 minuten te wachten. Beetje balen met die kou, maar het is te overzien. Maar kakkerdekak! Als de bus eindelijk komt aanrijden zie ik wat ikniet wil zien Er staat al een rolstoel op ‘mijn’ plek. De achterdeuren van de bus sissen uiteen. Een goed bedoelende man gooit de oprijplaat al naar buiten en nodigt me uit om naar binnen te rijden. Maar ik blijf staan.

De dame in de rolstoel kijkt mij aan en haalt de schouders op. Ik zie geen mededogen, noch een poging om mij ook een plek te geven. Dat mag ik haar ook niet kwalijk nemen, maar dat doe ik stiekem wel. Het is een bekeken zaak is besef ik en de chauffeur beaamt mijn gedachten: twee rolstoelers meenemen mag niet. Ik zal moeten wachten op de volgende bus, slechts 30 minuten.

Vette pech!
What do you want to do ?
New mail
What do you want to do ?
New mail