vrijdag 31 mei 2019

Pilletje

Onlangs mocht ik in Hellevoetsluis inschepen op de Lutgerdina. Het nationale MS-fonds organiseert jaarlijks voor lotgenoten enkele meerdaagse zeilactiviteiten. Samenzijn, ontspannen, misschien de realiteit even ontvluchten, sparren, maar in ieder geval zeilen.

Eerdere ervaring met de Lut waren mij voor 75% goed bevallen. Bovendeks is het geweldig en benedendeks ook, tot op de helft dan. Als mijn rolstoel en ik uit een zeer propperig liftje worden bevrijd en ik daarna de keuken en het eetgedeelte achter mij laat, leiden twee klapdeuren naar het poppenhuis gedeelte met slaapruimtes. Die laatste 25% moet ik mijn verstand maar op nul zetten. Hoe gaaf het zeilen ook is, na de vorige keer zou er geen vervolg komen.

Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Bij het zien van de aankondiging twijfelde ik niet en sloeg mijn slag. Iets beter lezen was wel zo verstandig geweest. De Lut ligt meestal in Enkhuizen, maar net in die periode in Hellevoetsluis. Geen wereldramp natuurlijk, wel een pokkeneind rijden.

Mijn stem weigert nogal eens, toch ben ik zeker een mensenmens. Ook lotgenotencontact schuw ik niet. Toch ben ik daarbij wel eens wat huiverig. Niet om te luisteren, vragen of vertellen, wel om onzekerheid te verspreiden. Zoals bij mij herinneringen boven komen, wanneer ik lotgenoten zie waggelen, zo zou ik met mijn passieve lijf twijfel betreffende een mogelijke toekomst kunnen zaaien. Maar weet, ik ben absoluut niet de enige waarheid.

Een bijzonder moment ervaarde ik op een terras in Zierikzee, toen ik die ene vraag in de groep gooide. Stel, er wordt een pilletje uitgevonden waardoor je morgen weer helemaal beter bent. Hap jij toe? Natuurlijk wil je weer jouw oude leven terug. Toch? Of niet?

Geloof het of niet, ziek zijn heeft mij ook veel moois gebracht. Zo kwam door mijn beperking ook het zeilen in mijn leven, onderwijl een jaarlijkse vanzelfsprekendheid. Eigenlijk gewoon onmisbaar! Aan boord vertelde iemand soortgelijk over zitskiën en onderwijl is hij zelfs ski-instructeur. Hoe geweldig!

Zeilen, ik snap het wel, maar ook weer niet. Dat ik enige tijd met mijn kin het roer van de Lut mocht overnemen zal mij niet zijn toevertrouwd vanwege mijn kunde. Wel was het mijn wens om ook actief deel te nemen aan het zeilen, grenzen opzoekend.

Een van de deelnemers had zich gestort op het leggen van scheepsknopen. Zij creëerde voor allemansvriend Geert een stukje ’allemanseind’. Hierover las ik verschillende verhalen. Het zou een rijkelijk versierd stuk touw zijn, dienend als klepel van een scheepsbel. Maar ook een knoop aan het einde van een lang touw, bungelend in zee. Na het overboord poepen gebruikte men het ‘allemanseind’ om de billen schoon te vegen, waarna het touw weer terug in zee werd gegooid. Door het zoute zeewater bleef dit uiteinde mooi schoon.

Een andere traditie liet niet lang op zich wachten. Twee dagen na thuiskomst mocht ik weer eens naar het ziekenhuis. Flinke koorts, slappehap, blaasontsteking. Toen ik klaar was om het ziekenhuis te verlaten, vond de arts dat dus niet. Eerst moest duidelijk worden welke antibiotica mij de baas zou zijn.

Daarna kon ik thuis via een doosje pilletjes weer aansterken en hopen op nooit meer terugkomen.Tegen beter weten in.


vrijdag 10 mei 2019

Zomaar


Of het bijzonder mag worden genoemd? Het is niet niks, hoewel ik weet dat 50 jaar worden in feite de gewoonste zaak van de wereld is. Het gaat immers geheel vanzelf. Toch, dat dit zeker geen vanzelfsprekend is kunnen al die nabestaanden beamen.

Er zijn ondertussen genoeg naasten en bekenden uit mijn omgeving die deze mijlpaal gepasseerd hebben. Zodoende heb ik menigmaal kunnen horen over de impact van dit getal. Groot of klein, deze zal niet letterlijk zijn, want de volgende dag gaat het leven gewoon weer door. Maar ook al geloof ik deze opmerkingen uiteraard meteen, enig gevoel daarbij heb ik niet. Nog niet!

Pas had ik een feestje. Goede vriend Eelco werd 50! Jeetje, nu kwam het toch wel heel erg dichtbij. Sterker nog, volgend jaar ben ik aan de beurt. Miljarden mensen gingen mij voor, dus het zal te doen zijn. Wat was het leuk! Zeker om hen die ik vaker daar tref, die met de vriendschap meegroeien, weer te zien. Bijzonder was de ene foto die Eelco onlangs had ontdekt. Met mijn gezinnetje daar op visite, 16 jaar geleden. Wat zag ik eruit, zo slank, zo anders!

De taxi terug was dan wel op tijd, maar eigenlijk veel te vroeg. Onderweg nam ik mij stellig voor om de volgende dag maar eens thuis te blijven. De ochtend daarop begin ik enthousiast met bloggen. Eindelijk kan ik eens zwetsen over iets luchtigs waar ik mee te maken krijg. 50 worden is immers leuker dan tegenslag, geklaag of anderzijds ellende van Geert. Dat ik snoeihard zou worden ingehaald door de feiten zou blijken.

Na online het programma nog eens te hebben bekeken, besloot ik om ‘s middags toch nog maar even naar het bevrijdingsfestival te gaan. Het in zijn geheel niet meer bij mij passende woordje ‘even’ had ik beter niet kunnen gebruiken. Maar enig verstand ontbrak mij op dat moment compleet. Bij de bushalte voor mijn huis volgde al een eerste domper. Bril vergeten, dan maar zonder.

Waar ik overtuigd was van wel, ging deze bus vanaf het station helaas toch niet verder. De keuze was òf een halfuur wachten òf met de rolstoel mijn weg vervolgen. Optie drie, met een andere lijn, was de juiste keuze geweest, maar dat bleek pas de volgende dag toen ik online ontdekte dat mijn gelijk een hersenkronkel was.

De motivatie voor het bevrijdingsfestival was al danig geslonken, maar opgegeven en dus teruggaan was mijn eer te na. Halverwege raakte door vermoeidheid en de mierenhoop om mij heen het frustratievat vol en keerde ik, behoorlijk gefrustreerd, alsnog om. Al met al kwam ik twee uren na vertrek weer thuis. Dat dit mazzel zo zou zijn moest ik nog gaan ontdekken.

Als ik later assistentie in huis heb om mij met avondeten te helpen, hoor ik opeens een knal, gevolgd door een geruis. Dat dit niet mijn televisie is, mijn eerste gedachte, blijkt als de adl’er geschrokken concludeert dat het een razendsnel groeiende plas water is in de gang en belendende kamers. Een gesprongen waterleiding. Zomaar!

Na het sluiten van de hoofdkraan kijk ik gelaten het tafereel aan. Wat nu? Het komt vast wel weer goed.