Eerdere
ervaring met de Lut waren mij voor 75% goed bevallen. Bovendeks is het geweldig
en benedendeks ook, tot op de helft dan. Als mijn rolstoel en ik uit een zeer
propperig liftje worden bevrijd en ik daarna de keuken en het eetgedeelte
achter mij laat, leiden twee klapdeuren naar het poppenhuis gedeelte met
slaapruimtes. Die laatste 25% moet ik mijn verstand maar op nul zetten. Hoe
gaaf het zeilen ook is, na de vorige keer zou er geen vervolg komen.
Maar
het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Bij het zien van de aankondiging
twijfelde ik niet en sloeg mijn slag. Iets beter lezen was wel zo verstandig
geweest. De Lut ligt meestal in Enkhuizen, maar net in die periode in Hellevoetsluis.
Geen wereldramp natuurlijk, wel een pokkeneind rijden.
Mijn
stem weigert nogal eens, toch ben ik zeker een mensenmens. Ook lotgenotencontact
schuw ik niet. Toch ben ik daarbij wel eens wat huiverig. Niet om te luisteren,
vragen of vertellen, wel om onzekerheid te verspreiden. Zoals bij mij herinneringen
boven komen, wanneer ik lotgenoten zie waggelen, zo zou ik met mijn passieve
lijf twijfel betreffende een mogelijke toekomst kunnen zaaien. Maar weet, ik
ben absoluut niet de enige waarheid.
Een
bijzonder moment ervaarde ik op een terras in Zierikzee, toen ik die ene vraag
in de groep gooide. Stel, er wordt een pilletje uitgevonden waardoor je morgen
weer helemaal beter bent. Hap jij toe? Natuurlijk wil je weer jouw oude leven
terug. Toch? Of niet?
Geloof
het of niet, ziek zijn heeft mij ook veel moois gebracht. Zo kwam door mijn
beperking ook het zeilen in mijn leven, onderwijl een jaarlijkse
vanzelfsprekendheid. Eigenlijk gewoon onmisbaar! Aan boord vertelde iemand soortgelijk
over zitskiën en onderwijl is hij zelfs ski-instructeur. Hoe geweldig!
Zeilen,
ik snap het wel, maar ook weer niet. Dat ik enige tijd met mijn kin het roer
van de Lut mocht overnemen zal mij niet zijn toevertrouwd vanwege mijn kunde.
Wel was het mijn wens om ook actief deel te nemen aan het zeilen, grenzen
opzoekend.
Een
van de deelnemers had zich gestort op het leggen van scheepsknopen. Zij
creëerde voor allemansvriend Geert een stukje ’allemanseind’. Hierover las ik verschillende
verhalen. Het zou een rijkelijk versierd stuk touw zijn,
dienend als klepel van een scheepsbel.
Maar ook een knoop aan het einde van een lang touw, bungelend in zee. Na het overboord poepen gebruikte men het ‘allemanseind’ om de billen schoon te vegen, waarna
het touw weer terug in zee werd gegooid. Door het zoute zeewater bleef dit uiteinde
mooi schoon.
Een
andere traditie liet niet lang op zich wachten. Twee dagen na thuiskomst mocht
ik weer eens naar het ziekenhuis. Flinke koorts, slappehap, blaasontsteking. Toen
ik klaar was om het ziekenhuis te verlaten, vond de arts dat dus niet. Eerst
moest duidelijk worden welke antibiotica mij de baas zou zijn.
Daarna
kon ik thuis via een doosje pilletjes weer aansterken en hopen op nooit meer terugkomen.Tegen
beter weten in.