De gedachte was er opeens. Mijn lichaam was op bed in horizontale positie, maar van enige associatie met lekker liggen was dus totaal geen sprake.
Aan beide zijden van mijn bed staat iemand om mij te helpen met aankleden. Dat betekent dat ik enkele malen heen en weer word gerold om broek, onderbroek en eventueel incontinentiemateriaal over mijn achterste te trekken, voordat ik met de tillift in de rolstoel wordt geplaatst. De basis, een T-shirt, werd al in de douchetoiletstoel bij mij aangebracht.
Zojuist heb ik dus gedoucht. Dat was eigenlijk wel nodig. Misschien ook vanwege een ochtend meur, sowieso om terug op aarde de komen. De avond daarvoor had ik meegedaan aan een whiskey-avond. Al had ik tussendoor steeds wat water gedronken en de nodige happerij naar binnen gewerkt, het woord brak durf ik wel te gebruiken.
Hoe dan ook, op bed word ik op mijn linkerzij gedraaid en op dat moment komt de gedachte opzetten. Kakkerdekak, wat doe ik hier? Waarom, waarom, waarom? Oftewel, plots baal van mijn beperking en dat eeuwige geouwehoer van altijd afhankelijk zijn. Toegegeven, laat ik het maar een klein beetje zelfmedelijden noemen. Anderen zouden eens moeten zien hoe ik op bed mij hieraan moet overgeven. Begrijp mij goed, met alle respect en dankbaarheid naar de assistentie verlenende medewerkers. Die brakke kop van dat moment heeft hier nu niets mee te merken. Toch?
Na binnen een paar seconden - inmiddels ben ik al op mijn andere zijde gerold en lig ik op mijn rug - staan mijn gedachten weer op standje realiteit. Dankzij het nodige relativeringsvermogen mag ik even flink balen, maar moet ik ook beseffen dat ik het gelet op de omstandigheden nog helemaal niet zo slecht heb. Niet veel later leef ik weer gewoon mijn eigen leven en doe de dingen die ik wel kan. Maar die flits van negativiteit, teleurstelling, heeft wel indruk gemaakt. Serieus, dat gebeurt mij niet vaak.
Twee dagen later ga ik samen met mijn neef ‘s avonds naar het theater, naar cabaretier Daniel Arends. Regelmatig zo’n bezoek aan theater of concert, dit is feitelijk weer eens een bewijs dat mijn leven lang niet slecht is. We pakken de stadsbus om daarna het laatste stukje te lopen.
Gedurende de avond blijkt mijn rolstoel niet meer te doen wat ik wil. Het besturen door iemand anders kon gelukkig nog prima, maar het zelfstandig bedienen van de rolstoel lukt dus niet. Waarom? Absoluut geen idee. Recentelijk was deze werkweigering mij wel vaker overkomen, maar dan bleek een van de tig stekkertjes los te zitten. Balen, voor even kansloos, maar toch nog te overzien. Hoe langer mijn neef zoekt, hoe meer ik vrees nu echt een groot probleem te hebben. Zowel de zwenkarm met kin-joystick als de knoppen bij mijn hoofd waren inmiddels buiten mijn controle. Eenmaal thuis kon ik dankzij de geweldige voorstelling de meeste negativiteit onderdrukken.
De volgende ochtend kon een eerste monteur niets vinden tussen de abracadabra achterop mijn rolstoel. Na dus maar een dag op bed liggen hoor ik ‘s middags een van een tweede monteur wat er besteld moest worden. Het probleem kon tijdelijk worden verholpen.
Ook aan relativeren zit een grens.
Ha GeertJan
BeantwoordenVerwijderenLeuke voorstelling én alweer eigen avontuur erbij.
PS hoe kom je in de stadsbus joh?