Oei, ik moet opschieten! Volgens de dienstregeling komt de bus over 6 minuten. Maar de ervaring heeft mij ondertussen geleerd dat ik daar niet zomaar op vertrouwen mag. Regeren is vooruitzien, dus een half uur geleden vroeg ik al om hulp. Ik zou immers graag voorzien van een gepoetst gebit en een jas dragend op pad gaan. Maar op dat moment ben ik helaas niet de enige hulpbehoevende onder mijn concullega’s bij Fokus. Er wordt een kwartiertje geduld van mij gevraagd.
Eenmaal klaar snel ik naar buiten, richting de lift. Controleren
of de voordeur zich achter mij weer sluit doe ik niet, want 999 van de 1000
keer gebeurt dat toch wel. Hoewel het mij een aantal maanden geleden overkwam
dat terugkomend van het boodschappen doen de voordeur gewoon nog open stond. Een
verklaring? Zeg het maar. Er volgt een implosie wanneer ik bemerk dat de lift
op verdieping drie stilstaat. Ik hoor voetstappen de lift in- en uitlopen. Er
is iets van een verhuizing gaande of men heeft flink gehamsterd. De tijd tikt en
in gedachten zie ik ‘mijn’ bus voorbijrijden. Enigszins onrealistisch vraag ik
me af waarom er destijds maar één klotelift is geplaatst in dit klotegebouw!
Als 5 minuten later, of misschien waren het slechts 120
trage seconden, op de begane grond de liftdeur zich zal gaan openen, prepareer
ik mij om het hokje uit te schieten. Auw! Gloeiende… Ik maak een valse start,
wil iets te snel. De deur van de lift is trager dan ik dacht en mijn linker
schoen botst tegen de nog openschuivende deur. Het gevolg is dat mijn voet wordt
meegetrokken en zeker 65 graden naar links draait. De flexibiliteit van mijn
lichaam laat de laatste jaren nogal wat te wensen over.
Het bushokje is niet verlaten. Er zit iemand op het
bankje te wachten, of misschien wel flink te balen? Wellicht heeft dit persoon zojuist
de achterkant van de bus in de verte kleiner zien worden. Maar hoe het ook zij,
druk maken heeft geen zin en in alle rust kan ik de bushalte benaderen. Als ik
de oprit naar de halte wil nemen, word ik tot stilstand gedwongen. Iets van het
midden ligt een uitwerpsel, formaat knakworst. Het doet mij ten tweeden male imploderen.
Een beetje hondenbezitter heeft toch minstens een paar hersencellen? De
bushalte ligt binnen een strook gras van zeker 40 bij 3 meter. De honden in de
buurt mogen sowieso niet klagen qua hoeveelheid schijtgroen. Hoe kan het dan
gebeuren dat net op dat opritje van 80 centimeter breed een drol wordt
gedeponeerd.
Al snel moet ik omschakelen, want daar komt de bus. Ja-knikkend
zoek ik contact met de chauffeur. Nadat de achterste deuren opengaan, blijft
het echter stil. Door de ramen heen bemerk ik geen activiteit, behalve dan de
persoon uit het bushokje die ergens voorin plaatsneemt. Er zal toch iemand moetenkomen om de oprijplaat naar buiten te gooien. Ik word aangestaard door enkele
passagiers. En de buschauffeur? Die rekent op barmhartigheid onder zijn
passagiers. Pas als ik de vraag naar binnen gooi of iemand mij kan helpen komt
hijzelf maar in actie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten