woensdag 10 augustus 2016

Perfect


″Wasdattan?″ Met de ogen gericht op het bootje, probeert de jongen zijn vader verduidelijking te ontfutselen. Maar verder als: ″dat vraag ik mij ook af, jongen″ komt deze niet. Als zijn vader het al niet weet, hoe groot zal dan de verbazing zijn bij de zoon.

Even daarvoor werd zijn aandacht al door mijn verschijning getrokken. Vanaf hun zeilboot gaapt nu ook zijn vader mij na. Ze zien een klein bootje met één zeil. De fok ontbreekt. Verder niets bijzonders zou je zeggen. Maar wat zich in de Kuip van dat bootje bevindt des te meer. Het is een van die afstand niet nader te verklaren constructie. Daarbovenuit torent een pet uit met daaronder een zonnebril en er zit een of ander soort zwart pookje tegen de kin aan. Het hoofd maakt allerlei rare bewegingen en trekt gekke bekken. Ook opvallend, het lijkt wel of er geen armen bij dit hoofd horen.

Voor de duidelijkheid, die jongen en zijn vader, ze bestaan niet. Misschien ook wel, maar in dit schrijven zijn ze fictief. Wat ze zagen is werkelijkheid. Ik probeer me voor te stellen hoe het eruitziet als men mij in mijn eentje ziet zeilen. Nadat ik met een tillift in de boot ben geplaatst, word ik totaal gefixeerd. Immers, rompbalans 0,0! Ieder stukje loze ruimte wordt volgepropt. Daartoe is er een scala aan kussens. Allereerst wordt ik gesandwicht door twee kolossale lederen kussens, afkomstig van wat ooit een waarschijnlijk foeilelijk bankstel was.

Onlangs had ik mijn jaarlijkse week zeilen, een van de vanzelfsprekendheid in mijn leven. Vlak na aankomst, bij het voorstellen, floepte het er uit: ″Ik heb actief deelnemen aan het zeilen en zo mogelijk solozeilen als hoofddoel gesteld.″ De afgelopen jaargangen deed ik iedere keer een dergelijke uitspraak. Echter, ik had mij voorgenomen om mijn doel niet openlijk uit te spreken. Waarom? Bescheidenheid? Eerder het vermoeden dat men ondertussen dit voornemen wel van mij wist.

Het werd een geweldige week. Met ideaal zeilweer en spectaculaire avonturen op de verschillende boten. Noem het een vooruitziende blik, het had kennelijk zo moeten zijn. Waar ik in de afgelopen jaren naar een climax toewerkte en solozeilen pas in de loop van de week aan mijzelf toestond, koos ik er ditmaal voor om al op maandag stoer te gaan doen. Wat bleek echter? Gedurende de week wakkerde de wind steeds meer aan. Dusdanig dat varen in ′mijn′ zeeleeuw niet meer werd toegestaan. Lucky me! Ook al heb ik ondertussen wel geleerd om met tegenslag om te gaan, de teleurstelling zou groot zijn geweest als het solozeilen niet door had kunnen gaan.

Op dat moment, die maandag in de Zeeleeuw, beleefde ik een waar geluksmoment. Een bijna wolkeloos, blauw plafond, een zonnetje en meer dan genoeg wind. Ook al werd ik links en rechts geregeld ingehaald door grotere boten, voor mijn gevoel ging ik best wel snel. Maar belangrijker, ik zit alleen en dat is heerlijk. Hoewel zeilers elkaar altijd groeten en flink aanstaren, heb ik het idee dat dat ik nogal de aandacht trek. Maar misschien zit ik er naast. Ik ben in ieder geval trots op mezelf.

Waarschijnlijk hoorde niemand mijn vreugdekreten!

1 opmerking:

  1. Lieve Geert
    Weer super mooi geschreven. Ik krijg het volledige gevoel wat je bedoeld. De stralende foto op facebook is fantastisch. En ja, ik heb je zeker zien genieten. Je gevoel en je stralende ogen waren prachtig om te ervaren. Je hebt er echt van genoten. Dat heb ik echt gevoeld en gemerkt. Mijn logje over de zeilweek komt zondag. Dan ben ik thuis. Maar jou verhaal brengt het gevoel en jou intense maakt me een heel gelukkig meisje.

    Bedankt voor een fantastische week kanjer.
    Liefs Anja

    BeantwoordenVerwijderen