Hoewel
ik mijn ogen van pijn dicht wil doen, maar van schrik juist wijd open houd,
weet ik eigenlijk niet waar ik naar kijk. Zo kan ik ook niet zien dat zij die
drie meter verderop in mijn woonkamer staat, flink geschrokken en hevig
twijfelent naar mij kijkt.
Zo’n
twintig seconden daarvoor kwam ik vanuit mijn slaapkamer de woonkamer binnen
rollen. Daar was ik door haar, een nieuwe medewerkster bij Fokus, geholpen met
het legen van mijn urinezak. Een handeling die in mijn geval overal in huis zou
kunnen plaatsvinden, maar voor de vorm eigenlijk altijd in mijn slaapkamer
plaatsvindt. Maar dat terzijde!
Het
afwateren was de afsluiting van een korte reeks aan verzoeken die ik het
afgelopen half uur op haar heb afgevuurd. Bij haar binnenkomst begon het met de
vraag of zij mij wat water wilde inschenken. In mijn geval betekent dat
standaard twee grote glazen vol schenken. Daarna vroeg ik haar of zij mijn eten
wilde opwarmen en onderwijl was fruit wilde schoonmaken, om mij daarna beide
toe te dienen. Waarschijnlijk heb ik tussendoor, mierenneuker als ik soms kan
zijn, ook nog enkele onnozele verzoeken aan haar gedaan. Afsluitend volgde dus
de slaapkamerscène.
Het
kan gewoon niet anders of bovenstaande wordt door de gemiddelde lezer bestempeld
als een verre van interessant verhaal. Het saaie karakter geeft de sfeer aan
die er op dat moment in mijn appartement heerste. Een niets-aan-het-handje,
alledaagse stemming. Niet meer, niet minder! Dat uit het niets de pijn plots door
mijn kaak scheurde, verklaart dat de schrik minstens zo groot als de pijn was.
Terwijl
ik zat te kermen, werd er gevraagd of zij in deze situatie wat voor mij kon
betekenen. Nee dus en ik kon haar ook niet even uitleggen waarom ik mij zo gedroeg.
Haar vraag was of zij dit door haar onkunde wellicht had veroorzaakt. Dit kon
ik ontkrachten, maar omdat ik aansluitend haar verzocht mij alleen te laten, weet
ik niet of zij gerustgesteld was.
Een
minder belangrijke, maar niet meer te vermijden bijkomstigheid was dat ik even
later de deurbel zou kunnen verwachten. Er zouden twee mensen langskomen voor
een gesprek, betreffende een artikel wat ik zou gaan schrijven voor in de Vinexpress,
de wijkkrant voor Stadshagen. Betraande ogen zijn niet iets om je voor te
schamen, maar desondanks hoopte ik dròog het gesprek aan te gaan.
Het
kwartiertje tussen vertrek van de één en
in het aanbellen van de aanstaande tafelgenoten heb ik flink zitten brullen.
Vanwege de pijn, hoewel die ondertussen alweer achterwege was, maar
waarschijnlijk nog meer vanwege de schrik. Toen de twee bezoekers binnen waren
wilde ik hen ik hen eerst maar even uitleggen waarom ik rood omrande ogen had.
Maar dat werd meteen duidelijk toen ik weer in huilen uitbarstte. De twee
gasten waren beduusd, maar begripvol. Daarna hebben we nog een leuk gesprek
gehad
Onderwijl,
enkele dagen later, heb ik nauwelijks last meer gehad van de zenuwpijnen; hooguit enkele
speldenprikken. Maar wel is er voortdurend angst. Bij tandenpoetsen, eten,
alles!
En dan elke keer weer de schrik. Zenuwpijnen zijn ellendig!
BeantwoordenVerwijderen