Die eerste dag kon ik niet skiën. ‘s Ochtends deed ik mee met het priksleeën. Zittend op een soort van slee over een langlaufroute, waarbij iemand vooruitkomt met behulp van korte skistokken of, zoals ik, wordt geduwd.
Toen het tijd was voor project Geert tilden acht sterke armen mij omhoog en werd mijn rolstoel vervangen door een slee. Maar al zat ik comfortabel, mijn benen moesten wel worden verankerd. Op dat moment waren zes van de acht armen weer vertrokken. Dus toen door een spasme in mijn lichaam, door het aan mijn benen zitten, de slee kantelde was er geen redden aan. Met mijn hoofd knalde ik keihard op de sneeuw, eerder ijs. Had ik nu maar mijn helm opgedaan toen ik daarover twijfelde. Eenmaal weer rechtop leek de schade gelukkig mee te vallen, maar een angst was er wel. Had ik nu een hersenschudding? Kon ik morgen überhaupt eigenlijk nog wel skiën? Was mijn week naar de klote?
De maanden vooraf waren er voor mij dus meer dan genoeg redenen om net als vorig jaar opnieuw in de winter een week naar Oostenrijk af te reizen. Het berglandschap is nou eenmaal zeer indrukwekkend en dat trekt mij enorm. Winter of niet. Maar als er een flinke lik sneeuw overheen ligt geeft die dus wel nog een extra dimensie. Ook de zorg is goed geregeld, anders zou ik sowieso niet gaan. Het vertrouwen dat ik heb in de mensen die meegaan qua begeleiding is, ondanks bovenstaande, ook helemaal goed. En naast het skiën worden er ook andere activiteiten georganiseerd. Maar het hoofddoel om naar Oostenrijk te gaan voor een vakantieweek was uiteraard het skiën. De realiteit voorafgaande was dus dat ik ook steeds meer excuses zou kunnen bedenken om niet te gaan. Die heb ik al met al gelukkig kunnen negeren.
Meegaan met de BOSK-winterweek naar Oostenrijk betekende niet dat ik iedere dag van een berg af kon denderen. Zij die lopen en het aandurven gaan dus wel iedere dag met een streekbus de bergen in. Omdat ik nou eenmaal niet de enige ben in een rolstoel en er slechts vier speciale zitski’s aanwezig zijn, wordt de groep belangstellenden verdeeld. Kortom, om de dag ging mijn groep met twee rolstoelbusjes hoger de bergen in om daar te skiën. En dan nog moeten wij dus op onze beurt wachten. De enige Bi-Unique waar ik voor in aanmerking kom heeft twee lange ski’s met een tussenruimte van zo’n 40 cm. De piloot staat hier dan achterop. Bij de andere zitski’s heeft de piloot eigen ski’s.
Het kunnen skiën geeft echt een kick. Uiteraard om de activiteit zelf, maar zeker ook om het besef dat ik met mijn beperking dit toch maar even doe. Anderen verklaren mij misschien voor gek, maar ik ben er trots op. Eng is het absoluut niet. Daarvoor ben ik genoeg gewend aan het mezelf volledig overleveren aan anderen. Heus, het naar beneden denderen gaat dus echt niet over een zacht fluwelen tapijtje. In de sneeuw zitten heel veel hobbels. Ook al probeerde mijn piloot deze te ontwijken, ik mag blij wezen dat mijn hoofd er nog opzit.
Of ik volgend jaar weer ga? Misschien.