Om elf uur
word ik de operatiekamer binnengereden. Het infuus aansluiten lukt pas na de
vierde poging. Omdat ik mijn armen nauwelijks gebruik, zijn de vaten erg dun en
dus moeilijk te vinden. Er volgt nog een uitleg en dan ben ik vertrokken.
Weerstand bieden tegen een narcose heeft geen zin. Ik probeer het nog wel. Een
uur later ben ik weer wakker. Alles is klaar en dat is te voelen ook. Zere
kaak, een zere wang, maar alles is nog verdooft! Dat belooft wat voor straks.
Moe en een beetje misselijk kom ik terug op mijn kamer. Die dag slaap ik slaap
veel, de nacht erop trouwens ook. De pijn valt gelukkig mee.
De
volgende ochtend mag ik, zodra de arts die mij geholpen heeft een eerste
controle heeft gedaan, weer naar huis. Ik vraag nog eenmaal, voor het
thuisfront, om een uitleg wat er exact gedaan is. Dan wordt het mij pas echt
duidelijk waarom ik naar een operatiekamer moest en een nacht moest blijven. Ik
voelde de pijn dan wel in mijn onderkaak, de daadwerkelijke plek op de zenuw
die ze willen beschadigen zit ergens anders. Namelijk dieper in het hoofd,
ongeveer op de lijn van oor naar oor, ergens bij de neus. Men is met een enorme
naald dwars door mijn hoofd gegaan. De arts gaf met de hand een lengte van ruim
tien centimeter aan. Allemachtig! Thuis genoeg te googlen.
25 uur
later was ik weer thuis!
Geert Jan, even een opmerking van een taalfreak: er zit een tikfout in de laatste alinea, derde regel: ik neem aan dat daar 'uitleg' moet staan.
BeantwoordenVerwijderen;)
Leuke stukjes.