″Wel blijven opletten, Geert!″ Naast mij staat Arjen, schipper en eindverantwoordelijk. Laat ik dus maar doen wat hij zegt. Tegelijkertijd moet men wel beseffen dat het niet eenvoudig is om op dat moment geconcentreerd te blijven. Het is een combinatie van een mooie wind en dus golven, blauwe lucht en dus zon, leuke mensen en dus graag willen kletsen en bovenal, een prachtig, voor mij totaal nieuw schip. Redenen genoeg om al dit positiefs op je in te laten werken.
Maar
nee, Geert moet zich concentreren! Het anker was nauwelijks gelicht of ik werd
uitgenodigd om deze gewichtige taak te dragen. Meteen nadat ik vol enthousiasme
begon was het mij overduidelijk dat het hier om andere kost ging dan dat ik
gewend was. Twee maanden geleden, op de Loosdrechtse plassen, zat ik weer eens
in de Zeeleeuw, formaat badkuip. Links is links, rechts is rechts. Niets meer
en niets minder.
Terwijl
mijn mikpunt steeds meer naar links verdwijnt, of andersom, ik samen met het
schip van bijna 35 meter lengte onder mijn rolstoel teveel naar rechts afwijk,
kan ik anticiperen met mijn kin wat ik wil. Maar er gaan zeker 10 seconden
overheen voordat mijn verzoek aan het schip wordt gehonoreerd door deze. Regeren
is vooruitzien, dus op dat moment moet ik eigenlijk alweer naar rechts tikken.
Over alert blijven gesproken!
De
avond ervoor had ik het in de groep gegooid. Niet om dit met elkaar te
overleggen, maar gewoon als verkondiging van mijn wens, lees: hoofddoel. Graag
zouden mijn kin en ik achter het roer plaatsnemen. Dat wat ik op de
Loosdrechtse plassen al had bereikt wilde ik overtreffen. Solo, nee, dat zou er
niet van komen, want we waren nou eenmaal met 23 mensen aan boord. Maar wel dat
ik de besturing over de hele boot met mijn kin zou doen. Wind en zeilen
daargelaten.
Enkele
uren eerder ontmoette ik de Lutgerdina een de haven van Enkhuizen. Wat een beauty,
ik was verkocht. Nadat alle deelnemers waren gearriveerd in de benedenruimte,
konden de kamers worden verdeelt en ingericht. Prompt werd mijn enthousiasme weggerukt.
Ik had dan wel de ruimste kamer, deze was nauwelijks 4 m², inclusief twee bedden
boven elkaar. Ondanks een aanzwengelende claustrofobie, wist ik mijzelf
gelukkig weer snel te hervinden, onder het motto: niet ijlen, maar zeilen.
De
volgende ochtend mocht ik dus meteen aan de bak. Zo romantisch als ik mij het sturen
van tevoren had voorgesteld, achter het grote stuurwiel, was het niet. Een kick
gaf het wel!
Waar zou ik mij op moeten richten, vroeg ik mezelf af. Aan de horizon van de kale watervlakte was nou niet bepaald veel te zien wat ik als mikpunt kon nemen. Ja, er waren genoeg witte driehoekjes te zien, maar om die zeilboten als richtpunt te gebruikelijk leek mij niet verstandig. ″Zie je dat witte vierkantje in de verte? Hou dat maar aan.″ Arjen wees ergens heen, maar ik zag het niet, al zei ik van wel.
Waar zou ik mij op moeten richten, vroeg ik mezelf af. Aan de horizon van de kale watervlakte was nou niet bepaald veel te zien wat ik als mikpunt kon nemen. Ja, er waren genoeg witte driehoekjes te zien, maar om die zeilboten als richtpunt te gebruikelijk leek mij niet verstandig. ″Zie je dat witte vierkantje in de verte? Hou dat maar aan.″ Arjen wees ergens heen, maar ik zag het niet, al zei ik van wel.
Na
drie dagen zeilen, genieten en enkele spannende momenten, was het einde van de
reis, in de vorm van Enkhuizen, in zicht. Jammer, het had nog wel een paar
dagen langer mogen duren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten