woensdag 18 september 2013

Kunst



ʺJe ziet dat Rembrandt de aandacht op belangrijke details vestigde met behulp van licht. Zoals bij dat meisje, alsof er een lichtstraal op haar valt. Het verhaal gaat dat haar gezicht zou lijken op Rembrandt’s eerste vrouw, Saskia van Uylenburgh.ʺ

Met mijn vader bekijk ik De Nachtwacht en hij vertelt over wat ik zou kunnen zien. Het voornemen om samen eens naar het Rijksmuseum te gaan is er al sinds de opening in april dit jaar. Om de eerste drukte te ontzien, besloten we om later in het jaar te gaan. Maar het maakt kennelijk niet uit wanneer men überhaupt maar ook gaat. Het is altijd druk. Een taxibusje pikte ons om kwart voor tien op bij mij thuis en ruim anderhalf uur later staan we bij de ingang, in de fietsdoorgang onder het museum. Een mooi voortvarend begin van de dag.

Eerst maar eens langs de eregalerij op de tweede verdieping. Daar hangen allerlei bekende werken van oude meesters. Ik heb mijn vader de vrije hand gegeven om mij te overladen met informatie. Hij weet nu eenmaal veel van geschiedenis, binnen de kunst en zeker ook in het algemeen. En hij weet ook nog eens smakelijk te vertellen. Daarbij komt dat ik weinig kracht in mijn stem heb en hij problemen met zijn gehoor. In combinatie met het geroezemoes in die grote zalen, leek het mij beter om vooral te luisteren en niet teveel te hoeven vragen.

Enthousiast vertelt hij dat op een bepaald schilderij bijna hetzelfde effect te zien is als wat Rembrandt wist te realiseren met zijn manier van schilderen. Tijdens het luisteren houd ik af en toe mijn adem in als hij uitbundig bewegend met zijn handen akelig dicht langs het schilderwerk beweegt. Een suppoost valt dit kennelijk ook op en vraagt vriendelijk of mijn vader zich ook om de schilderijen zou willen bekommeren. Ik heb het zelf niet warm, dus de zweetdruppeltjes op het voorhoofd van de suppoost zijn misschien wel veroorzaakt door een innerlijke spanning. Als effect van het besef dat onder zijn toeziend oog een schilderij bijna zou beschadigen.

Als we afbuigen naar de overige collectie van het museum begin ik al aardig verzadigd te raken. Mooie schilderijen, fijne uitleg, maar het moet allemaal ook een plaatsje krijgen. Weer 67 schilderijen later moeten wij aan elkaar bekennen eigenlijk wel murw te zijn. Allebei hebben we daar onze geldige redenen voor. Wat is het leuk samen met hem. Kletsen, luisteren, kijken, genieten. Ik kan wel zeggen dat van al het moois wat ik heb gezien, het leukste en interessantste stukje oudheid naast mij loopt.

Weet je wat trouwens ook een kunst is? Om rustig te blijven terwijl je vier en een half uur onderweg bent op de terugweg. Pa vreet zich op van irritatie. Aan mij heeft hij hierbij niets. Behalve dat ik veel slaap, ben ik wel gewend aan dit oponthoud. ʺWelkom in mijn wereldʺ, zeg ik tegen hem.

Nee, als ik die ku… taxi weer eens vervloek, heb ik het niet over een kunsttaxi.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten