ʺJe ziet dat Rembrandt de aandacht
op belangrijke details vestigde met behulp van licht. Zoals bij dat meisje, alsof
er een lichtstraal op haar valt. Het verhaal gaat dat haar gezicht zou lijken
op Rembrandt’s eerste vrouw, Saskia van Uylenburgh.ʺ
Met mijn
vader bekijk ik De Nachtwacht en hij vertelt over wat ik
zou kunnen zien. Het voornemen om samen eens naar het Rijksmuseum te gaan is er
al sinds de opening in april dit jaar. Om de eerste drukte te ontzien, besloten
we om later in het jaar te gaan. Maar het maakt kennelijk niet uit wanneer men überhaupt
maar ook gaat. Het is altijd druk. Een taxibusje pikte ons om kwart voor tien
op bij mij thuis en ruim anderhalf uur later staan we bij de ingang, in de
fietsdoorgang onder het museum. Een mooi voortvarend begin van de dag.
Eerst
maar eens langs de eregalerij op de tweede verdieping. Daar hangen allerlei bekende
werken van oude meesters. Ik heb mijn vader de vrije hand gegeven om mij te
overladen met informatie. Hij weet nu eenmaal veel van geschiedenis, binnen de
kunst en zeker ook in het algemeen. En hij weet ook nog eens smakelijk te
vertellen. Daarbij komt dat ik weinig kracht in mijn stem heb en hij problemen
met zijn gehoor. In combinatie met het geroezemoes in die grote zalen, leek het
mij beter om vooral te luisteren en niet teveel te hoeven vragen.
Enthousiast
vertelt hij dat op een bepaald schilderij bijna hetzelfde effect te zien is als
wat Rembrandt wist te realiseren met zijn manier van schilderen. Tijdens het
luisteren houd ik af en toe mijn adem in als hij uitbundig bewegend met zijn handen
akelig dicht langs het schilderwerk beweegt. Een suppoost valt dit kennelijk ook op
en vraagt vriendelijk of mijn vader zich ook om de schilderijen zou willen
bekommeren. Ik heb het zelf niet warm, dus de zweetdruppeltjes op het voorhoofd
van de suppoost zijn misschien wel veroorzaakt door een innerlijke spanning. Als
effect van het besef dat onder zijn toeziend oog een schilderij bijna zou
beschadigen.
Als we
afbuigen naar de overige collectie van het museum begin ik al aardig verzadigd
te raken. Mooie schilderijen, fijne uitleg, maar het moet allemaal ook een
plaatsje krijgen. Weer 67 schilderijen later moeten wij aan elkaar bekennen eigenlijk
wel murw te zijn. Allebei hebben we daar onze geldige redenen voor. Wat is het
leuk samen met hem. Kletsen, luisteren, kijken, genieten. Ik kan wel zeggen dat
van al het moois wat ik heb gezien, het leukste en interessantste stukje
oudheid naast mij loopt.
Weet je
wat trouwens ook een kunst is? Om rustig te blijven terwijl je vier en een half
uur onderweg bent op de terugweg. Pa vreet zich op van irritatie. Aan mij heeft
hij hierbij niets. Behalve dat ik veel slaap, ben ik wel gewend aan dit
oponthoud. ʺWelkom in mijn wereldʺ, zeg ik tegen hem.
Nee, als
ik die ku… taxi weer eens vervloek, heb ik het niet over een kunsttaxi.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten