″Het
is volgens mij verstandig geweest dat wij ruim op tijd de assistentie hebben
aangevraagd″, zei ik tegen Diane. Daaronder lag een stille hoop op een beetje comfort.
Maar ook twijfel of dat nog wel reëel was. Op het perron stond nog iemand in
een rolstoel en er was zelfs nog een nummer drie, begreep ik. Waar gaat het over,
drie of vier rolstoelen parkeren in een enorme trein. Moet toch kunnen? Dat was
ook zo, maar kwaliteitseisen werden niet gesteld.
Zo’n
vier maanden eerder was het idee ontstaan. De Supportbeurs in Utrecht was
aanstaande. Het tweejaarlijkse walhalla voor hen die met een lichamelijke beperking
moeten leven, samenleven of werken. Daar moest ik maar eens met mijn ambulant
begeleidster heen. Dat vond zij een goed plan. We
verkozen de trein boven een taxi, die gaat tenminste rechtstreeks.
Zo
zaten wij die ochtend opeen gepropt in een smalle doorloop van nog geen meter
breed, wat best wel smal is als je rolstoel al 65 cm inneemt. En driemaal raden
waar de deur naar het toilet zat. Wist je trouwens dat tijdens het treinreizen
heel veel mensen naar het toilet moeten. En dat ze, ondanks waarschuwingen van
ons dat het toilet overvol en dus smerig is, het bezoekje toch voortzetten. De gezichten
achteraf bevestigden steeds ons gelijk.
Eenmaal
op de beurs zag ik mensen heus wel naar mij en mijn kinbesturing kijken. Maar
neem het hen eens kwalijk! Ik staarde zelf net zo hard. Het was indrukwekkend
wat ik zag. Qua aanpassingen, hulpmiddelen en mogelijkheden, maar zeker ook qua
mensen met hun beperkingen.
Ik
heb mijzelf flink laten onderdompelen in informatie. Misschien was het
ontkenning, maar daar waar men over een robotarm kon vertellen, wilde ik quasi-ongeïnteresseerd
doorrijden. Toch vroeg ik zelfs uitleg. Die dingen zijn foeilelijk en schitterend
tegelijk! En ook middels kinbesturing te bedienen. Toekomstmuziek? Misschien.
Het is mij nu wel duidelijk dat het zogeheten acceptatieproces nooit zal
stoppen.
Een
uur later keek ik naar een beeldscherm. Er werd desgevraagd uitleg gegeven over
ooggestuurd computeren, schrijven of wat ik ook wil. Letter voor letter
(traaaaaag!) zwierven mijn ogen over het op het beeldscherm staande
toetsenbord. Zeker, het zal een kwestie van gewenning zijn, zoals de jongeman
mij vertelde. Maar no way! Voorlopig niet.
Waar
ik wel blij van werd was het skiën. Er werd gedemonstreerd hoe zelfs ik de
sneeuw zou kunnen bedwingen. Wat gaaf! De mogelijkheid kende ik, maar nu zag ik
het ook echt. Vastgebonden op een stoeltje met een ski daaronder. En je dan van
een berg laten afdonderen, uiteraard vertrouwend op de kracht en het
coördinatievermogen van een stoere man of vrouw achter mij.
Met
een voldaan gevoel gingen we terug naar het station. Wederom waren er enkelen die
gebruik wilde maken van de reisassistentie. In de drukte werd ik in een halletje
geparkeerd waar ik nauwelijks kon draaien. Helemaal niet toen er ook nog eens een
mevrouw haar kolossale kinderwagen in het halletje parkeerde en zelf met
kinderen en al ergens anders ging zitten. Vanaf het perron keek een van
de NS-reisbegeleiders naar het tafereel: ″Nou, dat is geloof ik niet zo
handig.″
Geen opmerkingen:
Een reactie posten