donderdag 22 december 2016

Lijstje

En wat zijn jouw goede voornemens? Niet dat deze vraag openlijk aan mij werd gesteld, noch vice versa. Dat zou ook een beetje vroeg zijn, althans op dat moment in ieder geval wel. Hoewel er volgens mij geen officieuze begindatum is voor het goede voornemens-seizoen.

Over het algemeen wordt het lijstje met één of meerdere afspraken wat iemand met zichzelf maakt voor het komende jaar, of hoelang dit ook wordt volgehouden, pas uitgesproken als de maand januari een feit is. Echter, ook kan het zijn dat de coming-out al op oudejaarsavond plaatsvindt. Misschien omdat anderen ook gewoon open kaart durven te spelen. Of wellicht om wat druk van de ketel te halen, aangezien de tijd zwaar begint te wegen. Op deze oudejaarsavond zijn het immers nog maar enkele uren tot de keiharde werkelijkheid van het nieuwe jaar aanvangt. Met een nieuw leven, inclusief de voorgenomen voornemens, in het vooruitzicht, dus niet altijd leuk.

Nee, een paar weken terug werd ik getriggerd om mijzelf deze vraag weer eens te stellen. Wat de aanleiding hiervoor was weet ik niet meer. Eigenlijk denk ik dat deze er überhaupt niet was. Het komt er op neer dat ik regelmatig over de toekomst nadenk en mijzelf vragen stel. Wat zal deze mij brengen, hoe zit ik er over een jaar bij, over twee jaar? Of over vijf weken? Belangrijke vragen hierbij: wat maak ik er zelf van? Welke kansen grijp ik? Van stil zitten en van wachten op het onverwachte wordt het leven ook niet beter, laat staan leuker. Goede voornemens zal en wil ik het niet noemen, wel gewoon wensen uiten, noem het plannetjes maken.

″En dan is het alweer bijna 2017. Wat vliegt de tijd! Onlangs betrapte ik mijzelf op deze enigszins oubollig klinkende uitspraak, waarmee ik erken onder de indruk te zijn van hoe snel de jaren, maanden, weken, dagen en zelfs uren voorbijvliegen. Klaagde ik? Volgens mij niet, dat zou overigens absurd zijn! Maar jammer is het wel! Is praten over dit onderwerp een teken dat je ouder wordt? Misschien wel, misschien ook niet. Ik kan mij herinneren dat ik als kind de tijd geheel anders beleefde. Wat waren de dagen toen nog lang. Over de zomervakantie maar te zwijgen. Ooit zou de tijd sneller gaan. Wist ik veel!

Na 31 hectische dagen eraan voorafgaand kan januari waarschijnlijk wel worden ervaren als een oase van rust. Of als het zwarte gat na een maand lang geleefd te zijn. December is immers compleet volgeboekt. Sinterklaas, Kerst, kerstvakantie, oud en nieuw, inclusief alle voorbereidingen daartoe. En dan zijn er ook nog eens de lijstjes waar men misschien over moet nadenken. Niet die van de Top 2000, die staat toch wel vast. Wel van: de beste dit, de mooiste dat, de belangrijkste zus, de lelijkste zo.

En dan blijft er op 1 januari 2017 dus nog maar één lijstje over. Dat met goede voornemens. De een heeft er vijf, iemand anders houdt het bij één, twee of gewoon, net als ik, niets. Wensen, plannetjes, doelstellingen, of hoe ik het ook mag noemen, ik heb ze genoeg. Sommigen zelfs al heel concreet. Maar dat hou ik nog even mooi voor mezelf.

Maar ondertussen is het een leuk lijstje.

zondag 11 december 2016

Herinnering


Vergelijk het met de motor van een auto die bij het opstarten blijft zwijgen. Opvallend, omdat er zojuist nog met diezelfde auto is gereden, geen vuiltje aan de lucht! De emotie laat zich raden. Iets tussen verbazing en frustratie. Mijn hersenen doen het uitstekend en de ADL die ik mag ontvangen blijft ook mensenwerk. Echter, onlangs werd weer eens duidelijk hoe afhankelijk ik ben van een technische trukendoos.

Vol verbazing, doorspekt met lichtelijke agressie, reageer ik als mijn voordeur niet meer open wil. Althans, vanuit mijn rolstoel. Tot vijf minuten geleden lukte dit wel, middels het magische knopje bij mijn hoofd, waarachter een ingenieus systeem schuilgaat. Geheel verloren ben ik overigens niet. Er is binnen de zogenoemde omgevingsbesturing nog een manier waarop ik wel de deur kan openen. Het systeem, welke ik ondertussen als geheel naar mijn hersenen toe heb weten te kopiëren, kent drie opties daartoe. Twee snelle en een omslachtige. Drie maal raden welke het dus nu nog wel doet.

Ondanks dat het vrijdagmiddag is en ik het vermoeden heb zo vlak voor het weekend weinig resultaat te kunnen behalen, besloot ik tot een telefonische aanval met als doel het euvel op te lossen. Ik belde naar Welzorg. Het probleem zit immers ergens in de rolstoel, toch? Nee, dan moet u het bedrijf hebben wat over de elektrische deur gaat.Eeh… oh ja, stom, dat had ik kunnen weten. Mijn tweede belletje, naar bedrijf A, was wederom zinloos, want: ″Nee, u moet daarvoor bedrijf B hebben. Wij zijn van de liften. Eeh… oh ja, dom van mij. Bij bedrijf B zat ik bijna goed, maar ik moest de technische dienst hebben. Ik moest een ander nummer bellen. Of ik kon worden doorverbonden? Ja hoor, dat kan ook!

Nu was ik dan wel aan het goede adres, maar ik moest toch een verzoek bij de woningbouwvereniging indienen. Eeh… oh ja, dat is ook zo. Dit verzoek kan alleen per mail. Ook al weet ik uit ervaring dat dit vrij snel wordt beantwoord, het zal wel na het weekend worden. Echter, binnen een uur stond een medewerker van de technische dienst van bedrijf B in mijn woonkamer. Terwijl ik uitleg en wil demonstreren dat er niks gebeurt als ik op het betreffende knopje druk, gaat mijn voordeur gewoon open. Met een bek vol tanden neem ik afscheid van de vriendelijk blijvende, technische man.

Eigenlijk was ik ook wel blij dat ik weer alleen was. Ik was moe, bekaf van alle inspanningen. Alleen die paar telefoontjes kosten mij kennelijk, maar overduidelijk de nodige energie. Terwijl ik aan tafel zit, wat voor me uit staar en enigszins gefrustreerd het afgelopen uur weer laat passeren, komt er een wens bovendrijven. Nu zou ik eigenlijk wel een persoonlijk assistent willen hebben. Iemand die in de meterkast woont. Om te doen wat ADL’ers niet mogen, niet kunnen doen.

Verhip, de wens van iemand in een meterkast had ik acht jaar geleden ook al. Toen, nog geen Fokusbewoner, had ik fysiek nog veel meer mogelijkheden. Maar ik begon tegen mijzelf op te lopen. Nu dus weer!

Het euvel is teruggekeerd, dus nog steeds niet opgelost. Wie het weet mag het zeggen.