vrijdag 24 september 2021

Rollercoaster

‘Mag ik dit zeggen? Ja, dat mag ik zeggen.’ Mart Smeets ten top.

Deze neem ik, danwel met enige reserve, over. Misschien is het nogal overdreven om de vergelijking met een achtbaan te gebruiken. Relativeren is hierbij wel op zijn plaats. Maar mijn gevoel volgend; ik werd in korte tijd wel heen en weer gesmeten.

‘We hebben de juiste antibiotica voor uw situatie te pakken. Helaas is deze niet in tabletvorm. U krijgt het thuis per infuus toegediend. Dagelijks komt de wijkverpleging een nieuwe dosis aanbrengen.’ ‘Jeetje, moet ik dan zo’n paal met mij meeslepen?’ Ik kijk de arts aan en ik knik naar de stellage naast het ziekenhuisbed. Maar de infuustechnologie gaat ook met zijn tijd mee, wordt mij verteld. Die middag kreeg ik alvast een zogeheten picc line in mijn linkerbovenarm aangebracht, waarop thuis de vloeibare medicatie kan worden aangesloten. Als dan alles is geregeld, dus de thuiszorg beschikbaar en ook de antibiotica geleverd, kon ik in principe de volgende dag, dinsdag dus, naar huis. Het werd woensdag.

Een week eerder, woensdag in de late avond, werd ik na een dag ziek zijn met een turbokoorts als climax opgenomen. Een niersteen bleek de oorzaak hiervan. Meteen weghalen, mijn voorstel, was niet mogelijk. Al was de koorts morgen weer weg, ik was nou eenmaal niet de enige op de wachtlijst. Over enkele weken mocht ik op een operatiekamer verschijnen.

Het thuisinfuus werkte prima, aanvankelijk. Maar die zondag viel het een wijkverpleegkundige op dat mijn arm dik, strak en rood was. Ook nogal pijnlijk bij aanraking. Wat bleek, er kon zelfs geen bloed worden opgenomen uit de ader. Foute boel dus. Verstopping? Bij de huisartsenpost was ik beller nummer 17, dus werd 112 maar ingeschakeld. De aanwezige ambulancebroeder verwijderde, na overleg met het ziekenhuis, het foute en plaatste een noodinfuus in de andere arm. De volgende ochtend moest ik maar een afspraak maken om een correct infuus te laten verplaatsen.

Die woensdag kon ik daarvoor pas terecht, maar vanwege de pijnlijke arm moest ik direct maar even naar de spoedeisende hulp komen. Gatver, wat een gezeik. Toen ik daar tweeënhalf uur later arriveerde werd ik vrij snel geholpen. Dat gaat voortvarend, dacht ik toen nog. Er werd een echo van mijn pijnlijke arm gemaakt. Meekijkend op het scherm vraag ik naar de donkere plek die ik zie. Dat is de verstopping, zegt de echo-mevrouw alsof het niets is. Maar ik schrik mij helemaal lam. Anderhalf uur later krijg ik de officiële uitleg: trombose, bloedverdunners.

Twee dagen later dus opnieuw naar het ziekenhuis. ‘s ochtends voel ik nogal wat pijn in mijn onderarm. Ben ook wat kortademig vertel ik aan een arts. Misschien komt dat ook wel door die lompe taxichauffeur, denk ik nog. Als ik klaar ben met een nieuw infuus aan mijn rechterarm, hoor ik dat er in de loop van de dag een CT-scan wordt gemaakt om een longembolie uit te sluiten. Fijn natuurlijk, maar jeetje, wat overkomt mij allemaal! Met de wetenschap van prima longen en dat de pijn in mijn arm vanzelf weg zal trekken, kom ik om 19:15 thuis.

De niersteen is er ook al uit. Wordt vervolgd!

maandag 13 september 2021

Wensen

Op het strand van Ameland was hij als zuigling aangespoeld. 
Overboord gegooid, op een reddingsboei gebonden…

‘De vondeling van Ameland’, door Boudewijn de Groot. Zo’n 17 jaar geleden heb ik die tekst in mijn kop gestampt voor een individueel optreden op een open avond van het koor waar ik lid van was. Dusdanig kennelijk dat ik slechts bij het woord Ameland het geheel als uit het niets zo weer oprakel.

Toen ik mij in januari bij De Hinkelaar aanmeldde om eind augustus een week naar het eiland te gaan, zou dit eerder niet dan wel doorgaan, vermoedde ik toen. Het toenemende vertrouwen werd begin augustus echter definitief bevestigd, waarbij de tekst zich weer verankerde in mijn hoofd. Daar bleef het, zelfs toen er een tweede riedel bij kwam.

Ik ga zwemmen in Bacardi Lemon.
Een echte tijger is niet te temmen…

Niemand minder dan Mart Hoogkamer (wie?) was met dit nummer en bijbehorende clip tot voor kort razend populair in heel Nederland. Het was overduidelijk dat tijdens de gehele Amelander week dit muzikale hoogstandje bij iedere deelnemer in het hoofd zat, zo ook bij mij. Dus raar is het niet, loslaten zat er gewoon niet bij.

Dat niets vanzelfsprekend is weet ik als geen ander. Toch neigde ik daar tegenin te gaan. Met dezelfde stichting was ik vorige jaar naar Texel geweest, met enkele grensverleggende activiteiten al dan niet op het programma. Ook dit jaar wilde ik met mijn hoofd in de golven en op een duofiets zitten. Bier en bitterballen bij een strandtent is eenvoudig te realiseren, maar dat andere?

Blokarten, strandzeilen, stond op het programma. Vanaf daar waar het pad ophield, de rolstoel dus moest achterblijven, werd ik met een speciale tilmat door tien armen achterin een stoere auto geplaatst. De achterklep moest wel dicht, dus werden mijn benen maar naar binnen gepropt. Oh, wat zat ik lekker, maar alles voor een hoger doel! Nog geen tien minuten later werd ik uit de auto bevrijd en volgde een andere beproeving. Met ducttape en enkele spanbanden werd ik met een driewiel-karretje vereeuwigd. Mijn stuurvrouw nam ook plaats en samen vlogen we snoeihard over het strand.

Als ik later in die week in een soort rolstoel zittend golven over mij heen en in mijn neus krijg smaakt de zee weer vies en lekker tegelijk. Ook op pad met een duofiets ging door. Met enige inventiviteit, de bekende spanbanden en ducttape en vooral een persoonlijke drive kon dit doorgaan. Perfect kon ik absoluut niet zitten, dat bleek maar weer, maar daardoor liet ik mij niet tegenhouden.

De goede herinnering aan alles blijft, ook al moest ik vier dagen na thuiskomst naar het ziekenhuis. Iemand vroeg aan mij of het klopt dat ik iedere keer als ik weg ben geweest ziek wordt, blaasontsteking bijvoorbeeld. Of zelfs na het ziekenhuis moet, zoals dit keer met een niersteen en alle gevolgen vandien.

Jeetje, dat zou best wel eens kunnen kloppen, ik hou het niet bij. Wil het eigenlijk ook niet weten. Zou ik mij erdoor laten tegenhouden en maar thuisblijven. Ik wil nog wel op pad kunnen gaan. Heb nog wensen zat.

Of is dat mijn kop in het zand steken?