Opeens kwam er schot in het proces, wat eerst sluimerde en maar geen vervolg kreeg.
Het peinzen was in de loop van dit jaar ontstaan. Zo af en toe, wel steeds vaker. Het ging hierbij om eenzaamheid. Laat mij duidelijk zijn, dit bedoel ik absoluut niet in sociaal oogpunt. Wat dat betreft is mijn leven immers rijk gevuld. Dan gaat het over mijn aandoening.
Feitelijk maakt mijn koppie vooral ‘s nachts of ‘s ochtends wat overuren. Het is overduidelijk dat dit de meest ideale momenten zijn om dilemma’s reëel te overdenken, niet dus. Hoe vaak heb ik mij om wat dan ook maar zorgen gemaakt, terwijl enkele uren later, eenmaal opgefrist en aangekleed, de wereld weer veel positiever was. Geloof mij, nog niet volledig slappehap en ook nog niet of nauwelijks gescheiden, was in mijn vorige leven dit soort doemdenkerij veel meer aanwezig. Destijds bleef ik er veel meer in hangen, niet kunnen relativeren en zo. Terugkijkend kan ik niet anders dan erkennen dat ik het mijzelf en dus zedelijke alles ook de mensen om mij heen zeker niet makkelijk heb gemaakt met mijn halflege glazen.
Die negativiteit, die ik volgens mij inmiddels achter mij had gelaten, was er stiekem dus nog steeds. Al wist ik dat uit ervaring eigenlijk wel, want inmiddels besefte ik dat het nou eenmaal zo werkt bij mij. Nu kon ik het een plaats geven, noem het relativeren. Maar kon ik de laatste jaren donkerder gedachten, al dan niet uit de nacht, overrulen of gewoon negeren, op een of andere manier lukte mij dit dus niet meer. Er waren steeds van die hersenspinsels, waarvan ik wist dat ik hier aan de slag mee moest gaan. Maar tot concrete actie kwam het niet. Waarom? Daarom. Het ging steeds over mijn MS. Waar ligt mijn toekomst? Hoe moet ik hiermee omgaan? Wat moet ik zoal regelen? Wie kan ik benaderen voor advies? Een antwoord bleef uit en ik voelde mij eigenlijk best alleen.
Voorheen had ik contact met verschillende disciplines waar ik op kon terugvallen. Een revalidatiearts, ergotherapeut, ambulant begeleider. Maar nu zijn de tijden veranderd. Die ambulant begeleider ontving ik via de WMO, tegenwoordig krijg ik een PGB en koop ik praktische ondersteuning in. Een ergotherapeut heb ik niet meer. Hetzelfde geldt voor een revalidatiearts. Mijn neuroloog, de zoveelste, heb ik nog maar een keer ontmoet. Wie mijn huisarts is weet ik niet, bij de huisartsenpost zelf trouwens ook niet.
Op een ochtend kreeg ik een idee. De MS verpleegkundige, waarmee ik al enkele keren telefonisch contact had, kon misschien wat betekenen. Een afspraak in Meppel volgde. Bij haar gooide ik alles eruit, heerlijk! Er volgde telefonisch contact met een medisch psycholoog. Mijn eigen twijfel hierover werd bevestigd door haarzelf. Eigenlijk moest ik maar een ambulant begeleidster hebben, maar daarvoor kom ik wegens die pgb niet in aanmerking. Of ik moet zelf gaan betalen. No way!
Door bovenstaande acties voel ik mij sterker. Niet dit ik concreet veel ben opgeschoten, maar ik kan het nu beter handelen. De eerste contacten zijn gelegd. Praten, delen doet nou eenmaal dus heel veel.
En wat de toekomst mij zal brengen? Wie heeft er een glazen bol?