Het zou
beperkt blijven tot een windkracht 1, hooguit 2. Ideaal voor als ik plannen had
om buiten te gaan tafeltennissen of badmintonnen, maar minder leuk nu zeilen op
het programma stond. In de aanloop naar het weekend toe had ik mij er daarom
ook al op voorbereid dat er waarschijnlijk geen heldhaftige verhalen aan zouden
worden overgehouden.
Voor de
verandering verbleef ik onlangs weer op het eiland Robinson Crusoë, ergens op
de Loosdrechtse plassen. Ditmaal was het een weekend, georganiseerd door het Nationaal
MS Fonds. In alle deelnemers hield zich dus een dezelfde sloperij schuil, maar multiple sclerose
is een nogal individuele happening. Men kan er geen peil op trekken en dat
bleek maar weer. Ook nu was er bij de meesten weer een andere uitingsvorm te
zien.
Ondertussen
heb ik geleerd om mijn ziektebeeld nooit te vergelijken met die van iemand
anders. Of diegene nu ook belast is met MS, dan wel een andere ziekte,
aandoening of beperking heeft. Vergelijken, oordelen, het gebeurt vaak en is heel
makkelijk, maar ook oneerlijk. Mijn beperking is goed zichtbaar, op de
zenuwpijnen na. Maar veel leed bij anderen is niet te zien en ‘ieder huisje
heeft zo zijn kruisje’.
Toch, ergens
voel ik mij bezwaard wanneer ik in mijn elektrische rolstoel ter plekke
verschijn. Hopelijk schrik ik andere deelnemers niet af en beseffen ze dat dit
niet automatisch hun voorland hoeft te zijn. Aan de andere kant is het voor
mijzelf confronterend, want ik herken hoe ik er 6, 8, 10 jaar geleden bijliep.
Een groot deel van het weekend bleef
een enthousiaste wind achterwege en was kanoën de enige optie. Gelukkig was die
zaterdagmiddag het weer ons welgezind en kon ik mij uitleven in een spel met de
wind. Met mijn kin bediende ik het roer. De spelregels werden mij bijtijdig
voorgezegd door een vrijwilliger, die tevens het zeil bediende.
Zo is mij in de loop der jaren,
gevraagd en ongevraagd, al veel zeilterminologie en het voorrangsreglement voor
op het water uitgelegd. Met een wisselend resultaat heb ik steeds geprobeerd om
deze op te slaan in mijn hersenen. Kijk, stuurboord en bakboord heb ik ondertussen
wel onder de knie. Maar bij loef, lij, draaigijp, klapgijp, planeren, dode hoek
of dwarspeiling blijf ik wel even stil. Wat was dat ook al weer?
Toen een vorige keer er ook
nauwelijks wind was, werd aan mij gevraagd of ik wist wat een melkmeisje was. Leuk, voor een beetje quasi-intellectueel lullen over kunst was
ik wel in. ʺJa, dat
schilderij van Vermeer ken ik uiteraard wel.ʺ Maar dat werd dus niet bedoeld, het ging hier om een zeilterm, hoe kan
het ook anders. Bij voor-de-wind zeilen wordt, om extra veel wind te vangen,
het grootzeil volledig uitgevierd tot een hoek van 90° met de boot. De fok wordt juist naar
de andere kant van de boot gehaald om een zo groot mogelijk zeiloppervlak te
creëren.
Ik zal
het wel nooit helemaal leren. Dan maar een enthousiaste amateur!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten