Alle begrip voor de vraagtekens die ik in de ogen van de jongeman zie. Ik heb best wel met hem te doen. Is hij, ogenschijnlijk op zijn gemak, een koelvak aan het bijvullen, komt er opeens iemand naar hem toe rollen met overduidelijk een vraag naar hulp. Dat maakte ik hem op mijn manier duidelijk.
Stom,
ik had het kunnen weten! Na twee pogingen blijkt dat normaal praten echt niet zal
lukken, dus probeer ik het middels schreeuwend fluisteren. Maar enig effect blijft
achterwege. Tegen het geroezemoes van de winkel kan ik niet op. Mijn
strottenhoofd produceert niets anders dan een gehijg. Iemand die mij zou kennen
had een oor tegen mijn mond aangedrukt. Dit hoef ik niet van deze 17-jarige te
verwachten. Het wordt dus maar de taal der mimiek!
″Sorry meneer, maar ik
kan u echt niet verstaan.″ Hij had het ook de
makkelijke weg kunnen kiezen, door iemand erbij te halen. Een aanwijsspelletje
begint. Ik hoef alleen maar te knikken, te schudden of mijn ogen en wenkbrauwen
te laten spreken. Die…? Die…? Die dan…? Jaaaa! Onderwijl heb ik mij al 10 keer
afgevraagd waar ik mee bezig ben. Eigenlijk moet ik hier helemaal niet willen
zijn. Maar de winkel nu verlaten? Echt niet!
Thuis
zat ik gefrustreerd, want ik was mijn stem kwijt. Veroorzaakt door een flinke
aanslag op mijn lichaam, met als gevolg dat ik kennelijk zeer zwak ben. En dan is
Geert behoorlijk onthand. Naast televisiekijken kan ik nog wel mijn computer gebruiken,
maar zodra ik de microfoon nodig heb kom ik in de problemen. De wanhoop nabij
ga ik maar even naar buiten, naar het winkelcentrum. Hoe onnozel kan ik zijn!
Een
week daarvoor, vanaf de zaterdagochtend begint een herhaling van zetten. Net
als exact twee maanden geleden kreeg ik in toenemende mate pijn in mijn
linkerzij. Gecombineerd met opkomende koorts begin ik mij al zorgen te maken. Het
zal toch niet…? Controle van de urine bij de huisartsenpost levert op dat ik in
ieder geval weer aan de antibiotica moet. Een uroloog vertelde mij eens dat ik,
door het dragen van een zogeheten SP-katheter, in feite een chronische
blaasontsteking heb. Bij koorts moet ik mij zorgen gaan maken.
Daar
waar ik voor vreesde komt uit. Een nacht verder is de pijn in mijn zij, wat iets
met mijn nieren zal blijken te zijn, dan wel weg, maar krijg ik steeds meer
koorts. Dat wordt weer een ziekenhuisopname, vermoed ik. De wijkverpleegkundige
van Buurtzorg, waar ik veel waarde aan hecht, zinspeelt daar ook op. Maar de
huisarts van de huisartsenpost, opgeroepen toen de thermometer 39,5 toonde,
zegt dat ik maar weer moet bellen als de temperatuur boven 40,5 is. Nogal verbaasd,
maar wie ben ik om hem tegen te spreken, knik ik ja op zijn vraag of ik zijn
advies begrepen heb.
Helaas
was de wijkverpleegkundige op dat moment net even weg. Er wonen meer mensen in
Stadshagen. Toen zij terug was wist zij gelukkig toch een ziekenhuisopname te
realiseren. Die nacht kreeg ik 40,5 en de volgende dag bleek op een echo iets
in mijn nieren niet goed te zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten