woensdag 13 maart 2019

Plotseling

"Nee hoor, dank je wel. Meer heb ik niet… AAAAAAAAH-AUW-AUW-AUW-NEEEE-GLOEIENDE-G……-AUW-MIJN-BEK-AUW-AUW-NEEEEEEE-AUW-AUW-AUW-MIJN-BEK…

Hoewel ik mijn ogen van pijn dicht wil doen, maar van schrik juist wijd open houd, weet ik eigenlijk niet waar ik naar kijk. Zo kan ik ook niet zien dat zij die drie meter verderop in mijn woonkamer staat, flink geschrokken en hevig twijfelent naar mij kijkt.

Zo’n twintig seconden daarvoor kwam ik vanuit mijn slaapkamer de woonkamer binnen rollen. Daar was ik door haar, een nieuwe medewerkster bij Fokus, geholpen met het legen van mijn urinezak. Een handeling die in mijn geval overal in huis zou kunnen plaatsvinden, maar voor de vorm eigenlijk altijd in mijn slaapkamer plaatsvindt. Maar dat terzijde!

Het afwateren was de afsluiting van een korte reeks aan verzoeken die ik het afgelopen half uur op haar heb afgevuurd. Bij haar binnenkomst begon het met de vraag of zij mij wat water wilde inschenken. In mijn geval betekent dat standaard twee grote glazen vol schenken. Daarna vroeg ik haar of zij mijn eten wilde opwarmen en onderwijl was fruit wilde schoonmaken, om mij daarna beide toe te dienen. Waarschijnlijk heb ik tussendoor, mierenneuker als ik soms kan zijn, ook nog enkele onnozele verzoeken aan haar gedaan. Afsluitend volgde dus de slaapkamerscène.

Het kan gewoon niet anders of bovenstaande wordt door de gemiddelde lezer bestempeld als een verre van interessant verhaal. Het saaie karakter geeft de sfeer aan die er op dat moment in mijn appartement heerste. Een niets-aan-het-handje, alledaagse stemming. Niet meer, niet minder! Dat uit het niets de pijn plots door mijn kaak scheurde, verklaart dat de schrik minstens zo groot als de pijn was.

Terwijl ik zat te kermen, werd er gevraagd of zij in deze situatie wat voor mij kon betekenen. Nee dus en ik kon haar ook niet even uitleggen waarom ik mij zo gedroeg. Haar vraag was of zij dit door haar onkunde wellicht had veroorzaakt. Dit kon ik ontkrachten, maar omdat ik aansluitend haar verzocht mij alleen te laten, weet ik niet of zij gerustgesteld was.

Een minder belangrijke, maar niet meer te vermijden bijkomstigheid was dat ik even later de deurbel zou kunnen verwachten. Er zouden twee mensen langskomen voor een gesprek, betreffende een artikel wat ik zou gaan schrijven voor in de Vinexpress, de wijkkrant voor Stadshagen. Betraande ogen zijn niet iets om je voor te schamen, maar desondanks hoopte ik dròog het gesprek aan te gaan.

Het kwartiertje tussen vertrek van de één en in het aanbellen van de aanstaande tafelgenoten heb ik flink zitten brullen. Vanwege de pijn, hoewel die ondertussen alweer achterwege was, maar waarschijnlijk nog meer vanwege de schrik. Toen de twee bezoekers binnen waren wilde ik hen ik hen eerst maar even uitleggen waarom ik rood omrande ogen had. Maar dat werd meteen duidelijk toen ik weer in huilen uitbarstte. De twee gasten waren beduusd, maar begripvol. Daarna hebben we nog een leuk gesprek gehad

Onderwijl, enkele dagen later, heb ik nauwelijks last meer gehad van de zenuwpijnen; hooguit enkele speldenprikken. Maar wel is er voortdurend angst. Bij tandenpoetsen, eten, alles!

MS is zo onvoorspelbaar.

1 opmerking: