zaterdag 1 februari 2020

Herontdekken

Het ging om een pijnscheut in mijn rechter onderarm. Met een ’auw, auw, auw, auw, auw’ gaf ik mijn grens aan. Dat ik het niet bij eenmaal ‘auw’ hield, of een koelbloedige ‘stop maar, alsjeblieft’, heeft volgens mij te maken met een soort van cognitieve beperking. Ik kan niet altijd per direct op de juiste woorden komen. Door de MS? Wie weet.

Het was tijdens een fysiotherapeutische behandeling op het revalidatiecentrum. Na het oprekken en doorbewegen van de benen, volgden de armen. Ik liet het mij gebeuren. Heerlijk! Tot een bepaalde hoogte dan. De ogen hield ik gesloten als teken van concentratie, lichtelijk afzien en tegelijk ook wel ontspanning. Het pijnlijke moment brak dit echter af.

Opvallend, ik ben inmiddels vaak genoeg fysiotherapeutische gemarteld, maar deze pijn was nieuw. Anders redenerend: ‘oja, dat stukje lichaam heb ik ook nog!’ Verwaarlozing? Een soort van. Het gaat hier trouwens om daar waar de Ulna en de Radius, het spaakbeen en de ellepijp, vlak onder de elleboog samenkomen. Mijn gedachten dwaalden af naar twee maanden geleden.

Schrijven, lopen, ik herinner mij nauwelijks hoe dat was. Toen ik eind 2007 weer zelfstandig ging wonen kon ik met hulp van een rollator nog enigszins stappen. Langere afstanden waren voor de scootmobiel. Jeetje, ik werkte nog op het Emauscollege in Ermelo. Op dat moment nog maar drie ochtenden in de week, maar toch. Een half jaar later zou ik ermee moeten kappen. Met trein en scoot naar Ermelo en terug, met de rollator in het lokaal. Over doorzetten gesproken! De kracht in mijn benen ging destijds snel verloren. En ik maar verkondigen: als het zo blijft teken ik ervoor.

November 2009 verhuisde ik naar waar ik nu woon. Staan lukte nog, enkele seconden. Met de handen computeren ging toen ook nog wel. Sterker, ik heb lange tijd nog een papieren agenda op mijn tafel gehad. Totdat ook ikzelf niet meer wijs kon worden uit de kraaienpoten die ik nog produceerde. Hoe dan ook, volgens mij ben ik nu zo’n zeven jaar volledig afhankelijk van kinbesturing. Ik ben onderwijl alleen mijn hoofd en nek. De rest van mijn lichaam neem ik maar voor lief. Met een speciaal plekje voor mijn hart. Als het zo blijft, dan…

Twee maanden geleden was ik met enkele vrienden op Terschelling. Als verrassing werd mij een massage aangeboden. Geen snelle kneedpartij of spannende body-to-body, wel een mooie, zeer intense ervaring. Muziekje aan, gordijnen dicht, sfeervol! Ook al was het in positieve zin letterlijk slaapverwekkend, er ging weer een wereld voor mij open. Zo werden een voor een mijn tenen onder handen genomen. De eerste gedachte die ik kreeg was zoiets als: verrek, ik heb tenen, dat is waar ook. Natuurlijk weet ik dat ik tenen, benen, en armen heb, maar ik gebruik die dus nooit. Serieus, wat een bijzondere ervaring!

Het ging om holistisch masseren had ik begrepen. Toen ik na afloop aan de masseuse vroeg wat hier nou holistisch aan was, kreeg ik een antwoord als: zeg het maar, ik doe wat mijn hart mij ingeeft. ‘Je doet dus maar wat’, slikte ik maar in.

Of de fysiotherapeut ook holistisch te werk gaat, vraag ik me af.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten