donderdag 1 december 2022

Grijns

Terwijl een voorval feitelijk helemaal niet leuk is, er toch ergens wel het grappige van in kunnen zien. Door er, al dan niet achteraf, op een andere manier tegenaan te kijken verschijnt er automatisch een glimlach op het gezicht.

Of er voor bovenstaande een term bestaat weet ik even niet. Doet er eigenlijk ook niet toe. Het gaat om wat mij onlangs overkwam. Die grijns achteraf klinkt heel koelbloedig, maar ik snap dat het voorval ook heel anders had kunnen aflopen.

Maandag 21 november, de dag dat ik naar het concert van Status Quo zou gaan. Samen met Hennie, in een gehuurd busje, onderweg naar Tilburg, poppodium 013. Doordat het busje vaart minderde, schoot ik wakker. Heel gezellig, maar nauwelijks onderweg was ik al vertrokken naar een andere wereld. Bij een tankstation even de benen strekken en wat te happen halen. Goed plan! Hennie parkeerde achter een grote vrachtwagen, nam de bestelling op en verdween. Gemakshalve bleef ik, uiteraard vastgesnoerd en wel, op mijn plek staan. Pompiedom, ik staarde wat om mij heen.

Dan moet er nu ook maar worden opgebiecht dat en waarom vrachtauto’s werkelijk altijd mijn aandacht krijgen. Dit heeft alles te maken met de bedrijfslogo’s die op de laadruimte staan. Als die er al op staan natuurlijk. Vind ik het mooi, creatief, origineel of juist niet en hoe zou ik deze dan aanpassen. Ach, ieder zo zijn ding. Toch? Zo kijk ik ook naar de achterkant van de vrachtwagen die voor ons staat geparkeerd. Een logo ontbreekt dan wel, maar je moet toch wat als je in je uppie zit te niksen.

Opeens zie ik het gevaarte heel langzaam dichterbij komen. En nog dichterbij! Met grote ogen probeer ik het stoppen af te dwingen. Een beetje vrachtwagen heeft toch zo’n speciale sensor die gaat piepen? Schreeuwen kan ik niet en heeft ook geen zin, dus met keiharde stem denk ik nog: stop, stop, stop, vooruit, naar voren sukkel! Tegelijkertijd ga ik mij ook even zorgen maken om mijzelf. Ik kan geen kant op. Loop ik gevaar? Voordat ik daar antwoord op kan geven, is dat waar ik bang voor was een feit geworden. Het zal een centimeter zijn geweest hoeveel ik opveerde. Het leek mee te vallen. Zover ik kon observeren was er in de bus niks aan de hand. Maar daarbuiten? Ik hoorde wel wat op de grond vallen. Ik belde Hennie die meteen zou terugkomen.

Op dat moment moet ik ook glimlachen. Misschien van de stress, maar het is ergens ook wel een nogal kolderieke situatie. Natuurlijk niet grappig, maar wel absurd! De chauffeur kwam tevoorschijn, bekeek de schade, maar het was duidelijk dat hij mij niet in de gaten had. Even was ik bang dat hij ervandoor zou gaan en ik probeerde het Roemeense kentekennummer erin te stampen, voor het geval dat. Maar gelukkig, de chauffeur bleef wachten en samen met Hennie werden alle plichtplegingen verricht.

Toen volgde het belangrijkste. Sinds de dreun speelde die ene gedachte namelijk voortdurend ergens in mijn hoofd. Getverderrie, het zal toch niet? Kijk ik hier lang naar uit, is een onbenullige botsing op de valreep spelbreker.

Gelukkig konden wij gewoon doorrijden naar ons doel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten