donderdag 7 november 2013

Hoekje


SPLATSH!!! Ik sta in een gangpad van Albert Heijn bij een schap met wijn. Ongeveer drie meter bij mij vandaan heeft iemand zojuist een fles laten vallen. Het schrikken van het uiteenspattende glas wordt echter na twee seconden overgenomen door het horen van een naderend onheil. Het schrapende geluid van scherven die zich over de tegelvloer verspreiden komt steeds dichterbij. Deze alertheid is een automatisme, noem het zelfbescherming, wat ik heb ontwikkeld gedurende enkele jaren rolstoelafhankelijk zijn. Een aantal scherven is precies onder mijn rolstoel tot stilstand gekomen.

De dader, ogenschijnlijk het voornaamste slachtoffer, kijkt eerst bedenkelijk naar de grond en direct daarna naar een kind, waarschijnlijk zijn dochtertje. Deze zit, bedremmeld kijkend, in het daarvoor bestemde kinderzitje, eersterangs om het onverwachte tafereel goed te kunnen aanschouwen. Het meisje is vermoedelijk nogal onder de indruk, want een door mij verwacht gebrul blijft achterwege. Waarschijnlijk is het kind nog te jong om dit tafereel te associëren met een bloedbad, waar het voor door zou kunnen gaan, maar waar kennelijk toch ook enige fantasie voor nodig is. Intussen zijn er een flink aantal nieuwsgierige blikken op hem gericht. De man maakt dan maar aanstalten om personeel te attenderen op de ravage.

Er is niemand die zich in die situatie bekommert om mij, wat ik mij overigens wel kan voorstellen, want waarom zou men ook? Waarschijnlijk is er niet het besef dat, wanneer ik nu voor- of achteruit zou rijden, er een vrij grote kans bestaat dat ik binnen enkele seconden en anders zeker over een aantal minuten met een platte band sta. En die pech is niet met een dweil of veger en blik op te lossen. Ongeluk zit in een klein hoekje. Maar scherven brengen geluk, ook al was het geluk slechts dat mij enige pech bespaard is gebleven

Onlangs kwam ik thuis na een ʹwandelingʹ. Normaal gesproken zou ik dan een voldaan gevoel moeten krijgen. Nu werd de sfeer echter overheerst door een naar luchtje. Dit aroma had ik een aantal minuten daarvoor, toen ik nog buiten was, ook al geroken. Binnensmonds geef ik al uiting aan frustratie wegens het doemscenario dat waarschijnlijk realiteit is geworden. Ik ben nondeju toch niet daadwerkelijk door die hondendrol gereden? Hoe halen sommige onbenullen het in hun hoofd om een hond op de stoep te laten schijten?

Eén van de deuren van mijn kledingkast is een lange spiegel. Als ik in spiegelbeeld mezelf wat heen en weer zie rollen, ontdek ik sporen van hondenpoep aan mijn banden. Het is niet veel, maar genoeg om een flinke stank te produceren. Ik geloof dat het geluk bij dit ongeluk was, dat het profiel van mijn banden al redelijk versleten staat was. Ik moest mijn adl-vrienden van Fokus om assistentie vragen voor een heel ʹsmakelijkʹ klusje.

Ongeluk zit in een klein hoekje. Dat geldt voor iedereen, ook voor mij. Het heeft waarschijnlijk wel meer impact, als ik bijvoorbeeld pech heb met computer of rolstoel. Maar ik ben positief ingesteld. Ondanks dat het wel eens tegenzit, lacht het leven mij toe! Ongeluk zit in een klein hoekje, geluk in de rest.

1 opmerking: