donderdag 19 november 2015

Koud


″Hallo, het is met Geert. Of ik geholpen kan worden om mijn sloffen aan te doen.″ In een andere situatie zou ik deze vraag tot assistentie ook door de intercom geslingerd kunnen hebben. Bijvoorbeeld wanneer ik in de loop van de avond zere voeten heb gekregen en dus mijn schoenen uit wil laten trekken. Maar nu is het vroeg in de ochtend, bijna half vier.

Zojuist ben ik wakker geworden en ik heb het koud. Rillingen trekken door mijn hele lichaam, dus dat is overduidelijk de reden voor deze onderbreking. De ervaring leert mij dat in een dergelijk geval mijn gedachte als eerste moeten uitgaan naar mijn voeten. Er is een grote kans dat deze, misschien is het trouwens maar één van beide, aan de basis staan van het vernikkelen. Snel uitgerekend besef ik dat ik er tot zojuist toch vier uren slaap heb opzitten, dus de veronderstelling dat het onmogelijk is om ondanks koude voeten de slaap te vatten gaat niet op. Kennelijk was mijn belangstelling voor dromenland sterker dan het toegeven aan de kou, maar ik vermoed dat ik de grens tussen toegeven aan slaap en verkleumen vlak voor het wakker worden heb overschreden.

Hoe het zenuwstelsel in mijn lichaam werkt, ik weet het niet. Maar het is overduidelijk dat er iets niet klopt. Zo komt het opvallend vaak voor dat er een behoorlijk onderling verschil zit in de temperatuur van mijn voeten. Twee koude voeten klinkt nog logisch, maar een koude voet? Over het algemeen word ik er bij het naar bed gaan op geattendeerd. Zelf heb ik het nauwelijks in de gaten, maar degene die mij prepareert om de nacht in te gaan kan niet anders dan, vermoedelijk nogal onder de indruk zijnde, mij te wijzen op dit niet alledaagse natuurverschijnsel. De ene voet voelt normaal tot warm aan,  maar bij de andere is de thermostaat richting de nul graden Celsius gedraaid. Of andersom!

Over veranderen kan ik meepraten. Fysiek, mentaal, maar ook qua beleving van kou ben ik anders dan voorheen. Oftewel, ik ben een koukleum geworden. Daar waar herfst en nazomer wedijveren om wie het warmst is, ik profiteer daar niet van. Enkele jaren geleden had ik van het vierseizoenendekbed hooguit één van de twee helften nodig. Drie van de vier seizoenen volstond de dikkere helft, in de zomer kwam het dunne dekbed in beeld. Dubbellaags was verre van fijn. Mijn interne verwarming werkte subliem. Een warme persoonlijkheid? Misschien. Ook was het totale gewicht van beide lagen samen gewoon te groot. In die tijd kon ik mijn lichaam nog een beetje bewegen, maar de zwaartekracht werkte als een bankschroef. Omdat ik tegenwoordig slechts een zoutzak ben, zou ik die dubbele laag wel weer eens kunnen proberen, in plaats van de extra deken die ik nu gebruik. Mijn enige beweging zijn enkele ongecontroleerde spasmen, maar daar zijn nog geen tien dekbedden tegen bestand.

″Eh… Je weet dat je al geitenwollen sokken draagt? Moet ik de sloffen eroverheen aan doen?″ Dat was ik vergeten, maar het heeft ook niets uitgehaald. Ik herinner mij weer dat ik bij het naar bed gaan één koude, maar wel bijna bevroren, voet had.

″Ja, doe maar, ik heb het zo koud.″

Geen opmerkingen:

Een reactie posten