zaterdag 29 oktober 2016

Strand



De angst die ik had kwam totaal niet overeen met het decor waarin ik mij bevond. Althans, menig man zou zich in een soortgelijke situatie misschien opgelaten, maar zeker comfortabel hebben gevoeld. Het is immers niet minder dan een walhalla wanneer in een iets te kleine ruimte twee vrouwen, met een lach op het gezicht, hun armen en benen strak om jou heenslaan. Maar ik, ik scheet bagger. Zelden heb ik zoiets spannends meegemaakt.


De keuze om in deze situatie verzeild te raken heb ik uiteindelijk zelf gemaakt. Ook al ging dit niet geheel van harte. Noem het een overduidelijk voorbeeld van groepsdruk, waarbij het enthousiasme van de anderen mij te sterk was. Gelukkig luisterde ik op dat moment niet genoeg naar mijn gevoel!

Twee dagen eerder was ik in Harlingen de veerboot naar Terschelling binnen gerold. Daarmee kwam een ondertussen vervlogen wens alsnog tot vervulling. De hoop om weer eens voor meerdere dagen op dit eiland te verblijven, ondertussen was dit jaren geleden, had ik door mijn omstandigheden verbannen. Vandaar dat, toen mij werd gevraagd om met een aantal mensen een midweek naar Terschelling te gaan, ik na een kort enthousiasme vrij snel weer landen in mijn realiteit. Er waren veel apen en beren, in de vorm van zorg en hulpmiddelen, op de weg tussen mij en het definitieve besef dat het door zou gaan.

Het feit dat er vier mensen mee gingen die ook vrijwilliger zijn bij Sailwise, de organisatie waarmee ik vaak ga zeilen, had mij in feite al meer vertrouwen moeten geven in een goede afloop. Ook had ik moeten beseffen dat het verre van een gezapig verblijf zo worden. Besmet zijn met het Sailwisevirus, betekent dat je ruimdenkend bent, met de intentie dat niet alles, maar wel heel veel mogelijk is voor mensen met wat voor beperking dan ook.

De eerste avond wordt geopperd om te gaan blokarten, ook wel strandzeilen genoemd. Leuk, dat wil ik wel eens zien, dacht ik nog. Maar ik moest natuurlijk, lees: mocht, meedoen. Zeg dan maar eens nee! Het pad door de duinen was iets te kort, oftewel het hield op waar het strand begon. Maar het blokartgebeuren bevond zich 300 m verderop. Mijn ″en nu?″ was natuurlijk een domme vraag. Die blokart-boys zouden mij vast wel even met hun Landrover willen ophalen, toch?

Achterin een Landrover zitten betekende nu ook letterlijk achterin. Mijn onderbenen bungelen er aan de achterkant uit. Met een rompbalans van 0,0 zou ik er meteen ook weer zijn uitgedonderd, wat ik al doemdenkend ook zag gebeuren. Gelukkig hadden twee zeemeerminnen op benen zich om mij heen gekronkeld. Ik smeekte hen om zich volledig op mij te concentreren, wat dan ook gebeurde. Allebei hielden zij mij goed vast. Met een been over mijn benen heen geslagen, het andere been achter mij langs. Op mijn verzoek sloegen ze hun armen ook strak om mijn lichaam. Wat was ik bang!

Daar aangekomen, werd ik op een stoel gezet. Een van de zeemeerminnen bleef achter mij staan om mij rechtop te houden. Ver verwijderd van mijn rolstoel, met mijn voeten op het strand. Dat was lang geleden!

Toen moest het eigenlijke avontuur, het blokarten, nog beginnen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten