″Ik jou wel″, antwoord ik op zijn eerste woorden
bij mijn binnenkomst: ″Nee, ik had jou zo niet herkent.″ Daar kan ik inkomen. In mijn vorige leven zat
ik redelijk strak in het pak, 1,88 meter lang en 75 kilo schoon aan de haak. Nu
dan wel zwaarder, maar waarschijnlijk nog even lang als toen. Hoewel, een
opgeblazen hoofd en een idem buik maakt dat ik door persdruk misschien wel één
of twee centimeters heb moeten inleveren. Maar bovenal, het is bijna een
decennium geleden dat wij elkaar voor het laatst zagen.
Dat
was juni 2008, tijdens een teamfeest, waar uitbundig afscheid werd genomen van
mij en enkele collega’s. Feest? Tja, ergens eigenlijk ook niet! Toen ik per taxibusje
naar huis ging, werd ik door iedereen uitgezwaaid. Dat was mooi en heftig
tegelijk! Jammer dat ik moest stoppen, want ik had het daar erg naar mijn zin.
Boeiend werk, fijn team. Maar het kostte steeds meer moeite om mij middels scootmobiel,
trein en een slappehap lichaam van Zwolle naar Ermelo, en ook dus terug, te
verplaatsen. Om in het lokaal achter een rollator te moeten strompelen.
Had
ik nog kunnen doorgaan? Misschien, maar niet lang. Klagen zou ook niet terecht
zijn. Ik had van Govert Jan Visser en Annie de Groot, de directie, de
mogelijkheid gekregen om te blijven werken. Ze hadden mij vijf jaar daarvoor ook
ziek thuis kunnen laten zitten. Een eigen klas runnen lukte niet meer,
ondersteunend vakdocent ICT zijn nog wel. Ik? Met computers? Het zelfvertrouwen
daarin moest nog groeien.
Het
zwarte gat was een angst. De toekomst was onzeker. Verzanden in doemdenkerij
was mij destijds niet vreemd. Het was de basisschool waar mijn dochters destijds
op zaten die aanbood dat ik wel wat voor hen zou kunnen betekenen. Of ik de
tweewekelijkse nieuwsbrief wilde samenstellen. Ja graag! Anno nu doe ik dit nog
steeds. Het was afgelopen september dat ik las dat ene Govert Jan Visser op die
basisschool interim directeur was geworden. Hij die ik ken? Ja, die dus. Toch maakten
wij pas veel later een afspraak en onlangs zagen wij elkaar. Mooi, bijzonder!
Waarschijnlijk
gewoon heel toevallig, misschien had het wel zo moeten zijn. Terwijl er net
enig e-mailverkeer met Govert Jan was, kwam ik enkele weken geleden Annie de
Groot tegen. Zij die ik ken? Ja, die dus. In Almelo, bij een bijeenkomst waar
ik als ervaringsdeskundige, waarmee ervaring laat zich raden, voor Stichting
MEE IJsseloevers een bijdrage leverde aan een workshop. Ik was nauwelijks de
betreffende locatie binnen gerold of ik zie een vrouw voorbijlopen, die een ‘Verrek,
die ken ik’ opriep. Ze was alweer verdwenen voordat ik het wist.
Toen
ik haar later die dag weer zag, greep ik mijn kans. Ze kijkt mij aan als ik pal
voor haar neus stil blijf staan en ″hallo
Annie″ zeg. Een beetje eigenaardig,
maar zij draait haar hoofd ook weer weg. Ik meen te zien dat zij zich
ongemakkelijk voelt en ik hoor haar denken ‘moet ik hem kennen?’.
Als
ik mij via mijn naam bekend maak, volgt er een slaak van herkenning: ″Géért Jan, wat leuk! Ik herkende jou
absoluut niet.″
Geen opmerkingen:
Een reactie posten