zaterdag 8 mei 2021

Doemdenken

Zou het kunnen? Ik voel het toch echt. Maar hoe kom ik eraan? Sterker, hoe kom ik er vanaf. Is het gevaarlijk? Het zal wel een kwestie worden van rust houden en medicijnen slikken, waar ik allebei dus totaal geen zin in heb. Het begon waarschijnlijk bij dat hardnekkige snotje in mijn neus. Het peuteren deed goed zeer. Uitleg!

Snuiten kan ik niet, dus als er een noodzaak is zal een medewerker met een stuk wc-papier in mijn neusgaten moeten boren. Geloof me, een goed resultaat vraagt soms om pijnlijden. De laatste dagen heb ik mijzelf dus enkele keren moeten laten martelen.

De klok zei 3:00 en ik was wakker geworden met een soort van hoofdpijn, wat binnen no-time was verworden tot een mogelijke voorhoofdsholteontsteking. De gedachte dat dit een gevolg was van het neuspeuteren kon ik op dat moment niet loslaten. De volgende ochtend was de hoofdpijn weg en van de doemdenkerij was niets over. Dergelijke gedachtendwalingen zijn mij niet vreemd. Zo heb ik de laatste tijd gedurende de nacht bijvoorbeeld al enkele aanstaande tumoren geconstateerd. In hoofd, blaas en darmen.

Volgens Google betekent doemdenken uitgaan van het negatieve. Gelet op bovenstaande is de term Hypochondrie, het inbeelden een ziekte of aandoening, misschien meer op zijn plaats. Toch ben ik maar zo vrij om mezelf niet tot dit ziektebeeld te rekenen. Dat ik meer dan af en toe bij de huisartsenpraktijk aanklop voor informatie of om een afspraak te maken, pleit dan misschien weer niet in mijn voordeel.

Zoals wel vaker overkwam mij onlangs weer eens precies het tegenovergestelde. Het begon trouwens wel met een soort van vooraankondiging. Die zaterdag, gewoon overdag, voelde ik mij niet echt lekker. Door ervaring durfde ik aan een blaasontsteking te denken. Eerder realisme dan doemdenken. Dat zou dan de zoveelste in korte tijd zijn.

Mijn kop in het zand steken doe ik nu niet meer, dus besluit maandag maar wat urine te laten controleren. Helaas, zondagavond ontdek ik geen speciale opvangpotjes meer te hebben, terwijl ze bij de huisarts toch duidelijk hadden aangegeven deze graag te zien. Die maandagochtend lever ik met enige gĂȘne een royale Tupperwarebak in, met een bodempje urine. Ik mij nog verontschuldigen, maar het werd mij vergeven. Voor de zekerheid kreeg ik wel een hoeveelheid potjes mee. Vanmiddag moest ik bellen voor de uitslag.

‘Het is niet duidelijk te zien. De huisarts krijgt het idee dat u te weinig drinkt.’ Wat raar, want ik drink mij het schompus aan water. Mijn enigszins doemdenkerige vraag of het zou het kunnen zijn dat ik misschien te veel drink werd nauwelijks beantwoord. Het antwoord wist ik eigenlijk zelf al. Voor de zekerheid moest ik morgen nog maar een keer urine wegbrengen. De rest van de dag voelde ik mij prima, begint te twijfelen en enigszins bezwaard keer ik de volgende dag terug.

‘U heeft weer een fikse blaasontsteking. De huisarts heeft u daarom antibioticakuur X voorgeschreven. Maar u moet aan uw uroloog vragen of al die antibiotica geen kwaad kan. Misschien zijn er nog andere opties. Eigenlijk wil ik vragen waarom ik dat zelf moet doen en niet de huisarts. Maar ik zal mij actief opstellen.

Beter doendenken dan doemdenken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten