zondag 23 januari 2022

Blessure

Enige lichaamsbeweging is sinds een decennium passé. Alleen externe krachten kunnen mijn logge lijf tot enige activiteit brengen.

Bij het aan- en uitkleden moeten zorgmedewerkers dagelijks flink aan mij sjorren, terwijl de fysiotherapeut wekelijks mijn armen en benen oprekt, voor een betere doorbloeding. Daarna worden mijn benen altijd 10 minuten lang aan een elektrische hometrainer verankerd. Enige tijd geleden zijn er gelukkig speciale handvaten aangeschaft, zodat ook wekelijks mijn armen kunnen ronddraaien.

De fysiotherapeut liet een kleine hometrainer zien, waarmee ik daadwerkelijk at home kon trainen. Voor mijn benen was de aandrijving te zwak, maar mijn armen konden nu dagelijks worden gepijnigd. Online besteld stond het apparaat vorige week op mijn keukentafel.

Toen een pgb-hulp mij provisorisch vastmaakte en het apparaat activeerde, was mijn aankoop voor drie seconden geweldig. Tot mijn rechterhand los schoot en de duim vermorzeld werd. Het apparaat werd diezelfde middag teruggestuurd met een zwaar gekneusde duim als dierbare herinnering. Was dit een flater of een serieuze sportblessure? Ik moest denken aan wat een blessure leek, maar dat toch niet was.

Kwam het door die basketbaltraining? Destijds heb ik mij dat werkelijk afgevraagd. Die ene dinsdagavond, najaar 1987, voelde ik immers een pijnscheut als gevolg van een rare beweging in mijn schoudergewricht. Dat moest eigenlijk wel de oorzaak zijn. Toch? Of was het misschien gewoon toeval dat ik na dat uurtje in de sporthal nauwelijks kon rennen. Mijn linkerarm en -been opvallend voelden moe, zwaar. Hoe kon ik toen het werkelijke verhaal weten?

De dagen daarna werden de betreffende ledematen steeds slapper. Die vrijdag ging ik maar eens naar de huisarts. Raar was dat het maar niet lukte om tijdens het fietsen een shaggie te draaien. Ik werd doorgestuurd naar het ziekenhuis en daar zou ik een dikke twee weken blijven. Na enkele dagen was de halfzijdige verlamming compleet, maar 10 dagen later kon ik weer normaal lopend het ziekenhuis verlaten. Met een chronische ontsteking in mijn rechterhersenhelft als de oorzaak op zak. 12 jaar later werd dit als een eerste uitval door MS verklaard.

De jaren daarna heb ik volgens mij nog vaak gesport, maar nooit meer in teamverband. Waarom ik basketbal niet meer deed, weet ik niet meer. Angst? Toen ik een jaar of 26 was deed ik af en toe aan squash. Op een gegeven moment ontdekte ik dat ik bij inspanning vlekken voor mijn ogen kreeg en daardoor finaal over de bal heen maaide. Hierover begon ik mij lichtelijk zorgen te maken. Ook was ik begonnen met joggen. Had ik aanleg? Het ging mij afhankelijk makkelijk af. Maar de lol ging eraf toen ik klachten kreeg betreffende de loopcoördinatie.

Eenmaal bekend met MS heb ik mij nog gestort op de fitness in de hoop dat mijn spieren sterker zouden worden. Lulkoek natuurlijk. Ook ging ik zwemmen, want dat zou verstandig zijn. Wat was dat zwaar! Toen dat ook geen optie bleek, volgde nog een soort van doorstart met therapeutisch zwemmen. Totdat ik door de therapeut geholpen moest worden om mijn zwembroek aan en uit te doen. Voor mij was dat toen de grens.

In de ernaast gelegen fysiotherapieruimte zag ik een elektrische hometrainer.staan. Daar wilde ik wel mee bewegen!

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten