vrijdag 20 maart 2015

Waan


Als kind van acht ging ik op voetbal. Een twee jaar daarvoor aangegaan avontuur met judo werd een zeer matig succes. Aangezien voetbal totaal niet leefde bij mij, zal dit geen weloverwogen keuze zijn geweest. Eerder een vanzelfsprekendheid, een bijna logisch gevolg van dat andere jongetjes uit mijn klas ook op SV Hoofddorp zaten. Of ik voetballen echt leuk was gaan vinden of dit slechts dacht, eenmaal wonende in Zwolle werd ik gewoon weer aangemeld bij CSV’28.

Er zat overduidelijk gewoon geen voetbaltalent in mijn genen. Dat werd volgens mij iedere training en wedstrijd duidelijk. Waarom ik mijzelf dan bleef kwellen? Goeie vraag! Er is ooit twee keer een bal via mijn voet in het doel van de tegenstander beland. Het zou me niks verbazen als het beide keren meer geluk dan wijsheid was. Mijn prijzenkast op voetbalgebied gaat niet verder dan enkele onbenullige vaantjes die ieder voetballertje kreeg aan het einde van weer zo’n saai toernooi.

Eén keer heb ik de krant gehaald. Het zal 1983 zijn geweest. De Peperbus, een plaatselijke weekkrant, plaatste iedere week een foto met het elftal van de week. Het rare is dat ik mij dit feit met 100% zekerheid nog kan herinneren, maar mijn ouders totaal niet. Helaas kan ik het bewijs nergens meer terugvinden en dus bestaat er een kleine mogelijkheid dat ook hier de wens de vader is van de gedachte.

Het eindstation van mijn voetbalcarrière viel samen met wat op zich een heuglijk feit zou moeten zijn. Met C2 van CSV’28 werden wij kampioen. Ik kan beter zeggen dat mijn team kampioen werd. Bij mij was het plezier eigenlijk ver te zoeken. Het overkwam mij namelijk dat de twee ons begeleidende vaders, in plaats van eerlijk rouleren, zéér regelmatig mij een helft buiten het veld lieten. Mij de smoes voorhoudend dat ik nog aan mijn ontwikkeling moest werken, maar dat het wel steeds beter ging. Het was jaren later dat ik hun ware intentie doorzag. Ik kan nu nog boos worden om dat asociale gedrag.

Bij basketbal kwam ik beter uit de verf. Maar op mijn 17e kreeg ik opeens een verlamming, wat 12 jaar later tijdens de diagnose MS werd verklaard als zijnde een eerste schub, een door MS veroorzaakt uitval. Veel later, tijdens de laatste jaren van mijn vorige leven, leerde ik joggen ontdekken. Aanleg was er wel, dacht ik. Toen ik echter haperingen in de coördinatie tegenkwam, werd MS geconstateerd. De rest is geschiedenis.

De enige momenten dat ik echt uitblonk als voetballer was wanneer ik in m’n eentje voor de spiegel stond, al dan niet met mijn voetbalkleren aan. In mijn fantasie gaf ik perfecte passes en maakte ik de mooiste doelpunten. Jaren later hoorde ik het nummer ‘Naar de top’ van Tröckener Kecks en herkende hierin mijzelf.

Het stadion veert overeind, want dit is ongehoord
Die nieuwe, net nog onbekend, heeft al twee keer gescoord
En als hij straks de cup ontvangt en toont aan zijn publiek
Staat hij daar nog voor zijn TV en niemand die het ziet

Iedereen wil naar de top
Droomt van roem en avontuur

Geen opmerkingen:

Een reactie posten