vrijdag 1 maart 2013

Filosoferen

En de klok zegt tik, tik
Tikt al mijn uren weg

Zo begint het lied Rigoreus van The Scene. Deze zinnen kwamen spontaan in mij naar boven toen ik op bed lag en alleen maar naar een klok kon staren. Niet thuis, maar aan de andere kant van Zwolle. Dat was vorig weekend, in het ziekenhuis. Ik keek uit op een witte muur met als enige opsiering die klok. Omdat ik afhankelijk ben van een tillift om uit bed te komen, wordt ik bij een ziekenhuisopname automatisch op een kleinere zaal gelegd, waar de ruimte om het bed groter is. Het gevolg is wel dat er nooit iemand tegenover je ligt. Altijd maar die muur. Hoe de tekst verder gaat wist ik niet meer. In de context van dit verhaal is de rest ook niet belangrijk. Sterker nog, ik weet eigenlijk niet eens waar het over gaat. Wie wel?

En de klok zegt tik, tik
Tikt al mijn uren weg

Er zijn ziekenhuisopnamen die gepland zijn, waar men zich op kan voorbereiden. Deze keer was totaal onverwacht. Donderdagavond werd ik rillerig en kreeg een lichte koorts. Op tijd naar bed gegaan, maar ik kon moeilijk de slaap vatten. De volgende ochtend was ik om acht uur het liggen beu, maar het lukte mij niet om assistentie te vragen. Behalve dat mijn hoofd als een brok beton voelde, leken mijn ledematen van hetzelfde materiaal. Ik kon niets bewegen. Na vijf pogingen, met tussendoor lange pauzes, besefte ik dat wachten de enige optie was. Wachten totdat de medewerkers van Fokus mij zouden gaan missen. Om kwart voor twaalf werd geprobeerd om mij te bereiken middels de intercom. Omdat ik niet kon reageren, kwamen ze mij  opzoeken. Het tikken van een voordeursleutel kwam mij ter ore. Een enigszins onzekere stem riep mij. Die emotie in de stem begrijp ik wel Wat treffen ze aan? ʺGeert Jan? Hallo, gaat alles goed?ʺ

De vorige avond had ik geen rode kool gegeten, maar er was wel een rode kleur te zien in mijn urine. Dat is uiteraard niet goed. Tevens heb ik hoge koorts, een flinke hoofdpijn en nog steeds een krachteloos lichaam. Genoeg redenen voor de ondertussen aanwezige huisarts om mij naar het ziekenhuis te laten gaan. Vanuit de ambulance kom ik eerst op een kamertje van de afdeling Acute Opname terecht, voor enkele onderzoekjes. Men denkt aan een blaasontsteking. Vlak voordat ik vertrek naar een andere afdeling, wordt mij nog even een vraag gesteld: ʺWat is uw wens dat wij doen wanneer uw hart het dreigt te begeven?ʺ

De kans is klein, maar ze moeten het vragen. Wat een onderwerp om in een paar seconden over te moeten beslissen. Ik mag de beide mogelijkheden nu tenminste tegenover elkaar plaatsen. Anderen is dit geluk niet gegeven. Ik wil nog niet dood, dus laat ze maar hun best doen voor mij. Maar aan de andere kant, als er wat gebeurt en ze kunnen mijn hart redden, hoe kom ik daar dan weer uit? Wil ik dan nog wel verder leven? Ik wil nog van het leven genieten, bovendien kan ik niet zonder mijn twee dochters. Maar wat hebben die eraan als hun vader niet meer dezelfde is.

Zo lig ik dus niet veel later op een kamer op afdeling A3. Mijn rolstoel staat nog thuis. Op dat moment moet ik overigens nog even niet denken aan rechtop zitten. Maar het zou wel handig zijn als die hier zou komen, vinden arts en verpleegkundigen. Maar hoe, dat laten ze aan mij over! Even een tijdschrift pakken lukt me niet. Het is dus voorlopig liggen, staren en nog eens liggen staren. Gelukkig werken mijn hersenen nog prima. Denken, mij ongelukkig voelen, fantaseren en misschien wel filosoferen. Ik? Filosoferen? Ach, het klinkt wel interessant.

En de klok zegt tik, tik
Tikt al mijn uren weg

Zaterdagmiddag komt er opeens een rolstoel mijn kamer binnenrijden. En wie zit erin? Niemand! Maar Susanna loopt erachter. De rolstoel besturend met de nieuwe joystick op de rugzijde is zij, samen met mijn zus Corinne, met de bus vanaf mijn huis naar het ziekenhuis gegaan. Ik ben trots, supertrots! Op dat moment is zij de enige die dat kan.
Maandagavond mocht ik weer naar huis. Gelukkig, eenmaal thuisgekomen kon ik weer los op de digitale snelweg. Ik moet nog een week antibiotica blijven slikken.

En de klok zegt tik, tik
Tikt al mijn uren weg
Voor wie wacht komt alles steeds te laat

En de klok zegt tik, tik
Op de witgestucte muur
Voor wie wacht komt alles steeds te laat

Je blik gericht op een plek op mijn lichaam
Het is alsof je zegt
Doe iets, nu, hier, voor mij
En doe het

Rigoreus en onverwacht
Rigoreus en ondoordacht
Rigoreus door dik en dun
Rigoreus, rigoreus, rigoreus, maar altijd uit het hart

En ik weet wat jij verlangt
En ik weet wat jij verdient
Voor wie wacht komt alles steeds te laat

En de klok zegt tik, tik
Tikt al mijn uren weg
Voor wie wacht komt alles steeds te laat

Ik weet nog steeds niet waar het over gaat. Toch nog wat langer filosoferen?j

Geen opmerkingen:

Een reactie posten