Leo
Blokhuis, Vincent van Gogh, Freek de Jonge, Arie Boomsma, Geert Jan den Hengst.
Mensen die ieder op hun eigen manier op de voorgrond treden en hun kwaliteiten
durven te tonen. Net als Angela Merkel, Annie M.G. Schmidt en Geert Mak. Zo verschillend
en toch is er iets wat hen, wat ons bindt. We zijn kinderen uit een
domineesgezin.
Mijn
vader is als dominee in 1964 begonnen in Grijpskerke. Daarna volgden Den Helder,
Hoofddorp en vanaf 1980 Zwolle. Het grootste deel van mijn leven woon ik dus al
hier. Ik deed er de middelbare school, mijn opleidingen, mijn huwelijk en ben
er mijn vaderschap begonnen. Officieel mag ik mij niet zo noemen, maar ik voel
mij wel een Blauwvinger. Het is de
bijnaam voor Zwollenaren, van origine zelfs een scheldnaam, bedacht door de Kampersteuren. Zonder al te
chauvinistisch te worden, Zwolle is wel mijn stad.
Verbazing,
afschuw, bewondering, ongeloof, medelijden, ik heb veel reacties te horen
gekregen op het beroep van mijn vader. Behalve dan jaloezie. Ik heb het nooit
als vervelend ervaren. Er leefde een bepaald beeld van domineeskind zijn. Van
een strenge opvoeding en nauwelijks iets mogen heb ik niks gemerkt. Het is
speciaal, al is het alleen maar omdat het een niet alledaags beroep is. Sterker
nog, het is een langzamerhand uitstervend beroep. Niet alleen de kerken lopen
leeg, ook de kansels.
Dat je
vader dominee is, maakt dat veel mensen weten wie jij bent. Vaak is dat
trouwens niet wederzijds. Ooit ging ik gestresst naar een EHBO-examen. Daar
bleek men mij te (her)kennen en ik slaagde glansrijk. Wat was daar de oorzaak
van? Een minder leuk aspect is dat mijn vader vaak weg was. Vergaderingen,
bezoeken afleggen of anders wel de hele zaterdag bezig om een preek te maken.
In 2002
is er een onderzoek gedaan onder domineeskinderen. Eén conclusie hieruit was
dat deze groep zich meer dan andere mensen verantwoordelijk voelen voor de
samenleving en de maatschappij. Ik heb het altijd al geweten, ahum. Naar
aanleiding van dit onderzoek volgde in datzelfde jaar ook een symposium voor en
over domineeskinderen in de Nieuwe Kerk in Amsterdam. Ongeveer duizend personen
uit deze doelgroep waren aanwezig, onder wie veel bekende Nederlanders, zoals Brainpower,
Harmen Siezen en Anton Corbijn. Ik had de mogelijkheid om er heen te gaan, maar
zoals wel vaker het geval was destijds, ik had geen interesse. Achteraf gezien
had ik er bij willen zijn. Maar ik stond nog heel anders in het leven.
Thuis
hadden wij een singletje van Boudewijn de Groot, De dominee van Amersfoort. Ik heb het grijs gedraaid en kan het nu
nog vrijwel meezingen.
De dominee van Amersfoort, die
heeft z'n eerste vrouw vermoord.
De tweede heeft hij ook gekeeld en
de derde heeft zich doodverveeld.
Alleen met nummer vier, gaat het
van tierelierelier …
De dominee en nummer vier hebben
geweldig veel plezier.
Hun leven is alleen maar pret, ze
liggen dag en nacht in bed.
Behalve één dag per week, dan
houdt de dominee zijn preek …
Zondags zegt de dominee: "zo
gaan we naar de ratsmonee.
Ons leven is alleen maar zonde,
als we 't maar eens laten konden".
Devoot kijkt hij naar het kruis en
dan denkt hij weer aan thuis …
En thuisgekomen fluistert zijn
vrouw: "vergeet het allemaal maar gauw.
Je weet niet eens of God bestaat
en je hebt het hier toch lang niet kwaad.
Kom nou maar gauw hier, dan gaan
we van tierelierelier" …
Maar op een mooie dag in mei, toen
stierf die zondige dominij.
Het hele dorp was in de rouw en
wat je zo niet denken zou,
hij kwam in het paradie en vond er
zijn vrouwen alle drie …
Helaas ontbrak nog nummer vier.
Die ging van tierelierelier,
met de voorzitter van het
kerkbestier...
Ik ben
opgevoed met christelijk leven. De kerk heeft een grote rol in mijn leven
gespeeld, zoals de jeugdclubs en het met elkaar op zondagochtend bovenin
in de kerk zitten. En dan horen van de anderen dat mijn vader zo lang kan
lullen. Hoewel het niet meer zichtbaar is en ik geen lid meer ben van een kerk,
heb ik het geloof niet compleet losgelaten.
In
Hoofddorp, als René Klaassen en ik samen ruzie maakten met iemand anders,
schreeuwde René dat zijn vader de ander wel met een hamer op diens kop zou
slaan. Ik vulde dit aan met de dreiging dat mijn vader dan de bijbel zou pakken
om te meppen.
Het
allerbelangrijkste vergeet ik bijna nog. De dominee heeft ook een vrouw. Mijn
moeder was in vele opzichten de spil. Thuis in het gezin, in de familie, maar
zeker ook voor mijn vader, de dominee. Op het symposium zullen velen zich dit
van thuis ook herinnerd hebben.
Toen ik
ooit betrapt werd op diefstal van een paar stiften, vond ik het ergste dat er
gevraagd werd naar het beroep van mijn vader.
Buurman, ik vind je met iedere blog bijzonderder worden! Enne vier jaar later in 74 heb ik ook het levenslicht gezien in Den Helder.
BeantwoordenVerwijderenOladijee... mevrouw den Hengst en Dominee.....
BeantwoordenVerwijderen