woensdag 24 december 2014

Wish


Tegen het einde van het tijdperk dat ik nog kon autorijden, ondertussen bijna tien jaar geleden, moest ik gaan erkennen dat ik niet zonder kon. Terwijl ik bij toeval, lees: voor de gein een bril van een bijrijder opzette, werd ik wakker geschud, want kentekenplaten werden opeens weer duidelijk te lezen, verkeersborden leken als nieuw. Ondertussen kan ik niet meer zonder en voel mij zelfs kaal als ik hem vergeten ben mee te nemen naar daar waar mijn ogen op de proef worden gesteld.

Het gebeurt bijna onopvallend, maar mijn stilletjes uitdijende hoofdhuid heeft in de loop der jaren al enkele keren aan mij om een ander model gevraagd. Misschien iets groter, in ieder geval breder. Voor een concrete oogopmeting of gewoon om een ander montuurtje te proberen, ik heb ze allemaal wel eens van binnen gezien. Pearle, Specsavers, Hans Anders, in feite zijn ze allemaal hetzelfde. Of toch niet? Bij Eye Wish Opticiens schijn je nog de aandacht te krijgen die je eigenlijk nergens anders meer ziet.

Terwijl scènes van een gejaagde, onpersoonlijke samenleving worden getoond, spreekt een stem erover dat tegenwoordig alles sneller moet, maar wel met minder mensen. En dat daar in de toekomst ook niet vlug verandering in zal komen. Daarmee heeft men wel een punt, want anno nu wordt er op veel beleidsterreinen beknibbeld. Zeker in de zorg, want of het nu gaat om ouderen, jongeren of gehandicapten, efficiënter werken is de norm en inderdaad, aandacht wordt steeds meer een schaarste. Spijtig voor hun eigen wil of wens, eigenlijk mag iedere doelgroep blij zijn dat er überhaupt nog zorg is.

Alleen niet als het aan Eye Wish ligt, want daar heeft men sociaal gedrag nog hoog in het vaandel staan. Omdat ik er nogal content over ben dat ik bij Fokus zelf de regie in handen kan houden, wensen mag uiten en mens mag zijn, heb ik het bestuur van de Fokus een voorstel gedaan. Laten we een samenwerkingsverband aangaan met deze brillenclub. Al is het alleen maar om de naam enigszins te kunnen overnemen, waarbij wij als dochteronderneming de naam ‘Eye Wish Opticiens’ kunnen verbasteren tot ‘I Wish Cliënten’. Dit is een belachelijk verhaal natuurlijk, maar mocht het zover komen, dan zou in dat geval wel dezelfde slogan kunnen worden gebruikt: aandacht, echte aandacht, waar vind je het nog?

Uiteraard mag ik alleen voor mezelf praten als ik zeg dat het goed toeven is bij Fokus, hoewel ik mij niet kan voorstellen dat mede-cliënten hier anders over denken. Ik durf het woord voorrecht gerust in de mond nemen. Waar wordt er nog, bijna vanzelfsprekend naar mijn wensen geluisterd? Een jaar geleden werden wij zelfs verlost uit onzekerheid door de Tweede Kamer, die een groen-licht-signaal afgaf? Deze manier van wonen zou het voorbeeld zijn van hoe de zorg er in Nederland uit zou moeten zien. Alle geluiden uit de samenleving over inleveren en bezuinigen onder elkaar zettend, lijkt het erop dat ik bij Fokus veilig ben. Een waarzegger ben ik niet, misschien kan ik beter de woorden ’voorlopig veilig…’ gebruiken, met de fingers crossed.

Als het promotieteam van Fokus nog een medewerker zoekt, hierbij een open sollicitatie.

I wish iedereen en ook mijzelf een voorspoedig 2015!

donderdag 18 december 2014

Keuze


Hij was er bijna, hooguit nog 200 meters en dan mochten de armen de lucht in. ″Kat in het bakkie″, heeft hij wellicht tegen zichzelf gezegd, hoewel ik mij afvraag of hersenen op dat moment nog iets kunnen produceren, laat staan een onbenullige uitdrukking. De komende 20 seconden moest hij gewoon full speed richting de finish, met als enige obstakel een aan het ijs vastgemaakt blokje, welke hij òf links òf rechts moet passeren.

Had hij zijn gevoel maar gevolgd en de regelmaat van de afgelopen 24 rondjes maar gewoon vastgehouden, dan zou de logica hem vanzelf naar de buitenbocht hebben geleid. Ik vermoed dat Sven geeft geleerd om op cruciale momenten een stilte in zijn hoofd te creëren, om zich van het publiek en hun gejoel af te sluiten. Toch drong een voor hem bekend stemgeluid door zijn trommelvlies heen: ″links, links, links!″
        
Officieel heet het een keuze, maar in feite valt er niet veel te kiezen voor mij. Recentelijk leek ik weer terug bij af te zijn, nadat ik dankzij een medische ingreep het een klein jaar had kunnen omzeilen. De zenuwblokkade was kennelijk uitgewerkt. Naar wat er zich exact afspeelt binnen in mijn schedeltje kan ik alleen maar gissen, maar kennelijk hadden de zenuwen zich dusdanig hersteld dat er weer tijd en ruimte was om pijnprikkels naar mijn kaken te sturen. Aan mij was de overweging hoe hiermee om te gaan.

Allereerst moest ik de aangezichtspijnen weer een plaats gaan geven binnen mijn dagelijkse emoties. Zoals je eerstvolgende verjaardag een vrijwel zeker feit is, wist ik ook dat ik hier op kon wachten. Maar godfriedvanbouillonblokje, toch niet nu al? Na de eerste ingreep duurde het 13 maanden voordat ik weer werd opgeschrikt. Na de tweede zenuwblokkade was ik nu nog maar negen maanden onderweg. Thuis heb ik een aantal doosjes liggen met medicijnen tegen de zenuwpijnen. Ze helpen terdege, dus compleet machteloos voel ik mij op dat gebied niet. Maar de bijwerking dat ik er zo duf als een konijn van word, weerhoudt mij ervan om gedachteloos maar de gemakkelijkste weg te nemen. De vraag aan mijzelf is dus wat meer kwaliteit biedt: leven zonder pijn of helder van geest zijn.

Er is voldoende argumentatie te bedenken om voor de farmaceutische pijnbestrijding te kiezen. Totdat er een volgende zenuwblokkade is uitgevoerd is leven met een tijdbom anders het enige alternatief, niet wetende wanneer deze afgaat. Uit zelfbescherming durfde ik mijn tanden nauwelijks meer te poetsen. De bittere smaak in mijn mond ten spijt, ik hoorde liever mijn eigen advies om niet toe te geven aan het vooruitzicht van versuffing. Maar na ruim drie dagen capituleerde ik en besloot om de volgende dag te starten met de medicatie. Terwijl ik mij ‘s avonds ter voorbereiding op het tandenpoetsen weer schrap zette en ook mentaal voorbereid was op het allerergste, kon ik twee minuten later alleen maar concluderen dat ik gevrijwaard was gebleven. En toegegeven, eigenlijk gold dit voor de gehele afgelopen dag.

Nu, een aantal dagen later ziet het leven er nog steeds rooskleurig uit wat dat betreft. Wat er in mijn hoofd is gebeurd weet ik niet, maar gelukkig heb ik naar dat ene stemmetje geluisterd.

zondag 7 december 2014

Daarom


Antwoorden kunnen er vaak niet of nauwelijks gegeven worden, terwijl de vraag zelf zo kinderlijk eenvoudig is. Vrijwel iedereen zal het vragende kind herkennen: ″waarohhùm, waarohhùm dan?″ Bram Moszkowicz had een duidelijke reden om Jort Kelder in elkaar te willen laten slaan. Jort had hem zonder pardon een ’maffiamaatje’ genoemd. Op de A28 bij Staphorst is een man aangehouden, omdat hij 181 km/u reed. Waarom? Hij moest zijn zoontje naar voetbal brengen, zei hij. Kennelijk had hij zijn verstand thuis laten liggen.

In Amsterdam heeft een groep van 14 jongens met extreem veel geweld een straatmuzikant beroofd van zijn dagopbrengst. Naar het waarom van de ogenschijnlijk zeer normale man, die de De Molletjes heeft afgeperst, blijft het nog gissen. Een paar totaal verschillende verhalen, maar met één vraag: wat bezielt hen? Waarom doet een mens dat wat hij of zij doet? Absoluut geen filosofisch inslag hebbende, maar ook ik heb die waaromvraag. Waarom de bananen krom zijn heeft nog een wetenschappelijke verklaring. Maar zodra het om mensen gaat, wordt het kennelijk al een stuk ingewikkelder. Of het nu gaat om het koppie van die meneer op de A28 of de ideologie van IS.

Van een totaal andere orde, maar net zo’n eenvoudige vraag met een ’ingewikkelder-dan-het-lijkt‘ antwoord kwam ik enkele weken geleden tegen in Luttenberg. Nog nooit was ik er geweest, maar een vriend woont sinds kort in De parel van Salland. Halverwege november reed een taxibusje erheen, met mij erin vastgeketend. De zonnige zaterdagochtend, gecombineerd met het palet aan herfstkleuren, maakten de reis zeker niet tot een straf. De route die was uitgekozen door de chauffeur was wel een ramp, met al jaren niet bijgewerkte klinkerweggetjes die kennelijk de kortste weg vormden. Omdat zijn huis niet rolstoelvriendelijk is en ik nieuwsgierig was naar het vrijwilligerswerk wat hij doet in het Sallands Landbouwmuseum De Laarman, spraken wij daar af.

Daar aangekomen schoot ik eerst even in mineur. De ingang was bovenaan een trap, dus waarom had ik überhaupt de reis ondernomen? Maar niet veel later sta ik in een lift, waardoor ik bij het einde van mijn bezoek alle verdiepingen heb kunnen aanschouwen. Eerst maar eens even bijkletsen. Maar we zijn daar niet de enigen, dus van een uitgebreid gesprek komt niets terecht. Na een kop koffie en een plak krentenwegge beginnen we aan een rondleiding, gegeven door een meneer die al vele jaren als vrijwilliger aan het museum is verbonden.

In de voormalige veevoederfabriek zie ik allerlei facetten van het agrarisch leven van weleer. Van ouderwets keukengerei tot het in beeld brengen van de evolutie binnen de landbouwbewerking.
Op een groot paneel lees ik de woorden: Waarom mensen geen eikels eten. Ik voel me niet allenig tijdens het realiseren dat ik hier nog nooit over heb nagedacht. Ooit begonnen mensen met het verbouwen van gewassen. Maar waarom wel granen en aardappels, maar niet de voedzame eikels gegeten worden, dat wordt goed uitgelegd. Dat lijkt mij interessanter dan wat er in het hoofd van menig andere eikel afspeelt.

Waarom er MS in mij zit? Wie het weet mag het zeggen.

woensdag 3 december 2014

Handleiding


Zoals meestal achteraf pas blijkt, had ik het onderschat. Of in feite had ik mijn verzoek tot assistentie, welke zonder enige twijfel zou gaan komen, geen seconde in ogenschouw genomen. Als ik naar de film wil, dan ga ik naar de film. Natuurlijk besef ik dat er dan wel wat bij komt kijken, maar dan hebben we nog altijd een mond om uitleg te geven. Het leven op de automatische piloot bevalt me wel. Zorgen maken moet iemand anders maar doen.

Zoals iedereen draai ik tussen de oren altijd een riedeltje af voordat ik op pad ga. Portemonnee, bril, rietjes, urinaal,… Het bosje huissleutels mag ik vergeten, want die is geïntegreerd in mijn rolstoel. Op pad gaan zonder rietjes is over het algemeen geen probleem. Het eventuele biertje krijg ik hoe dan ook wel weggewerkt. Naar het filmhuis gaan zonder bril is gelukkig nog net niet onmogelijk, wel zeer onhandig. Wat dat betreft is een urinaal vergeten minder vervelend. Maar indien het nodig is: beter ermee verlegen dan… Over voorbereidingen gesproken, in de uren voorafgaande zal ik zo weinig mogelijk drinken. Ik moet er toch niet aan denken dat tijdens het aanschouwen van Scarlett Johansson of wie dan ook op het witte doek, de gedachten opeens noodgedwongen moeten afdwalen naar het wel en wee van mijn urinezak.

Ondernemend durf ik mijzelf wel te noemen. Ik zal proberen om, zoals dat heet, alles uit het leven te halen. Dit klinkt grootster dan de werkelijkheid, want zo avontuurlijk ingesteld ben ik ook weer niet. Vast staat dat er door mij niet snel apen en beren op de weg worden gezien. Dat ik na het paragliding-avontuur de rest van mijn leven ook aankan is danwel ietwat overdreven, maar het is wel een mooi levensmotto. Ik laat mij niet snel belemmeren. Tegen een te hoge drempel of het ontbreken van een lift ben ik natuurlijk kansloos. Wel teleurgesteld, maar ik zal mij daar makkelijk bij neerleggen. Erger zou ik vinden wanneer een mens mij belemmert, maar gelukkig heb ik tot nu toe nooit iemand kunnen betrappen op negeren of terugdeinzen uit angst voor het onbekende.

Bij vrienden thuis, in de Albert Heijn of bijvoorbeeld het theater, werkelijk overal word ik hartelijk ontvangen en/of geholpen. Men weet wat men kan verwachten als ik verschijn. Maar hoe onbenullig het misschien ook klinkt, het uit en aan laten trekken van mijn jas blijft een dusdanig obstakel, dat ik nu alweer uitkijk naar de dag dat ik mijn wintervacht thuis kan laten. Het mij laten ontdoen van mijn jas is kennelijk nog prima te doen, maar het na afloop weer aan laten trekken is voor onbekenden een groter gepuzzel dan het lijkt. Mijn verbale uitleg is over het algemeen op zo’n moment duidelijk niet toereikend. Hoe moeilijk kan het zijn denk ik stiekem wel eens, terwijl ik in een ongemakkelijke houding een interne bomexplosie weet te camoufleren.

Begrijp me goed, ik heb makkelijk praten. Als lijdend voorwerp weet ik precies wat er in de ‘handleiding’ staat. Het zal waarschijnlijk onterecht zijn dat ik mij lichtelijk irriteer als een behulpzaam persoon zijn of haar uiterste best doet, onderwijl mijn uitleg totaal niet snappend

Misschien moet ik voortaan maar een getekende uitleg op zak hebben.