maandag 19 oktober 2020

Zijn

Door anderen, maar zeker door zelfevaluatie, ben ik er vaak genoeg mee geconfronteerd. Van officiële kant zou het de derde keer worden dat ik het zou gaan horen, maar die meeting was nog aanstaande, dus dit voorval noem ik maar de tweeënhalfste keer.

Iedere Fokuscliënt heeft een ADL-er als contactpersoon. Ik niet, ik heb er twee. Een zwaargewicht? Misschien. Een jaar geleden kreeg ik van hen te horen dat collega’s de samenwerking met mij geregeld als onprettig ervaarden. Toegegeven, dat vermoedde ik al.

Afhankelijkheid leidt ook bij mij nog wel tot frustraties. Mijn tong afbijten lukt meestal wel. Dat ik ook maar een mens ben is een wel erg makkelijk excuus. Ik zou snel mopperig zijn en medewerkers schrokken nog al eens van een plotsklaps ‘hohohowowowowo’. Door hen waarschijnlijk ervaren als snauwend en respectloos. Maar voor mij niet meer dan een reactie wanneer ik op dat moment niet zo snel op de juiste woorden kan komen. Het raakte mij, was niet leuk om te horen. Tegenspreken of ontkennen doe ik niet, verklaren wel.

Mijn leven beteren ging mij niet goed af, want enkele maanden geleden kreeg ik van beide contactpersonen eenzelfde boodschap te horen. Er waren recentelijk een aantal nieuwe medewerkers aan het team verbonden. Zij hadden soms ook nogal moeite met mijn moeilijk te voorspellen gedrag. Serieus, ik deed mijn best maar begon ook te geloven dat ik de boeman ben van het Fokusproject waar ik woon. Kennelijk ging er een schokgolf door het kantoor van de medewerkers heen, wanneer ik om assistentie vroeg.

Onlangs, na een afspraak met een van de contactpersonen betreffende iets totaal anders, werd mij op de valreep gevraagd of ik de week daarop tijd had voor een gesprek met haar collega, samen met een coach van Fokus. Jeetje, alweer?! Ik voelde me hier behoorlijk door overvallen en uitte mijn ongenoegen. I know, don’t blame the messenger. Dàt deed ik dan ook niet.

Een week later begon de meeting ermee dat hen bekend was dat ik nogal boos had gereageerd op de aankondiging van deze meeting. Waarschijnlijk was daarbij niet uitgelegd dat de situatie op dat moment zeer ongelukkig was. Een excuus mag ik het niet noemen, misschien wel een verklaring.

Toen het voldongen feit betreffende het aanstaande gesprek aan mij werd verkondigd, waren er nog twee personen aanwezig in mijn woonkamer. Een minuut daarvoor waren bijna tegelijkertijd een voor mij geheel onbekende schoonmaakhulp en een monteur voor mijn rolstoel binnengekomen. Terwijl de technicus meteen aan mijn rolstoel ging sleutelen, stond de ander op uitleg van mij te wachten. Oftewel, het was een voor mij onoverzichtelijke, enigszins stressvolle situatie, waarbij ik mijn aandacht over drie personen moest verdelen. En dat kan ik niet meer zo makkelijk. Misschien daarom hield ik mij niet in om mijn ongenoegen duidelijk te maken. Ben ik naar mijn idee bezig om aan mezelf te werken, is het nog niet goed. Of ben ik gewoon super eigenwijs? Misschien.

Wat er verder besproken is doet er niet toe. Of eigenlijk wel natuurlijk, maar dat is niet erg chic. Toch? Beloofd, ik zal laten zien een vriendelijke en respect hebbende kerel te zijn.

Eigenlijk moet ik dan gewoon mezelf blijven.

 

zaterdag 3 oktober 2020

Schrikken

 ‘Koud afdouchen vind ik juist erg prettig en nee, ik zou niet graag met jou willen ruilen.’

Bovenstaande woorden, of iets van soortgelijke strekking, kreeg ik onlangs te horen tijdens een nauwelijks noemenswaardig voorval In mijn badkamer. De begeleidende communicatie raakte mij behoorlijk. Terecht, onterecht? Zeg het maar.

Die ochtend zat ik dus, zoals eigenlijk iedere dag, zo’n 20 minuten na het wakker worden op mijn douchestoel. Twee ADL-ers bewegen zich om mij heen gedurende het proces van wassen. Het is dat ik dat gewoonweg weet, want ik ben nog bezig met het landen op aarde. Oftewel, het was de avond daarvoor een latertje. Maar dat terzijde.

Plotseling schrik ik op van een scheut koud water over mijn arm. Niet ijskoud, ook geen emmer vol, maar genoeg om ervan te balen. De ogen openend kan ik nog net zien dat er een washandje boven mijn lichaam werd uitgeknepen. Kennelijk is deze al even niet gebruikt, dus afgekoeld, dus koud water.

De reactie daarop is zowel fysiek, een kleine schokkende beweging, als verbaal: ‘hohohowowowowo.’ Mijn eerste gedachte zal zijn geweest: jeetje, doe normaal, wat is dat koud. Maar zoals wel vaker heb ik zo gauw niet de juiste woorden paraat en schakel ik over op een salvo van klanken. Afasie? Gelukkig niet. Misschien te vergelijken met een stotterende kerstman.

Toegegeven, er zijn natuurlijk ergere dingen om van te schrikken. Omdat de betreffende persoon dit waarschijnlijk gedachteloos doet, wil ik haar hierop aanspreken. Niet verwijtend bedoeld, wel als aanwijzing, voor een volgende keer. De eerste reactie van beide dames is een verbaasde blik, vergezeld met ‘wat is er?’ Dat ze zijn geschrokken kan ik mij ook voorstellen, aangezien uit volledige stilte opeens mijn luide salvo klonk en dat in deze nogal holle ruimte.

Trouwens, nu bereikt dit schrijfsel een enigszins hot item van Geert binnen Fokus. Onlangs kreeg ik wederom te horen dat ik nogal fel uit de hoek kan komen met mijn hohoho’s. Dat weet ik, begrijp het en probeer er op te letten, maar helaas heb ik dat toch niet altijd onder controle. Men kent dit van mij, al zeg ik dit niet om het goed te praten, maar voor nieuwe medewerkers schrikken hier vaak van.

Die ochtend ervaar ik weinig begrip. ‘Ach piepert, dat is toch lekker! En gezond voor het lichaam.’ Ja, dat weet ik, deed dat voorheen ook altijd, maar nu ik de waterstraal niet meer zelf kan bedienen, heeft dit lef geen plek meer bij mij. Het is nog mogelijk, maar durf ik te vertrouwen op anderen? Behalve het mij niet serieus genomen voelen, ging ik ook twijfelen. Stelde ik mij aan? Het ging immers maar om een onbenullige handeling. Twee seconden probeerde ik tot 10 te tellen, maar verder lukte het wegslikken van mijn frustratie rond niet gehoord worden niet. Het enige wat ik kon uitbrengen was: zullen wij anders ruilen? Dat wilde ze dus niet.

Achteraf met mezelf evaluerend, begrijp ik echt wel dat zij het niet zo bedoelen. En ik plaats zelf ook vaak opmerkingen, grappig en totaal niet serieus bedoeld. Dus zelf incasseren hoort er ook bij, ook nu.

Ook ik heb mijn grenzen.