zaterdag 24 april 2021

Beelden

‘Wat zonde van je geld. Wij hebben thuis heb ik daar anders nog veel van dit soort afbeeldingen en allerlei beelden. We nemen binnenkort wel wat mee.‘   

Woorden van deze strekking kwamen uit de mond van mijn ouders. Jeetje, als ik dat geweten had. Met enig enthousiasme had ik vlak daarvoor een in mijn ogen prachtige bidprent aan hen laten zien, voor € 10 op Marktplaats gescoord.

Het zal ruim 13 jaar geleden zijn geweest. Sinds kort woonde ik in mijn vorige appartement, waar ik nog een kleine twee jaar zou kunnen blijven, voordat Fokuswonen en dus meer zorg onafwendbaar was. Omdat de muren nog plaats hadden en ik er toen nog energie voor had, maar er vooral nog lol aan kon beleven, speurde ik graag Marktplaats af, op zoek naar dat ene hebbeding. Inmiddels vind ik Marktplaats niet meer dat wat het in die jaren was. De lol van het zoeken is door de commercie voor mij verdwenen. Maar dat terzijde.

Met bovenstaande denk ik terug aan het struinen op rommelmarkten. Wat vond ik dat leuk, vooral het scoren van het onverwachte. Die keren tijdens Koninginnedag op de vrije markt in Amsterdam. Slapen bij mijn zus Anneloes die woonde in Zuid en ‘s ochtends 7:00 uur op pad, om een uur later de rugzak vol te hebben. Met spullen die gaaf maar onnodig waren. Die paarse retro ventilator, dat ouderwetse broodrooster. Ooit nog in het Vondelpark mijn trouwschoenen gekocht voor een tientje, in guldens! Tot een jaar of zeven geleden heb ik jaarlijks nog tijdens een koninginne- of koningsdag in Zwolle Centrum over de vrijmarkt geploeterd. Daarna bleef de wens, de moed niet meer.

Eén bidprent was voor mij genoeg, maar spoedig kreeg ik een beeld van Jezus in huis. Later nog een, een hele grote. Sindsdien krijg ik regelmatig de vraag welke religieuze waarde ik hecht aan deze specifieke beelden, want ‘je vader was toch dominee?’, dus ‘jij bent toch christelijk opgevoed?’ Klopt allebei, maar zie het in mijn huis eerder maar als iets tussen kunst en kitsch. Nee, ik ben geen lid meer van een kerk. ‘Maar het geloof heeft jou nooit losgelaten’, aldus mijn vader tegen mij jaren geleden. Hij had gelijk! Nog steeds trouwens.

Anno nu staan er in mijn huis zeker 15 beelden, mooi of niet. Enkele van Jezus, eenmaal gedragen door Maria, de rest mythologisch van aard. Het merendeel is onlangs door mijn ouders doelbewust hierheen verhuisd. Van zolder, uit studeerkamer, wel steeds in overleg met mij.

De afgelopen jaren heb ik geregeld bij hen erop aangedrongen om maar eens wat spullen weg te doen. Uit huis of garage. Dat leek mij, kijkend naar de toekomst, verstandig. Het blijft frustrerend dat ik hen in praktische zin nergens bij kan helpen. Aanvankelijk was ik in mijn taalgebruik hierbij nogal drastisch van aard. Inmiddels besef ik maar al te goed dat woorden als weggooien of kringloop op hun leeftijd wel eens moeilijk te accepteren zijn. Inleveren komt niet alleen in mijn woordenboek voor. Ook mijn ouders kunnen erover meepraten. Neem alleen al de caravan die er niet meer is.

Hun huis staat vol herinneringen. Die wil en zal ik hen natuurlijk niet afnemen. 

 

vrijdag 2 april 2021

Vragen

Daarom wil ik u namens KPN een hart onder de riem steken.

Bovenop de bos bloemen lag een briefje met een tekst, eindigend met bovenstaande zin. Wat aardig en attent van hem, reageer ik als ik de woorden lees, nogal verrast en misschien nog wel meer verbaasd. Al kon ik meteen daarna de ietwat donkere gedachte dat hier sprake is van klantenbinding nauwelijks onderdrukken. Als ik dit deel met een ADL-er, die mij helpt de bloemen in een vaas te zetten, wordt dit ontkracht. Ze heeft natuurlijk gelijk, dit slaat nergens op.

Enkele weken geleden was er een niet vaak voorkomende situatie ontstaan, want binnen twee dagen ontving ik drie bossen bloemen. Alledrie gekregen na de blunder van het ziekenhuis in Meppel. Ook zij stuurden mij een boeket. De bloemen hielden het lang vol, maar toevallig moest ik deze ochtend afscheid van hen nemen. Aan het einde van diezelfde dag stonden er trouwens alweer twee nieuwe gevulde vazen. Toen na het avondeten een vriendin langskwam gaf zij mij een bos bloemen, zomaar.

Aan het eind van die middag was er al een kartonnen doos bij mij afgeleverd met daarin het boeket waar het betreffende briefje op lag. Ondertekend door Michael, die ene medewerker van KPN waarmee ik recentelijk veelvuldig aan de telefoon had gesproken. Ons contact ontstond omdat ik via de klantenservice van KPN mijn abonnement wilde aanpassen. Dit klinkt trouwens makkelijker dan het was, want probeer anno nu nog maar eens een telefoonnummer van de klantenservice van KPN te vinden. Laat staan het júiste nummer. Voordat ik überhaupt iemand kon spreken had ik heel wat frustratie en irritatie moeten wegslikken. Jazeker, er zijn tig mogelijkheden om je te laten helpen, maar een simpel belletje is dus niet meer vanzelfsprekend.

Michael schreef dat hij door ons contact dus al had begrepen dat ik in een rolstoel zit. Met dat ik aan hem benoemde een beperking te hebben wilde ik duidelijk maken dat ik nogal afhankelijk ben van techniek, lees: een telefoon en laptop die doen wat ze moeten doen. Daarom wilde ik niet te makkelijk denken over het overstappen naar een ander abonnement en datzelfde besef verwachtte ik ook van hem. Want ik wilde niet riskeren dat ik door mijn onkunde en onnozelheid een deal ging sluiten waarbij ik mijzelf tekort doe. Michael moest mij niet zomaar wat aansmeren. Over vooroordeel richting de gemiddelde verkoper gesproken!

In een volgende zin op het briefje bleek dat Michael, toevallig of bewust opgezocht, op mijn weblog was gestuit en enkele verhaaltjes had gelezen. Hij schreef een aantal zeer aardige woorden over mijn schrijfsels en vertelde ondermeer onder de indruk te zijn. Er werd geëindigd met die ene zin, waarin hij zei namens KPN te spreken.

Allemaal heel aardig van hem natuurlijk. Maar zou de samenleving, de maatschappij tegen anderen net zo aardig zijn als tegen mij? Zou het ziekenhuis mij ook bloemen hebben gegeven als ik niet in een rolstoel zou hebben gezeten?

Oftewel, zorgt dat ding op wieltjes ervoor dat mensen vriendelijker naar mij zijn? En al heeft ieder nadeel zo zijn voordeel, wil ik eigenlijk wel anders benaderd worden?

Kennelijk is er meer dan één type samenleving.