“Dan moet je niet boos worden!"
Onlangs werd ik door twee medewerkers in mijn rolstoel geparkeerd,
nieuwe stijl! Als ik een van hen wil aanspreken, noem het adviseren bij een
handeling volgt bovenstaande opmerking. “Wat krijgen we nou?",
gooi ik eruit. "Dat ben ik niet!"
Of wel? Nee, maar het wel geïrriteerd. Waarom? Daarom! Terecht? Kweeniemeer.
Natuurlijk
ben ik die vriendelijke, begripvolle, goedlachse en geduldige cliënt. Maar
eerlijk is eerlijk, ik kàn best wel onaardig zijn. Om nog openhartiger
te zijn, de laatste weken ervaar ik dagelijks op enkele momenten een hoeveelheid
stress, wat door anderen geïnterpreteerd
zou kunnen worden als dat ik een kort lontje heb. Zelf ervaar ik dat anders,
maar waar de waarheid ligt? Ergens!
Driemaal
raden hoe dit komt. Of waar dit mee te maken heeft. Zonder mijzelf schoon te
praten overigens, maar alle veranderingen betreffende de rolstoel vormden al wel
een verklaring. Woorden als kinderziektes, gewenning en oefenen werden
gebruikt. Maar ik heb nu te maken met een proces dat ik niet had zien aankomen.
Specifieker;
omdat ik schreef in mijn nieuwe rolstoel bleek te zitten is de rugleuning onlangs
enigszins aangepast. In de loop der jaren ben ik enigszins krom gegroeid.
Misschien ook in mijn hersenen, maar ik heb het nu over mijn ruggenwervel. Een betere
ondersteuning in de rugleuning zou moeten leiden tot stabieler zitten. Dit gaat
niet vanzelf, want het positioneren van mij in mijn rolstoel zal voortaan
volgens een bepaald protocol dienen te verlopen.
Voor
een duidelijke uitleg aan alle adl’ers is er een instructiefilmpje opgenomen en
staan er richtlijnen op papier. Onderwijl gebeurt het positioneren, eerlijk is
eerlijk, steeds beter. Wij snappen allemaal dat dit de nodige tijd en geduld vraagt.
In ieder geval voorlopig. Hopelijk uitmondend in een algemeen beheerste, vanzelfsprekende
handeling het.
Het
gaat hier om een nogal specifiek belang voor mij enerzijds, maar uit te voeren door
25-30 medewerkers. Allemaal totaal verschillende mensen, qua beleving, mening,
mogelijkheden. Mede door deze verschillen en ook omdat ik vrijwel dagelijks
weer andere gezichten zie is er de laatste tijd nogal wat ruis op de lijn in de
samenwerking. Oftewel irritatie, spanning. Onbegrip?
Dat
ik niet altijd de makkelijkste zal zijn, dat realiseer ik mij terdege. Ook ik
doe aan zelfreflectie. Zij met wie ik dagelijks moet samenwerken, zullen dit onderstrepen.
Of ik hoor het hen denken, maar dat is invulling, dus gevaarlijk. Of het is naar
mij uitgesproken. Misschien openlijk, al dan niet in andere woorden, misschien
in een gesprek waarin ik de voorzet gaf en de betreffende adl’er de geopperde
suggestie over mijzelf beaamde.
Het
kan trouwens zijn dat ik iets te allert of bewust ben. Ook wel een controlfreak
genoemd en dan gebruik ik ook nog eens teveel woorden. Irritant!
Eigenlijk
mag ik bovenstaande niet vergoelijken, maar ik hoef mezelf ook weer niet teveel
omlaag te gaf het alen. Want ik blijf nou eenmaal een Fokuscliënt en dat zijn
net mensen. Hoewel ik mijzelf inschat als een sociaal en weldenkend wezen, ga
ik desondanks ook wel eens de fout in. Dusdanig dat ik van mijzelf schrik.
Geloof
mij, ik ben geen rollend stuk explosief. Ook al heb ik wel een lontje.