Soms worden mij opmerkingen toegeworpen
terwijl ik mijn verkeersinzicht in praktijk breng. En zegt men niets, maar
word ik wel aangestaard, dan lijkt het of ik de mensen er het hunne van hoor denken.
Hoewel aan dat laatste waarschijnlijk enige twijfel ten grondslag ligt. Behalve
dat ik zeker weet dat ik geen mongool ben, sta ik wel in dubio over de gemaakte
opmerkingen. Misschien heeft men wel gelijk.
Het
moge bekend zijn dat ik mijn elektrische rolstoel met mijn kin bestuur. Bij het
op deze wijze bedienen van het stuurpookje schiet bij menig oneffenheid waar ik
overheen rijdt de kin van de joystick af. Omdat mijn stille wens, dat heel
Zwolle wordt geasfalteerd, toch nooit zal worden gerealiseerd, heb ik al vaak
nagedacht over een anderzijds oplossing hiertoe. Het dagelijks aanbrengen van
een dot secondelijm als verbindende factor is nogal omslachtig en bovendien te
pijnlijk. Een helm dragen, waarbij ik zelf dacht aan een ijshockeyhelm, die
verbonden is aan de joystick komt nog het meest in de buurt van uitvoerbaarheid.
Maar het moge duidelijk zijn, zo’n helm komt er natuurlijk nooit!
Belangrijk
detail, het gedoe met mijn kin heeft tot gevolg dat de rolstoel direct stilstaat.
Om deze reden prefereer ik dan ook het rijden over asfalt boven een hobbelige straat met klinkers. En omdat ik ook niet achterom kan kijken om beter te kunnen anticiperen en ik
weiger om achteruitkijkspiegels op mijn rolstoel te monteren, kies ik voor de
in mijn ogen veilige weg: links rijden! Althans, meestal, want als mijn gevoel
zegt dat ik beter gewoon rechts kan rijden, daar waar ik de situatie niet goed
ken, dan doe ik dat.
Zover
ik mij kan herinneren heb ik vroeger geleerd dat, wanneer men op de weg moet
lopen, het veiliger is om links te lopen. Akkoord, ik loop niet, maar wel een
soort van. Ik kan zien of er tegenliggers aankomen en daarop anticiperen.
Tevens voorkom ik, wanneer ik opeens stil kom te staan, dat vlak achter mij
rijdende fietsers of brommers tegen mij aan botsen. Wat de regels zijn weet ik
eigenlijk niet. Ik kan anderen alleen uitleggen waarom ik voor dit ’gevaarlijk
rijden’ kies.
Het
gaat vrijwel altijd goed. Hooguit dus dat tijdens het passeren van
tegemoetkomend verkeer mijn rijstijl een opmerking losmaakt. Een zeer enkele
keer gebeurt het dat een fietser, die betrof tot nu toe altijd een persoon op
leeftijd, pal voor mij stopt en aangeeft dat ik in de weg rij en dat ik mij
naar de andere kant van de weg moet begeven. Bij deze mensen kan ik het gebrek
aan anticiperen nog wel begrijpen. Zo ook als ik een kind vertwijfeld, ietwat slingerend
aan zie komen fietsen. Maar in overige gevallen denk ik er het mijne van. Net
als zij, vermoed ik. Wellicht ben ik wat star?
Trouwens,
fietsers die mij niet zien aankomen omdat zij op hun smartphone turen vormen dan
nog wel een groter gevaar op de weg. Ook voor mij!